Categorie: Laatste blogs

  • Gouden eeuw Opkomende Markten voorlopig voorbij

    Het heeft lang geduurd, maar zelfs de meest verstokte voorstander kan er niet omheen. Het gouden tijdperk van beleggen in de zogeheten Opkomende Markten is voorbij. Dat wil weer niet zeggen, dat het tijdperk van groei voor deze landen voorbij is en al evenmin dat er in deze landen geen mooie rendementen meer zijn te behalen. Het is alleen niet meer mogelijk om al deze landen onder een en dezelfde noemer te stoppen.

    Fundament

    Wat is er precies aan de hand? Het komt erop neer, dat het fundament waarop de mythe van de Opkomende Markten is gebouwd, niet langer valide is. Het verhaal wil, dat de Opkomende Markten hun groei te danken hadden aan export. Daardoor groeiden er overschotten op de Lopende Rekening. Dat mondde weer uit in de accumulatie van vreemde valuta’s en uiteindelijk in een explosie van  binnenlandse kredietverlening. Maar die mooie gang van zaken is niet meer. Langdurige en felle protesten in Turkije en Brazilië vormen het bewijs, dat de groei van de economie niet langer parallel loopt aan de wensen en verlangens van de bevolking.

    Opkomende markten

    Figuur 1 Gouden eeuw is voorbij

    Underperformance

    De groeiende sociale onlusten in verschillende landen zijn niet het enige bewijs van het einde van het sprookje. Aandelenbeurzen laten een onverbiddelijk bewijs zien. Aandelen in de Opkomende Markten laten al 18 maanden een underperformance zien. Dat is te beschouwen als een aanwijzing, dat er in de wereldeconomie een herschikking plaatsvindt ten faveure van de ontwikkelde economieën. De cijfers onderschrijven de heroriëntatie. Tussen 2002 en 2007 won de MSCI Emerging Markets Index 320% tegen de MSCI World Index 67%. Daarna is het geleidelijk bergafwaarts gegaan. Tussen 2007 en 2011 verloren effecten van Opkomende Markten 10% aan waarde. Wereldwijd verloren aandelen echter 20% aan waarde in dezelfde periode. Daarna is het verval versneld, ondanks de toestroom van goedkope liquiditeiten uit vooral de VS en bedraagt nu al weer 20%. De wereldwijde aandelen hebben echter sinds 2011 een stijging van 12% laten zien.

    Factoren

    Het ziet er niet naar uit, dat aan deze daling spoedig een einde komt. Het tempo van groei blijft voorlopig teruglopen. Bovendien heeft zich een nieuwe waarheid aangediend. Het geloof dat de groei te danken is aan de strenge macro-economische top-down aanpak taant. Is de groei in Brazilië van de afgelopen 15 jaar louter en alleen te danken geweest aan een verstandig en betrouwbaar overheidsbeleid of spelen er nog andere factoren een rol. Geleidelijk aan dringt het besef door dat de overstelpende toevloed van goedkoop geld en de commodity supercycle misschien nog wel belangrijker waren voor de groei van Brazilië.

    Kieskeurig

    De tijd is derhalve voorbij, dat de belegger blind kon varen op het thema Opkomende Markten. Die gaan meer en meer normaliseren. Dat betekent dat beleggers teleurgesteld kunnen raken in sommige landen. Het gaat echter veel te ver om de Opkomende Markten simpelweg af te schrijven als beleggingsklasse. De belegger moet alleen kieskeuriger worden. Dat is echter een wetmatigheid die overal en altijd waar is! Zo doen small caps, die zich richten op de thuismarkt, het beter dan de large caps, die werken voor de wereldmarkt. Een land als de Filippijnen kent een hogere waardering en is dus duurder om in te beleggen dan bijvoorbeeld Peru of het snelgroeiende Mexico.

    Die noodzakelijke selectiviteit kan en mag echter niet verhullen, dat ook voor de komende jaren de Opkomende Markten beleggers nog veel te bieden hebben. Het is echter geen vanzelfsprekendheid meer!

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

  • Banken zijn terug in de gunst van de belegger

    Als er een ding opvalt bij de cijferregen over het 2de kwartaal, dan zijn het wel de mooie prestaties van veel Amerikaanse banken. Het zijn feitelijk de uitblinkers van dit kwartaal. Een tweede zaak die opvalt, is de beloning die banken krijgen voor hun mooie uitkomsten. De koers van een instelling als Goldman Sachs is dit jaar al 30% gestegen en die van internetbank Charles Schwab is zelfs met meer dan 50% de lucht in gegaan.

    Toestroom

    Banken zijn terug in de gunst van de wereldwijde belegger. Die is tot de conclusie gekomen, dat de vooruitzichten van de Amerikaanse economie verhoudingsgewijs gunstig zijn. Binnen de mogelijkheden die de brede markt aldaar biedt, kiest hij bij voorkeur voor financiële instellingen. De cijfers bewijzen zijn voorkeur. Een indextracker als de XLF Exchange Traded Fund heeft dit jaar een toestroom van nieuw geld gezien ter waarde van $ 5,1 miljard. Sinds mei van dit jaar bedroeg de instroom alleen al $ 4 miljard.

    Koers

    Blijkbaar verwachten beleggers, dat ondanks de sterke koersstijging er nog meer in het vat zit. Die verwachting wordt door veel insiders gedeeld. Die wijzen op de diversiteit binnen de financiële sector in de VS. Een veelheid aan grote en kleine banken, verzekeraars en verschillende beurzen moeten het mogelijk maken, dat de sector ook in de komende kwartalen gaat uitblinken als het om groei van omzet en winst gaat.

    Rendement

    De sector als geheel kan nog een tijdje voordeel genieten van aantrekkelijke waarderingen. Financiële instellingen zijn nog steeds relatief goedkoop. Daarnaast zullen de grote banken zullen vooral  profiteren van de verwachte snelle toename van de groei van de overnameactiviteiten in de VS. De sector als geheel geniet van een gunstige renteontwikkeling waardoor het rendement op kredieten verbetert. Er is hier wel een kink in de kabel mogelijk. Als de lange rente te snel oploopt, zal de vergoeding voor een hypotheek wellicht te snel oplopen, waardoor de vraag kan gaan afnemen. Los van dit alles biedt de sector de belegger in veel gevallen een aantrekkelijk rendement.

    Vacuüm

    Banken in de VS profiteren bovendien van een nieuwe trend in de VS. Traditiegetrouw gaat 75% van de kredietverlening aan bedrijven buiten de sector om. Sommige niet-bancaire kredietverleners trekken zich echter terug en daarom is er een soort vacuüm ontstaan. Banken springen nu in dat gat. Ook dat verhoogt de winstgevendheid.

    Krimpen

    Europese banken zijn nog lang niet zover als hun Amerikaanse collega’s. Veel banken worstelen nog met de naweeën van de crisis. Veel banken in Frankrijk en Duitsland gaan nog steeds gebukt onder de uitstaande leningen aan de perifere landen. Nagenoeg alle Europese banken kampen met gezwollen balansen in verhouding tot hun vermogen. Dat aanpassingsproces is nog in volle gang. Nog steeds gaan veel onderdelen in de verkoop om de balansen te krimpen. De meest recente voorbeelden zijn Deutsche Bank en Barclays Bank.

    Banken zullen eerst door deze zure appel van aanpassingen heen moeten voordat ze dezelfde weg als de collega’s in de VS kunnen opgaan. Een verbetering van de winst is echter ook afhankelijk van de verbetering van het economisch klimaat en ook dat laat te wensen over. Ja, banken in Europa zijn goedkoop, maar dat is niet ten onrechte. De belegger moet dat goed voor ogen houden!

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Europa zal nooit meer worden zoals het was

    Afgelopen weken druppelden er onverwacht goede berichten over de economie in de Eurozone naar buiten. Het beste nieuws kwam van de Market Index voor Inkoopmanagers in de industrie. Voor het eerst sinds januari 2012 eindigde deze index boven het niveau van 50 punten (50,1). Dat betekent dat de industrie niet langer krimpt, maar het groeipad heeft betreden.

    Groene twijgen

    Er zijn meer ‘groene twijgen’ van herstel. In Ierland gaan de huizenprijzen weer voorzichtig omhoog. In brede kringen is de vrees weggeëbd, dat de eurozone uiteen zal vallen. Dat alles wijst erop, dat het einde van de crisis binnen handbereik is. Maar wil dat ook zeggen, dat alles weer wordt zoals het was in Europa? Dat lijkt niet waarschijnlijk. Ook in de nabije toekomst zal de eurozone zijn equivalenten van de Amerikaanse stad Detroit voortbrengen. Het grote verschil met het nabije verleden is, dat dat Europeanen pijn gaat doen, maar niet langer de structuur van de hele zone in gevaar gaat brengen.

    Kredietkosten

    Die aanmerkelijke kans op Europese Detroits heeft echter consequenties. Tot de crisis van 2009 convergeerden de leenkosten en de daarmee samenhangende rente in de zone. Iedere lidstaat werd geacht ongeveer hetzelfde kredietrisico te bezitten. Van die convergentie is nu weinig meer over. Voor landen met grote problemen zijn de kosten voor krediet geëxplodeerd. Voor een land als Duitsland zijn ze in de loop der jaren alleen maar gedaald. Het is maar de vraag of die kosten voor lidstaten weer naar elkaar toe gaan kruipen. Daar mag je twijfels over koesteren. Want niet alleen de kredietkosten zijn scherp gaan divergeren, ook op andere terreinen zie je een diepe kloof groeien. Neem de arbeidsmarkt. In Duitsland zijn er gemiddeld twee werkzoekenden voor elke vacature, in Portugal zijn er dat 89 en in Spanje 71. De enige snelle manier om deze onbalans aan te pakken is arbeidsmigratie op grote schaal van het ene naar het andere land. In de VS is arbeidsmigratie heel normaal, maar nog lang niet in Europa. Slechts 3% – 4% van de Europese beroepsbevolking werkt buiten de eigen landsgrenzen.

    Verschillen

    De hoge werkloosheid in sommige landen, de hoge kredietkosten en de waslijst aan eisen voor hervorming en bezuinigingen hebben economisch desastreuze effecten gehad. Een land als Griekenland zag in 2011 zijn economie met maar liefst 7,2% krimpen, terwijl Duitsland een groei van 3% genoot. Dat zijn extreme verschillen, die niet snel kleiner zullen worden. Door de recessie en de crisis is de zogeheten output gap, dat deel van de productiecapaciteit van een land dat niet gebruikt wordt, in de crisislanden alleen maar groter geworden. Dat verschil poets je niet zomaar weg als de crisis ten einde is gelopen. Dat zal zeker niet het geval zijn als de kosten voor krediet in de zogeheten zwakke landen hoger blijven dan in Duitsland, waar ze extreem laag zijn. Bij het broodnodige herstel in de eurozone zal vooral Duitsland profiteren en de overige lidstaten voorlopig verder op afstand zetten. Van enige convergentie zal geen sprake meer kunnen zijn.

    Nederland

    In het nog niet zo verre verleden profiteerde Nederland optimaal van een herstel in Duitsland. Onze grote buur was en is met ongeveer 25% de grootste exportmarkt voor Nederland. Als het in Duitsland regent, dan druppelt het in ieder geval in Nederland. Maar is dat nog steeds zo? Er is reden voor ernstige twijfel. Dankzij het bijwageneffect geniet Nederland ook een hele lage rente, maar veel verder reikt ons voordeel niet. Onze huizenmarkt zit stevig op slot en de prijsdalingen zijn alleen nog forser in Spanje. Het consumentenvertrouwen is op een niveau van de landen in de periferie en de consumptie is terug op het niveau van 1997. Bedenk ook, dat het aantal faillissementen hoger is dan ooit en iedereen begrijpt dat de werkloosheid alleen nog maar kan stijgen.

    Nederland is eigenlijk de uitzondering op de regel in de eurozone. Ons land ziet nergens een begin van herstel. Dat komt er voorlopig ook niet, want de overheid is van mening dat tekortreductie belangrijker is dan het economisch herstel. Daar kan een welvarend en bloeiend Duitsland weinig aan veranderen.

    Cor Wijtvliet

     

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Griekenland kan ook zonder de euro

    Nog niet zo lang geleden bracht de Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schauble, een bezoek aan Athene. In de Griekse hoofdstad weigerde hij categorisch in te gaan op vragen over een mogelijke schuldafwaardering, een zogeheten haircut. Hij noemde het in het belang van Griekenland zelf om het onderwerp te laten rusten. De minister vergat erbij te zeggen, dat het ook zijn belang is en dat van zijn baas, mevrouw Merkel. Over minder dan twee maanden zijn het verkiezingen en de huidige regering wil rust aan haar verkiezingsfront.

    Binnen of buiten

    Dat gezegd hebbende, blijft het de vraag of het voor Griekenland aantrekkelijk is om wel of niet de schuld af te waarderen. Een tweede vraag is of het aantrekkelijk is om dat te doen binnen of buiten de eurozone.

    Als de Grieken besluiten binnen de zone te blijven, dan doen ze dat waarschijnlijk op basis van nog geheime toezeggingen van Brussel over royale financiële bijstand. Inmiddels is ook bij de Europese beleidsmakers en bureaucraten doorgedrongen dat het huidige beleid van alsmaar de broekriem aantrekken niet tot herstel van de groei leidt.

    Incasseren

    De Grieken moeten nu min of meer gepaaid worden om binnen te blijven. De omstandigheden om uit te treden worden voor dat land steeds aantrekkelijker. Het meest opmerkelijke wapenfeit van de Griekse hervormingen is, dat de fiscale balans van het land in evenwicht is. In 2014 zal er zelfs een overschot zijn. Dat slaat om in een tekort als rente en aflossing betaald moeten worden. Maar als je uittreedt kun je daar een tijdje of langer mee stoppen. Met andere woorden, Griekenland heeft nu een groter incasseringsvermogen dan nog maar een jaar geleden.

    Veranderingen

    Bij een eventueel uittreden is dat nodig, omdat het land dan in en recessie terechtkomt. Dankzij de herintroductie van de eigen munt kan de groei redelijk snel terugkeren, omdat die nieuwe munt een vrije val gaat maken in waarde. Daar zou het toerisme enorm van kunnen profiteren. Daar komt nog bij, dat er in weerwil van allerlei geruchten er in dat land wel het nodige is veranderd. De publieke sector begint naar behoren te functioneren en ook de arbeidsmarkt is minder kartelmatig georganiseerd. De algehele indruk mag zijn, dat de economie wat robuuster is geworden.

    Regels van het spel

    Dat is allemaal nog lang niet voldoende, zoveel is ook duidelijk. Maar het tijdstip komt dichterbij, dat de Grieken daadwerkelijk in staat zijn de regels van het Brusselse spel te veranderen. Nog niet zo lang geleden waren volgens de beleidsmakers hervormingen in combinatie met forse bezuinigingen absoluut nodig om de nationale schuld hanteerbaar te maken. Dat is een misrekening gebleken. De ironie van het lot wil, dat juist die bezuinigingen en hervormingen de basis hebben gelegd voor een Grexit. Dat moet daarentegen voor de veelgeplaagde Grieken een sensationele gewaarwording zijn. Ze zijn niet langer de gevangenen van Brussel en Berlijn. Ze kunnen eisen, dat Europa daadwerkelijk helpt bij het intomen van de schulden. Zo niet, dan gaan ze op hun eigen houtje verder.

     

    Cor Wijtvliet

    Bron: Wolfgang Münchau, A Grexit is starting to look more feasible for Athens. Financial Times, July 22 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Mike Maloney en Grant Williams: Comex is ‘smoking gun’

    Mike Maloney praat met Grant Williams (Things that make you go hmmm…) over de laatste ontwikkelingen op de goudmarkt. Wat gebeurt er op de Comex? Wat betekent het leeglopen van het GLD ETF voor de goudmarkt? Hoe gaat het uitlenen van goud in zijn werk? Al deze onderwerpen komen aan bod in een nieuwe video van GoldSilver.com.

    [vsw id=”fIJFOjZKHpw” source=”youtube” width=”560″ height=”315″ autoplay=”no”]

  • Olieproductie omhoog en de prijzen ook

    Afgelopen week kwam de prijs van een vat West Texas Intermediate (WTI) voor het eerst in 3 jaar boven die van een vat Brentolie te liggen. Vrijdag 19 juli kostte WTI $107,90. In augustus 2010 begon er een prijsverschil tussen Brent en WTI te groeien. In 2012 bedroeg het gemiddeld $ 17,50 per vat. In de loop van 2013 is het verschil in prijs steeds kleiner geworden.

    Voorraden

    De oorzaak van het wegebben van de prijsverschillen heeft met ontwikkelingen in de VS zelf te maken. Tussen 2010 en nu is de VS steeds minder olie gaan importeren. Dat was onder meer te danken aan de toenemende productie van schalieolie in de VS zelf en in Canada. Daardoor is de import met ruim 2.3 miljoen vaten per dag gedaald, terwijl de voorraden aan eigen olie steeds groter werden in Cushing, Oklahama. Deze plaats vervult een scharnierfunctie in de distributie van olie in de VS. Door de groeiende voorraden daalden de prijzen. De aanvoer van olie was te groot om door de nationale raffinaderijen verwerkt te worden. Tegelijkertijd maakte een rudimentair transportsysteem het onmogelijk om olie naar de kust af te voeren en vervolgens te exporteren.

    Pijplijn

    Het stijgen van de prijs van een vat WTI is te danken aan een daling van de voorraden bij Cushing. In de eerste weken van juli bedroeg de daling 12%. De verklaring voor de daling is tweeledig. In de eerste plaats zijn de ernstigste belemmeringen voor een efficiënt transport opgeheven. Een aantal pijpleidingen is gereed gekomen, zodat de olie bijvoorbeeld naar de kust kan stromen. Sinds april van dit jaar stroomt er dagelijks olie door de Magellan Longhorn pijplijn. Dankzij de verbeterde transportmogelijkheden is de discount ten opzichte van Brent geleidelijk geërodeerd. Olie kan nu ook gemakkelijker de kust bereiken om vervolgens verscheept te worden naar Europa en Latijns Amerika.

    Een tweede verklaring voor de afname van de voorraden is de sterk gestegen vraag van raffinaderijen. In de eerste helft van juli bedroeg die vraag 16,2 miljoen vaten per dag en dat is een stijging van 4,5% ten opzichte van juli 2012. Die vraag steeg omdat de totale raffinagecapaciteit in de VS is gestegen. Zo is de Motiva raffinaderij in Texas gaan draaien. Uiteraard was de lage prijs voor veel raffinaderijen een impuls om extra in te kopen. Dat was weer mogelijk, omdat er meer en betere transportmogelijkheden ter beschikking gekomen zijn. De aanvoer via trein of truck steeg met maar liefst 57%, aldus het Internationaal Energie Agentschap (IEA).

    Goud

    Het is echter niet allemaal goud wat er blinkt, zeker niet voor de raffinaderijen. Die merken nu dat hun grote vraag de prijs voor een vat olie omhoog stuwt. Dat merken ze nu al aan hun eigen marges. Die zijn volgens Barclays met maar liefst 68% gedaald. En zo kan het gebeuren, dat de prijs van WTI boven die van Brent komt te liggen. Het uiteindelijke effect zal zijn, dat sommige soorten Brent goedkoper worden dan hun concurrent in de VS, waardoor de discount weer breder gaat worden. In 2015 kan dat weer $ 11 per vat bedragen. Dat is goed nieuws voor de belegger die wil gebruik maken van de prijsverschillen.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

     

  • ‘Vier op de vijf Amerikanen bekend met armoede’

    Vier op de vijf volwassen Amerikanen zegt wel eens een periode in armoede te hebben geleefd. Dat blijkt uit een onderzoek van Associated Press (AP) onder een doorsnede van de Amerikaanse bevolking. De onderzoekers concluderen dat de VS, als gevolg van de economische globalisering, veel goedbetaalde banen in de industrie is kwijtgeraakt. Mede daardoor is de inkomensongelijkheid toegenomen.

    Vooral onder de blanke Amerikanen wordt de economische crisis steeds meer gevoeld, zo concluderen onderzoekers van de Washington University. Het pessimisme onder deze groep ten aanzien van de economische vooruitzichten is sinds 1987 niet meer zo groot geweest als nu. Uit de laatste peiling van AP-GfK kwam naar voren dat 63% van de blanke Amerikanen de economische situatie slecht noemt.

    AP geeft het voorbeeld van een Amerikaanse vrouw die wat bijverdient met een groente- en fruitwagen. Het levert haar maar weinig geld op, want ze is nog steeds voor het grootste gedeelte van haar in komen afhankelijk van een uitkering. Ze zegt dat er maar weinig banen te vinden zijn en dat deze ook niet veel inkomsten opleveren.

    Allemaal even arm

    Dat de economische crisis ook steeds meer blanke Amerikanen treft blijkt ook uit de cijfers. Hoewel de armoede onder etnische minderheden nog steeds relatief groot is wordt het verschil met de blanke Amerikanen steeds kleiner. Sinds 1970 is het verschil in welvaart tussen deze twee groepen substantieel verslechterd. Uit de cijfers blijkt dat 76% van de blanke Amerikanen ergens in hun werkende leven ‘economische onzekerheid’ hebben gekend. Economische onzekerheid wordt beschreven als een periode van minstens één jaar waarin men [1] afhankelijk is geweest van een uitkering of voedselbonnen, of [2] een inkomen had lager op 150% of minder van de armoedegrens of [3] een periode werkloos is geweest. Voor de totale Amerikaanse bevolking ligt dit percentage op 79%. Meer dan 19 miljoen blanke Amerikanen vallen onder de armoedegrens van $23.021 per jaar voor een gezin van vier.

    De kans om in armoede te belanden is substantieel toegenomen, zo blijkt uit het onderzoek van AP. Tussen 1969-1989 had de leeftijdscategorie van 35 tot 55 jaar een kans van 17% om een fase van armoede mee te maken. Voor de periode van 1989-2009 is dat toegenomen tot 23%. Voor Amerikanen in de leeftijdscategorie 45 tot 55 jaar is de kans op armoede gestegen van 11,8 (1969-1989) naar 17,7 (1989-2009) procent.

    Dat de armoede in Amerika toeneemt is een zorgelijke ontwikkeling. Voorheen was de armoede onder blanke Amerikanen relatief klein, maar de crisis maakt inmiddels geen onderscheid meer. AP schrijft dat er voor het eerst sinds 1975 meer blanke dan zwarte alleenstaande moeders onder de armoedegrens leven. De armoede in gezinnen en woonwijken heeft een negatieve invloed op de jongste generatie. De kans dat ze op jonge leeftijd school verlaten of kinderen krijgen wordt steeds groter, zo concluderen de onderzoekers.

    Economische onzekerheid Amerikanen neemt toeKans op een periode van economische onzekerheid groeit met leeftijd, aldus het AP

  • De Nederlandse burger wordt steeds armer

    Ontelbaar veel artikelen zijn er de afgelopen jaren geschreven over de teloorgang van de Amerikaanse middenklasse, de veel bejubelde ruggengraat van de economie van dat land. Sinds jaar en dag zet deze middenklasse financieel kleine stapje terug, ondanks het feit dat de economie van de VS tot enkele jaren terug gemiddeld 3% groeide. Een steeds groter deel van de groeiende economische koek kwam terecht in de zakken van het (internationale) bedrijfsleven en de allerrijksten, de beruchte one percenters!


    Rijk

    Dit type artikelen lokte steevast meewarige reacties over het onrechtvaardige economische systeem in de VS. Vreemd genoeg vroeg niemand zich af hoe de trend in Nederland zou zijn. Volgens de politiek en de opiniemakers was en is Nederland een van de rijkste landen ter wereld en zijn wij, de burgers, de gelukkigste van de wereld. Dat laatste is in ieder geval niet langer waar. Nederland is een land van sombermannen geworden. Trouwens het eerste is al evenmin waar. Dat leert recent onderzoek van de Nederlandsche Bank naar de ontwikkeling van het beschikbare inkomen over de laatste twintig jaar.

    Koopkracht

    De uitkomsten stellen niet gerust. De koopkracht van de gemiddelde Nederlander is in de afgelopen vijftien jaar nauwelijks gestegen, hoewel de economie in die periode flink is gegroeid. Sinds begin jaren negentig is de ontwikkeling van het beschikbare inkomen sterk achtergebleven bij de groei van de totale economie, stelt DNB. Vanuit de economische theorie wordt juist verwacht dat de ontwikkeling van het inkomen min of meer in de pas loopt met de groei van het bruto binnenlands product (bbp), gemeten over een langere periode. Maar het aandeel van het inkomen van huishoudens in het totale bbp is sinds 1992 gedaald van 54 procent naar 45 procent. Was dat aandeel gelijk gebleven, dan hadden huishoudens gezamenlijk ongeveer 60 miljard euro extra te besteden gehad. Anders gezegd, in 2012 had de Nederlandse burger gemiddeld evenveel te besteden als in 1997!

    Winstgevendheid

    Waar is al dat geld gebleven? Vooral bij bedrijven en de overheid, zo stellen de DNB-onderzoekers. Het bedrijfsleven – exclusief de financiële sector – zag zijn aandeel stijgen. Ging in 1987 nog slechts 3 procent van het bbp naar bedrijven, vorig jaar lag dat aandeel al op 10 procent. De winstgevendheid van het bedrijfsleven is flink verbeterd dankzij jaren van loonmatiging, stelt DNB. Daarnaast is geprofiteerd van lagere rentelasten en een lagere winstbelasting, en tegelijkertijd zijn de inkomsten uit buitenlandse deelnemingen toegenomen. De extra inkomsten worden slechts ten dele weer uitgekeerd in de vorm van dividend. Veel blijft in de ondernemingen.

    Overheid

    Ook de overheid legt beslag op een steeds groter deel van de economie. Nu eist de staat een kwart op van het bbp. In 1992 was dat nog 21%. Volgens DNB zit het verschil voornamelijk in uitgaven van de overheid aan onderwijs en zorg. Die stegen van 12,5 procent van het bbp in 1992 naar 17,5 procent vorig jaar. Die groei is vooral te verklaren uit hogere uitgaven aan de zorg, aldus DNB. Daar staat tegenover dat voor zaken als politie, openbaar bestuur en defensie de uitgaven constant zijn gebleven of zelfs gedaald (defensie).

    Lasten

    Niet alleen grijpt de burger naast een steeds groter deel van de koek, maar ook de lasten zijn in de loop van de jaren toegenomen. Zo zijn de pensioenpremies sinds eind jaren negentig flink gestegen. Werd in de periode 1987-1997 gemiddeld 3% van het bbp opzij gelegd voor later, inmiddels is dat opgelopen tot 6%.

    DNB stapt wel heel gemakkelijk over deze terugval in beschikbaar inkomen heen. De Bank stelt, dat zowel voor de pensioenen als de collectieve uitgaven van de staat geldt dat deze weer ten goede komen aan iedereen. De burger mag immers rekenen op een mooi pensioen en goede zorg op zijn oude dag. Maar is dat wel zo?

    De afgelopen jaren hebben geleerd, dat het pensioen allerminst waardevast is. Jaar in, jaar uit gaat de zogeheten indexering niet door. Dat betekent elke keer opnieuw minder beschikbaar inkomen voor de pensioengenieter. Tegelijkertijd propageert de overheid een grotere zelfredzaamheid van de Nederlandse burger. Zodoende kunnen de kosten van de gezondheidszorg dalen. In feite gaat het om een enorme verschraling van de zorg. Voor meer premie en hogere belastingen krijgt u minder! Ook in Nederland is de burger de klos!

    Cor Wijtvliet

    Bron:

    De Nederlandsche Bank, Minder geld in de huishoudportemonnee. DNB Bulletin, juli 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • KPN wordt weer puur Nederlands

    Ooit waren de ambities torenhoog. KPN moest uitgroeien tot een pan-Europese speler van middelgrote omvang. De Benelux zou de basis voor deze middelgrote speler moeten worden van waaruit strategisch sterke acquisities gedaan zouden worden in de grotere landen van Europa. Een voorbeeld van een strategische acquisitie was het Duitse E-Plus. In de dagen van overname was de Duitse markt nog redelijk onontgonnen. Er viel voor agressieve partijen nog een wereld te winnen.

    Ambitie

    Van de ambitie van KPN is helemaal niets terecht gekomen. Al snel na de eeuwwisseling is het bedrijf in de problemen gekomen. Prijsdruk, verkeerde investeringen, strenge regelgeving en het missen van de markt zijn KPN duur komen te staan. Alweer sinds het midden van het vorig decennium is het bedrijf druk doende orde op zaken te stellen en de torenhoge schuldenlast van talloos veel miljarden naar beneden te brengen. De ene desinvestering na de andere volgde. Ook kwamen er gesprekken met buitenlandse bedrijven die wel geïnteresseerd waren in (stukken) KPN. De eerste en oudste vrijer is het Spaanse Telefónica dat al in de jaren van expansie contact zocht met KPN. Een geheel of gedeeltelijke overname zou van de ambitieuze Spaanse speler in een keer een echte pan-Europese speler maken met belangen in heel Europa.

    Klantenbasis

    Het is er nooit van gekomen tot dit jaar. Nog in 2012 ketsten gesprekken over een overname van E-Plus om onduidelijke redenen op het laatste moment af. Nu is het dan toch eindelijk wél zover gekomen. Voor een bedrag van € 8,1 miljard gaat E-Plus in Spaanse handen over.

    Het voordeel voor de Spanjaarden is duidelijk. Telefónica Duitsland is de derde partij op de Duitse markt en E-Plus is de vierde na Deutsche Telekom en Vodafone Duitsland. Door de krachten te bundelen wordt de nieuwe combinatie met een klantenbasis van 43 miljoen in een klap de grootste speler op de vechtmarkt die Duitsland heet. Omzetsgewijs blijft de nieuwe speler op de derde plaats steken.

    Mededinging

    Een van de oorzaken voor het steeds maar weer niet slagen van de gesprekken tussen Telefónica en KPN was de vrees van toezichthouders in de diverse landen en in Brussel, dat er op den duur maar een handjevol spelers zouden overblijven. Dat zou de positie van de consument alleen maar verzwakken. In die opstelling is sinds de dagen dat mevrouw Kroes mededingingstsaar in Brussel was, geleidelijk verandering in gekomen. Mevrouw Kroes sprak openlijk over de mogelijkheden van een Pan-Europese telecommarkt. Een voorbeeld van de nieuwe wind is de goedkeuring in juni van dit jaar van de overname van Kabel Deutschland AG door Vodafone.

    Schaalvergroting is feitelijk de enige manier om op de Europese markt te overleven. Investeringen in nieuwe wireless technologie zijn torenhoog, terwijl prijsdruk een fact of life is. Daar valt niet aan te ontkomen. In hun bericht aan beleggers wijzen KPN en Telefónica erop, dat dankzij het samengaan van beide partijen er waarschijnlijk een bedrag van € 5 miljard bespaard kan worden op onnodige kosten en investeringen.

    KPN

    Als de overname in 2014 eenmaal een feit is, dan is KPN weer helemaal terug bij af. Het is weer een regionale speler op een kleine markt. Is dat erg voor beleggers. Niet noodzakelijk als we het Belgische Belgacom als voorbeeld nemen. Ook dat is een kleine speler, die echter zijn beleggers goede waar en rendement biedt in de vorm van een aantrekkelijk dividend.

    De uitgangspunten voor KPN zijn wat dat betreft niet slecht. Dankzij de overname kan het bedrijf in 2014 een cheque innen van € 5 miljard, waarmee het versneld zijn schuld van € 9,5 miljard naar acceptabele proporties kan terugbrengen. Dat zal schuldeisers, beleggers en kredietbeoordelaars gerust stellen. Ook zal het bedrijf financieel beter in staat zijn in nieuwe technologieën te investeren, waardoor KPN voor beleggers kan uitgroeien tot een heuse cashcow. Maar zover zijn we nog niet!

    Cor Wijtvliet

    Crash Investor

  • General Electric werkt aan zijn comeback (23-07-2013)

    Ooit was General Electric een echte beurslieveling. Onder de vermaarde Jack Welch had het bedrijf er een gewoonte van gemaakt beleggers steeds opnieuw te verrassen met uitstekende bedrijfsresultaten. Beleggen in GE was derhalve aantrekkelijk en winstgevend. Na het vertrek van Welch is daar de klad ingekomen. Onder zijn opvolger Jeffrey Immelt is het bedrijf in slecht weer gekomen. Keuzes, die het nieuwe management maakte, pakten eigenlijk nooit goed uit en het bedrijf dreigde zelfs kopje onder te gaan bij het uitbreken de bankencrisis. GE Capital, de financiële tak van het industriële conglomeraat dreigde in de maalstroom van waardeloos geworden beleggingen meegezogen te worden. Een faillissement is slechts ternauwernood afgewend.

    Beter dan verwacht

    Eigenlijk hadden beleggers GE al opgegeven, maar wie weet gloort er weer hoop. De resultaten over het 2de kwartaal konden genade vinden in de ogen van de analisten. Hoewel de uitkomsten duidelijk lager waren dan die in 2012, kwamen ze toch hoger uit dan analisten hadden geschat. De winst per aandeel bijvoorbeeld kwam uit op $ 0,36 in plaats van $ 0,35.Dat is altijd nog 5% minder dan in 2012. Ook met de omzet ging het met een daling van 4% licht bergafwaarts en kwam uit op een bedrag van $ 35,1 miljard.

    Volgens Immelt hangen de resultaten over het 2de kwartaal samen met de algehele economisch situatie in de wereld. Die is verre van ideaal, maar lijkt wel min of meer te stabiliseren. Dat is niet alleen goed nieuws voor GE, maar voor heel de wereld. Door zijn omvang en door zijn wereldwijde aanwezigheid is een bedrijf als GE een goede thermometer voor de gezondheid van de wereldeconomie.

    Volgens GE is het nog steeds goed toeven in de Opkomende Markten en zwellen de orders uit de VS in rap tempo aan. Hoewel Europa nog veel te wensen overlaat, lijken hier zaken eindelijk te gaan stabiliseren. Deze wereldwijde verbeteringen maken het volgens het management van GE bijna zeker, dat de winst over heel 2013 met meer dan 10% zal groeien en dat de omzet met wel 5% kan toenemen. Volgens Barclays Bank zal de winst per aandeel over dit jaar uitkomen op $ 1,65. Dat is een stijging van 9% ten opzichte van een jaar geleden. De operationele marge moet met 0,7% omhoog naar 15,7%.

    Dat impliceert dat de 2de helft van 2013 aanmerkelijk zal gaan verbeteren. Als dat waar blijkt te zijn, dan is dat ook goed nieuws voor de beleidsmakers in de diverse hoofdsteden van de wereld.

    GE Capital

    Het zorgenkindje voor GE is op dit moment GE Capital. Bij deze divisie daalde de omzet met 9% naar een bedrag van $ 1,9 miljard. Evenals zijn voorganger wil Immelt het gewicht van GE Capital binnen het concern verminderen. Dat is in de eerste plaats, omdat de volatiliteit binnen de financiële tak tamelijk groot is en dat maakt de voorspelbaarheid van omzet- en winstgroei kleiner. Beleggers zijn daar nooit zo van gecharmeerd. In de tweede plaats zien diezelfde beleggers GE meer als een financiële instelling dan als een industrieel conglomeraat. Daardoor krijgt GE een lagere waardering dan het bedrijf graag ziet.

    Om de afslanking van Capital te bevorderen heeft het management besloten om onderdelen uit de organisatie los te weken en te gaan verzelfstandigen. Het is nog onduidelijk, wanneer dit gaat gebeuren.

    Industrials

    De verschillende industriële onderdelen van GE lieten allemaal groei, zij het dat Power & Water een winstdaling moest incasseren van 17% tot een bedrag van $ 1.09 miljard. Vreemd genoeg was deze uitkomst toch beter dan verwacht. De beste prestatie kwam op naam Aviation. Daar groeide de winst met maar liefst 16% om uit te komen op $ 1.07 miljard. Voor heel Industrials steeg de winst met en bescheiden 2% tot $ 3,84 miljard.

    Over de volle breedte van de industriële tak daalde de omzetlicht met 1%, maar ook dat was in lijn. Belangrijker is echter dat het orderboek een groei liet zien van 4%, terwijl de gemiddelde prijs per order met bijna 1% omhoog ging. Dat klinkt misschien niet zo overdonderend, maar het vormen wel de bouwstenen, waarop de hernieuwde groei van GE gevestigd moet worden! Het is ook lang geleden, dat het bedrijf analisten en daarmee de beleggerwereld niet in meer of mindere mate teleurstelde. De beloning mocht er ook zijn. Na het bekend worden van de cijfers steeg de koers met maar liefst 4,6%. Ook dat is in geen jaren gebeurd.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Boeing vat gemakkelijk vlam (22-07-2013)

    Donderdag vatte plotseling een vliegtuig van Ethiopian Airlines op het Britse vliegveld Heatrow vlam. Het toestel was een zogeheten Dreamliner 787, het meest geavanceerde toestel van vliegtuigbouwer Boeing. De Dreamliner heeft in zijn nog jonge bestaan een lange reeks van gevaarlijke incidenten en ongelukken op zijn naam staan. Zoveel zelfs, dat de luchtvaartautoriteiten het toestel in januari aan de grond zetten en Boeing opdroegen de batterijen van het toestel aan een langdurig onderzoek te onderwerpen.

    Aandeel

    De Dreamliner mocht sinds mei van dit jaar weer de lucht in en nog geen twee maanden later is het weer zover. Tot overmaat van ramp moest op diezelfde dag een Dreamliner 787 van Thomson Airways diezelfde dag tijdens een vlucht van Manchester naar Florida zijn koers verleggen en naar het Verenigd Koninkrijk terugkeren.

    Geen wonder dat de koers van het aandeel die dag met 6% onderuit ging. De grote vraag, die domineert, is of de brand evenals in januari van dit jaar aan de haperende batterijen zijn gerelateerd. Als dat het geval is, dan kan dat Boeing duur komen te staan. Voor de vliegtuigbouwer is de Dreamliner 787 het vlaggenschip voor de komende 20 jaar. Er zijn tot nu toe 900 stuks van dit type toestel verkocht, maar er zijn er nog slechts 66 bij de klant afgeleverd. Als de batterijen opnieuw de oorzaak van de brand blijken te zijn, dan betekent dat Boeing opnieuw terug moet naar de tekentafel en het ontwerp opnieuw moet aanpassen en modeleren.

    Dat zal het productieproces ernstig verstoren, waardoor de achterstand in het afleveren van toestellen alleen maar zal groeien. Van uitstel kan uiteindelijk afstel komen of de leveringsvoorwaarden zullen moeten herzien worden en dat kan in de papieren gaan lopen. Aan een Dreamliner hangt een prijskaartje van $ 206,8 miljoen.

    Plastic

    Een eerste onderzoek uitgevoerd door the Air Accidents Investigation Branch heeft geen direct verband kunnen constateren tussen de brand en de batterijen. Dat is uiteraard een hele geruststelling, maar daarmee is alle gevaar nog niet geweken. Voor de bouw van dit toestel heeft Boeing enkele revolutionaire technologieën ontwikkeld. Zo is het toestel geheel van carbon gemaakt en maakt het gebruik van meer elektrische circuits dan welk type vliegtuig ook. Het heeft daarom de bijnaam the plastic plane.

    Die revolutionaire bouw moest er voor zorgen, dat het toestel minder lawaai maakt en minder energie nodig heeft. Mocht blijken dat de fout schuilt in een of meerdere van die technische circuits, dan is Boeing even ver van huis. Het bedrijf zou dan al die circuits opnieuw uitvoerig moeten gaan testen en waar nodig opnieuw gaan ontwerpen. Ook dat zou nadelig uitpakken voor het lopende productieproces en zou tot ernstige vertragingen kunnen leiden met alle financiële risico’s van dien. Een scenario, waarbij blijkt dat Boeing niet in staat is het door de brand beschadigde carbon te herstellen is evenmin een prettig vooruitzicht. Ook dat zal veel vragen en twijfels oproepen bij autoriteiten, vliegtuigmaatschappijen en beleggers.

    Daar staat echter tegenover, dat alle dreamliners weer gewoon in de lucht zijn. De luchtvaartautoriteiten zien op basis van het eerste rapport geen reden om ze aan de grond te houden. Dat neemt niet weg, dat er twijfel zal blijven bestaan over de aard en ernst van de brand. Doorgaans houden beleggers niet van twijfel. Dan stemmen ze met hun voeten!

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<