De lange rente daalt en daalt al meer dan 30 jaar op rij. Volgens het IMF is dat een onwenselijke situatie. Het huidig lage niveau zet beleggers aan tot onverantwoord risico’s nemen. Het maakt het tegelijkertijd de centrale banken moeilijk om het monetair beleid te versoepelen in tijden van teruglopende groei. De nominale rente kan immers nooit onder 0% zakken. Bovendien zijn extreem lage renteniveaus symptomatisch voor een economie waar van alles mis mee is.
De vraag is nu waarom renteniveaus al zo lang een dalende trend laten zien? Deze vraag stellen is aanzienlijk gemakkelijker dan haar te beantwoorden. Er zijn verschillende theorieën. De eerste is die van een structureel wereldwijd spaaroverschot. Mannen als Alan Greenspan en Ben Bernanke waren erg gecharmeerd van deze benadering. Het probleem is echter, dat de data ontbreken, die deze theorie moeten staven. Al sinds 1980 ligt het wereldwijde besparingsniveau tussen 22% – 24% van het wereld bruto binnenlands product. Dit spaaroverschot heeft echter sinds kort eerder de neiging te gaan dalen dan verder te stijgen. Dat is vooral terug te voeren op een structurele wijziging in het Chinese economische beleid. De nadruk komt te liggen op consumptie en een diensteneconomie in plaats van op investeren en exporteren. Daardoor zal de economische groei structureel lager komen te liggen. Het ligt voor de hand, dat op den duur andere zogeheten Opkomende Landen het Chinese voorbeeld gaan volgen.
Een verklaring, die in het verlengde van het spaaroverschot ligt, wijst op de opeenstapeling van inkomen en vermogen in steeds minder handen. De rijken consumeren daarom verhoudingsgewijs een steeds kleiner deel van hun inkomen. Er is echter (nog) geen bewijs, dat laat zien dat een schevere inkomens- en vermogensverdeling uitmondt in steeds grotere besparingen en dus een lagere rente.
Een geheel andere benadering is die van het gebrek aan interessante investeringsmogelijkheden. Daar is vooral een groep economen rondom Robert Gordon om bekend geworden. Zij stellen, dat alle interessante ontdekkingen tot het verleden behoren. De huidige hausse op de beurzen, zeker in de VS, ondergraaft die stelling. Bovendien zijn durfkapitalisten zelfs zeer gretig om te investeren in nieuwe technologieën!
En dan is er nog de verklaring, waar Janet Yellen erg aan hecht. De rente is zo laag, omdat er door de crisis onherstelbare schade is toegebracht aan de economie en de arbeidsmarkt. De langdurige werklozen hebben afgehaakt en door zo te handelen ook nog hun vaardigheden verwaarloosd. Maar door niet te werken is hun inkomen heel laag en tegelijkertijd worden ze steeds minder aantrekkelijk voor potentiele werkgevers. Door dalende koopkracht wordt het voor bedrijven steeds moeilijker om hun waren en producten kwijt te raken. Tegelijkertijd wordt het ook moeilijker om de juiste man voor de juiste plaats te vinden. Deze onheilige combinatie zorgt ervoor dat bedrijven minder investeren. Daardoor daalt het tempo van groei en gaat de rente omlaag. Deze verklaring voldoet zeker voor de laatste 3 jaar, maar zeker niet voor de hele periode van 30 jaar!
De enig mogelijke verklaring, die nog resteert, is de omschakeling van een kapitaalintensieve industrie naar een veel minder kapitaalintensieve dienstensector. Maar zoals zo vaak, voor een ingewikkeld probleem is geen eenvoudige oplossing. Alle genoemde oorzaken zullen waarschijnlijk in meer of minder mate bijdragen. En dus moet er voor een wijdlopige behandeling gekozen worden. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld met belastingmaatregelen aangespoord worden langdurig werklozen in dienst te nemen. De overheid op haar beurt kan de rol van een tekort schietende private sector overnemen door meer te investeren in bijvoorbeeld infrastructuur, onderwijs en research. Centrale banken kunnen bijvoorbeeld hun inflatie-doelstellingen losser formuleren en daar hun beleid op aan passen. Dat is echter voor de gemiddelde centrale bankier hetzelfde als vloeken in de kerk.
Cor Wijtvliet
Bron:
Barry Eichengreen, Losing interest, Project-syndicate, April 11 2014