De belangstelling voor startersleningen in Nederland is zeer beperkt, zo lezen we op Vastgoedmarkt. Begin dit jaar werd de rijksbijdrage voor het startersfonds nog verhoogd van €20 naar €50 miljoen, maar nu blijkt dat die eerste €20 miljoen uit het regeerakkoord nog steeds niet volledig gebruikt is.
Het woensdag gepresenteerde plan van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) om de bijdrage nogmaals te verdubbelen naar €100 miljoen lijkt daarom niet zo zinvol. Gisteren opperde de EIB het plan om het aantal beschikbare startersleningen uit te breiden, met als doel de economie te stimuleren. Als starters het hele potje gebruiken komt er naar schatting €660 miljoen meer hypotheekschuld in de economie, waarmee 5.000 fulltime arbeidsplaatsen in de bouw twee jaar lang in stand gehouden kunnen worden.
Schuld gedreven economie
Het plan van de EIB illustreert de schuld gedreven economie die Nederland geworden is. Verstrek meer kredieten en de huizenmarkt en de arbeidsmarkt komen weer op gang. Jarenlang werkte dat model voortreffelijk, maar nu wil de starter niet meer. De huizenprijzen zijn te hoog en met een starterslening is dat probleem niet opgelost. Het startersfonds maakt het voor starters op de woningmarkt mogelijk om een voordelige hypotheek met een aanvullende renteloze lening te krijgen.