Auteur: Redactie

  • Wat brengt de tweede helft van 2018 voor goud?

    De goudprijs kwam begin dit jaar goed uit de startblokken, maar moest in het tweede kwartaal alweer een groot deel van haar winst inleveren. De dreiging van een handelsoorlog hangt als een donkere wolk boven de markt, maar vooralsnog lijkt het edelmetaal daar niet van te profiteren. Een sterkere dollar en de verwachting van meer renteverhogingen door de Amerikaanse centrale bank zetten de goudprijs onder druk, maar als het aan de World Gold Council ligt zijn er nog genoeg redenen om optimistisch te blijven.

    De World Gold Council noemt in haar vooruitblik op de tweede helft van dit jaar verschillende redenen waarom de goudmarkt de komende maanden weer zou kunnen aantrekken. Zo verwacht men dat nieuwe importheffingen in de Verenigde Staten uiteindelijk een negatieve impact zullen hebben op de economische groei en dat ook de dollar daardoor weer onder druk kan komen te staan. De sterke dollar is een van de belangrijkste redenen waarom de goudprijs de laatste tijd zo onder druk staat.

    Ook zullen de importheffingen en andere handelsbelemmeringen op termijn een prijsopdrijvend effect hebben op veel goederen en diensten, waardoor de inflatie verder zal oplopen. De World Gold Council schrijft dat een tijdperk van hogere inflatie meestal gunstig uitpakt voor goud, omdat het edelmetaal wordt gezien als een soort hedge tegen inflatie. Zeker in periodes met een inflatie boven de drie procent leverde het edelmetaal een uitstekend rendement op, zoals de volgende grafiek laat zien.

    Goudprijs stijgt bij hoge inflatie (Bron: World Gold Council)

    Seizoenseffecten

    Naast de inflatie is er nog een andere factor die gunstig kan uitpakken voor goud. De World Gold Council herinnert ons eraan dat er in de zomermaanden meestal weinig activiteit is op de goudmarkt. Onderstaande grafiek laat zien dat de goudprijs tot en met juli relatief vlak is en dat het edelmetaal met name in september en november lijkt te stijgen.

    Deze resultaten zijn gebaseerd op een gemiddelde vanaf 1982 tot en met 2017 en bieden dus geen garanties voor de toekomst. Toch zijn bepaalde seizoensgebonden effecten wel te verklaren, bijvoorbeeld omdat deze samenhangen met festivals in India waarbij traditioneel veel goud wordt gekocht. Ook blijkt dat correcties op de aandelenmarkt vaak in het najaar plaatsvinden, waar goud als veilige haven van profiteert.

    Seizoenseffect kan goudprijs ondersteunen (Bron: World Gold Council)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Goudprijs naar laagste niveau sinds begin 2016

    De goudprijs zakte begin maandag onder de €34.000 per kilo en bereikte daarmee in euro’s gemeten het laagste niveau sinds het begin van 2016. In dollars zakte de prijs naar ongeveer $1.220 per troy ounce, een koers die we sinds juli vorig jaar niet meer gezien hebben. Ook de prijzen van andere edelmetalen als zilver en platina gingen verder omlaag, waarbij laatstgenoemde het laagste niveau in meer dan tien jaar tijd bereikte.

    De belangrijkste aanwijzing voor deze plotselinge prijsdaling is een toespraak van Federal Reserve topman Jerome Powell. Volgens de president van de centrale bank draait de Amerikaanse economie uitstekend en zal deze de komende jaren goed blijven presteren. Deze trend zal volgens hem gepaard gaan met een lage werkloosheid en een inflatie rond de doelstelling van circa 2% op jaarbasis.

    Op basis van deze verwachtingen zal de Federal Reserve haar strategie van renteverhogingen voortzetten, zo verzekerde Powell. Hij voegde eraan toe dat het op dit moment nog lastig in te schatten valt hoe groot de impact zal zijn van de handelsbeperkingen die de Amerikaanse regering heeft doorgevoerd.

    Goudprijs naar laagste niveau sinds begin 2016

    Goudprijs lager

    De positieve berichten over de economie gaven beleggers meer vertrouwen en dat zorgden voor een positief sentiment op de aandelenmarkt. Edelmetalen als goud en zilver werden in de verkoop gedaan, omdat het vooruitzicht van een stijgende rente wordt uitgelegd als een negatief signaal.

    De theorie is dat goud, zilver en platina als belegging geen cashflow opleveren, wat betekent dat je meer rendement misloopt bij een hogere rente. Vanuit deze redenering is de daling van de goudprijs te verklaren, maar je zou ook kunnen redeneren dat een stijgende rente zich op termijn vertaalt naar hogere prijzen en op die manier tot meer inflatie kan leiden.

    Hoe dan ook, vooralsnog zijn veel beleggers ervan overtuigd dat het weer goed gaat met de economie en dat centrale banken de geldgroei, de inflatie en de rente nog steeds onder controle hebben. Dat zet de prijs van edelmetalen onder druk.




  • Zijn aandelen overgewaardeerd?

    De aandelenmarkt lijkt weinig vatbaar voor de toenemende geopolitieke spanningen en de dreiging van een wereldwijde handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Weliswaar hebben de aandelen in opkomende markten een kleine correctie laten zien, maar over de hele linie staan de waarderingen van aandelen hoger dan ze de afgelopen vijftien jaar gestaan hebben.

    De grote vraag is nu of de huidige aandelenkoersen gerechtvaardigd zijn of dat er sprake is van overwaardering. Op basis van de extreem lage rente kunnen we de hogere waardering voor aandelen verklaren. De laatste jaren was het gemiddelde dividendrendement van de S&P 500 index bijvoorbeeld hoger dan het rendement op veel langlopende Amerikaanse staatsobligaties.

    Aandelen versus grondstoffen

    Toch zijn er ook indicatoren die erop wijzen dat aandelen nu relatief duur zijn geworden. Vergelijken we de waarde van financiële activa als aandelen en staatsobligaties met die van tastbare bezittingen als grondstoffen, vastgoed en kunst, dan zien we dat laatstgenoemde momenteel uitzonderlijk laag gewaardeerd is.

    Onderstaande grafiek van Bank of America Merrill Lynch laat zien dat tastbare bezittingen ten opzichte van financiële activa als aandelen en obligaties sinds 1925 nog nooit zo laag hebben gestaan als nu. De laatste keer dat tastbare bezittingen relatief gezien zo goedkoop waren was eind jaren ’90. De prijzen van goud en zilver stonden samen met die van veel andere grondstoffen op een dieptepunt, terwijl aandelen van technologiebedrijven in die tijd juist extreem populair waren.

    Grondstoffen historisch goedkoop tegenover aandelen (Bron: Bank of America)

    Zijn aandelen overgewaarderd?

    Dat de ratio tussen beide zo laag is kan betekenen dat grondstoffen momenteel te laag gewaardeerd staat, maar het kan ook betekenen dan aandelen overgewaardeerd zijn. In dat perspectief is de volgende grafiek interessant, waarin de waarde van de 5.000 grootste beursgenoteerde bedrijven in de Verenigde Staten wordt afgezet tegen het bruto binnenlands product. Deze index wordt ook wel de Buffett indicator genoemd.

    Deze grafiek leert ons dat de aandelenmarkt in de Verenigde Staten zelfs op het hoogtepunt van de dotcom bubbel niet zo hoog gewaardeerd was als op dit moment. Ook zien we – met de kennis van nu – hoe goedkoop de aandelenmarkt op het dieptepunt van de crisis in 2009 was.

    Aandelen zijn nu nog hoger gewaardeerd dan in 2000 (Bron: Advisor Perspectives, dshort.com)

    Inhaalslag voor grondstoffen?

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis hebben centrale banken met hun ruime monetaire beleid bijgedragen aan een sterke inflatie in de waarde van financiële activa als aandelen en obligaties, terwijl grondstoffen naar verhouding veel minder in prijs gestegen zijn. Dat zien we ook terug in de volgende grafiek van Goldman Sachs.

    Prijzen financiële activa hardst gestegen

    Zetten we al deze ontwikkelingen op een rij, dan lijken grondstoffen op dit moment aantrekkelijk gewaardeerd. Ook zien we vergelijkingen met de situatie aan de vooravond van de dotcom crisis, zoals het zeer positieve sentiment ten aanzien van technologiebedrijven en de minimale aandacht voor beleggen in bijvoorbeeld grondstoffen en edelmetalen.

    Toch moet je als belegger ook vooral geduld hebben, want vorig jaar constateerden we ook al dat tastbare bezittingen relatief goedkoop waren geworden. Hoe lang zal het nog duren voordat de volgende opwaartse cyclus in grondstoffen begint?

  • China verwelkomt yuan in Europese valutareserves

    De Chinese centrale bank heeft gezegd dat ze positief staan tegenover een toevoeging van de Chinese yuan in de valutareserves van oost-Europese landen. Dit statement verscheen woensdag op de website van de centrale bank, na afloop van een ontmoeting tussen vertegenwoordigers van China en zestien verschillende centraal-Europese en oost-Europese landen. Ook zouden de zestien Europese landen met China overeenstemming hebben bereikt over meer financiële samenwerking, waaronder het afsluiten van leningen in de Chinese yuan.

    China wil minder afhankelijk worden van de dollar en promoot daarom steeds vaker haar eigen valuta in het internationale handelsverkeer. Verschillende landen hebben de yuan al opgenomen in hun valutareserves en met de zijderoute probeert China handelspartners te verleiden om projecten te financieren met leningen in yuan. Op die manier weet China als nieuwe economische grootmacht andere landen financieel aan zich te binden, vergelijkbaar met de manier waarop het IMF landen destijds meer afhankelijk maakte van de dollar.

    Chinese Zijderoute

    De oost-Europese landen zijn voor China een belangrijke schakel in de Zijderoute, omdat goederentreinen door deze landen heen moeten om de West-Europese markt te bereiken. Dat betekent dat er de komende jaren veel geïnvesteerd zal worden in nieuwe spoorlijnen en snelwegen. Enige tijd geleden namen Chinese investeerders de haven van Pireaus in Griekenland over. Goederen die in deze haven worden uitgeladen kunnen per spoor verder getransporteerd worden naar andere Europese landen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Iran wil €300 miljoen aan contanten uit Duitsland halen

    Iran heeft plannen om voor €300 miljoen aan contant geld in te vliegen vanuit Duitsland, zo meldt de Duitse krant Bild. Het gaat om tegoeden die Iran momenteel geparkeerd heeft bij de Europaeisch-Iranische Handelsbank AG in Hamburg en die ze uit vrees voor nieuwe Amerikaanse sancties in veiligheid wil brengen.

    De financiële toezichthouder van Duitsland onderzoekt momenteel of deze operatie, vanwege wetgeving omtrent het tegengaan van witwassen. Als deze horde genomen is kan de bank het bedrag in de vorm van bankbiljetten opvragen bij de Bundesbank.

    Het zou niet de eerste keer zijn dat Iran een grote hoeveelheid contant geld per vliegtuig laat invliegen. In 2016 werd bekend dat de Amerikaanse regering voor omgerekend $400 miljoen aan contanten in de vorm van euro’s en Zwitserse franken naar Teheran had gestuurd. De biljetten voor dit transport werden toen geleverd door de Nederlandse en Zwitserse centrale bank.

    Sancties

    In de Verenigde Staten en Israel worden de geldtransporten naar Iran met enige argwaan bekeken. Zij vrezen dat Iran het geld mogelijk gebruikt voor financiering van de Hezbollah en strijdgroepen in Syrië. Volgens Iran zijn die zorgen onterecht en is het geld bestemd voor Iraniërs die naar het buitenland reizen en vanwege de financiële sancties geen bankpasjes en creditcards kunnen gebruiken om mee te betalen.

    Met deze operatie komt de Duitse centrale bank voor een lastig dilemma te staan. Geeft ze het tegoed van €300 miljoen aan contant geld vrij, dan handelt ze in feite tegen de Amerikaanse belangen. De nieuwe sancties tegen Iran zijn er namelijk op gericht het land economisch te isoleren en haar tegoeden in het buitenland te blokkeren.

    Iran probeert op verschillende manieren de impact van de Amerikaanse sancties te verkleinen. Zo heeft het land twee jaar geleden besloten olie niet langer in dollars, maar in euro’s af te rekenen. Ook kiest het land nu bewust voor contant geld in andere valuta dan de dollar. Met contant geld kan Iran financiële sancties ontwijken, omdat bankbiljetten buiten het banksysteem verhandeld kunnen worden.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Hoe goed is ons economieonderwijs?

    Economie is een belangrijk vak in het Nederlandse onderwijs, maar in hoeverre sluit het lesmateriaal dat op scholen en universiteiten gebruikt wordt nog aan bij de actualiteit? Zijn de theorieën en modellen die we moeten leren nog wel relevant en betrouwbaar? Volgens Rethinking Economics NL, een netwerk van studenten, academici en gepassioneerde denkers, is het economieonderwijs in Nederland te eentoning, te wiskundig en te theoretisch.

    Rethinking Economics NL probeert via de website Economie Onderwijs de discussie over het lesmateriaal op gang te brengen en bracht in kaart wat de stand van het huidige onderwijs is. Uit dat onderzoek blijkt dat de neoklassieke theorie over economie nog altijd de dominante stroming is. Veel alternatieve benaderingen van de economie, zoals de Oostenrijkse school, blijken nauwelijks aan bod te komen.

    Sam de Muijnck van Rethinking Economics NL ging bij Café Weltschmerz in gesprek met econoom Martijn Jeroen van der Linden om de staat van het economieonderwijs te analyseren. Een boeiend gesprek over de evolutie van het lesmateriaal op onze scholen en universiteiten.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Grote vermogensongelijkheid in Nederland

    De vermogensongelijkheid in Nederland is relatief groot in vergelijking met andere Westerse landen, zo blijkt uit een recent onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Van alle 28 landen waar de gegevens van verzameld werden kwam ons land op de tweede plaats, wanneer je kijkt naar de vermogensconcentratie onder de bevolking. Alleen in de Verenigde Staten zijn de verschillen in rijkdom nog groter.

    Van alle onderzochte landen bleek de rijkste 10% gemiddeld goed te zijn voor 52% van het totale vermogen. Ter vergelijking, in Nederland ligt dat aandeel met 68% aanzienlijk hoger. Toch is de situatie nog niet zo extreem als in de Verenigde Staten, waar de top 10% van de bevolking maar liefst 79% van het vermogen in handen heeft. Om dat in perspectief te plaatsen, de ‘armste’ 60% van de Amerikaanse bevolking heeft slechts 2,4% van al het vermogen.

    Vermogensongelijkheid is groot in Nederland (Bron: OESO, grafiek van Statista)

    Geen vermogen maar schuld

    Dat een groot deel van de bevolking geen vermogen heeft wil niet zeggen dat ze geen bezittingen hebben. We moeten er ook rekening mee houden dat er veel huishoudens zijn die hun vermogen met schulden gefinancierd hebben, waardoor hun netto vermogenspositie gering of zelfs negatief is.

    Volgens cijfers van de OESO is dit bijvoorbeeld het geval in Nederland en Denemarken. In deze landen is het vermogen van de ‘onderste ‘60% van de bevolking zelfs negatief. Dat betekent dat de schulden van deze huishoudens gemiddeld groter zijn dan hun bezittingen.

    Lees ook:

  • Lex Hoogduin: “Centrale banken hebben verkeerde diagnose gesteld”

    Centrale banken hebben in 2008 de verkeerde diagnose gesteld en hebben daardoor niet de juiste maatregelen genomen. Dat zegt voormalig centraal bankier Lex Hoogduin in een interview met Café Weltschmerz. Banken hebben weliswaar meer buffers aangelegd en ook is het toezicht op de bankensector verscherpt, maar het fundamentele probleem van teveel schulden is nog steeds niet opgelost. Sterker nog, die zijn de laatste jaren alleen maar verder toegenomen.

    Lex Hoogduin merkt op dat er sinds het loslaten van de goudstandaard begin jaren zeventig geen rem meer is op de geldgroei, met als gevolg dat de financiële sector enorm in omvang is toegenomen ten opzichte van de reële economie. De financiële crisis van 2008 was dan ook een resultaat van een decennia lange periode van bijna onbeperkte geldcreatie, een fase die door Hoogduin omschreven wordt als de ‘Great Financial Expansion’.

    Boom-bust cyclus

    In het gesprek legt Hoogduin uit dat het huidige monetaire beleid van vrijwel onbeperkte geldgroei en structurele inflatie leidt tot een verkeerde allocatie van kapitaal en daarmee tot een voortdurende boom-bust cyclus. Om dat te kunnen doorbreken zou er weer een soort anker in het monetaire systeem teruggebracht moeten worden, waarmee de geldgroei beperkt kan worden.

    Volgens Lex Hoogduin is het tijd dat de ECB haar monetaire beleid heroverweegt en een nieuwe strategie uitwerkt op basis van een nieuwe diagnose van de economische crisis. Een van de maatregelen die volgens de voormalig centraal bankier al lang genomen had moeten worden is het verhogen van de rente.

    Volgens de Taylor regel zou die vandaag de dag tussen de 2,5% en 3,5% moeten liggen, terwijl de ECB nog steeds een rente van nul procent hanteert. Door die kunstmatig lage rente stimuleer je de economie, maar heeft de centrale bank geen instrument meer in handen om af te remmen en oververhitting van de economie te voorkomen.

    Het volledige gesprek tussen Lex Hoogduin en Paul Buitink duurt iets meer dan 48 minuten en is hieronder te bekijken. In 2016 spraken wij ook met Lex Hoogduin, het volledige interview kunt u hier teruglezen.

  • Rusland voegt meer Chinese yuan aan reserves toe

    De centrale bank van Rusland heeft in het vierde kwartaal van vorig jaar veel meer Chinese yuan aan haar valutareserves toegevoegd, zo blijkt uit een nieuw rapport dat maandag door de centrale bank naar buiten werd gebracht. Het aandeel van de renminbi, zoals de Chinese valuta ook wel wordt genoemd, steeg vorig jaar van 1% in het derde kwartaal naar 2,8% in het vierde kwartaal.

    Deze cijfers zijn een half jaar oud, maar laten wel zien dat Rusland meer diversificatie zoekt in andere valuta dan de Amerikaanse dollar. De dollar is nog steeds de belangrijkste valuta, al zakte het marktaandeel vorig jaar van 46,5% in het derde kwartaal naar 45,8% in het vierde kwartaal van 2017. Opvallend is dat ook het aandeel van de euro in de totale reserves in die periode omlaag ging, van 24,1% in het derde naar 21,7% in het vierde kwartaal.

    Meer reserves in goud

    Tegenover een daling van de valutareserves in euro’s en dollars staat een verdere toename van de goudreserve. Meer dan 17% van de totale reserves van de centrale bank bestaat inmiddels uit goud, terwijl dat tien jaar geleden nog maar 2,4% was. De Chinese yuan komt met een weging van 2,8% op de vijfde plaats, na de euro, de dollar, het Britse pond en de Canadese dollar. Dat is nog steeds relatief weinig, als je bedenkt dat China inmiddels Nederland heeft ingehaald als belangrijkste afzetmarkt voor de Russische economie.

    Vier jaar geleden ondertekenden de centrale banken van China en Rusland een valutaswap om de handel en investeringen tussen beide economieën te promoten. De Russische centrale bank investeerde daarna 14,5 miljard roebels (omgerekend $228 miljoen) in Chinese obligaties.

    Rusland voegt meer yuan aan reserves toe (Bron: Bloomberg)

    Diversificatie

    Poetin zei vlak na zijn inauguratie nog dat het monopolie van de dollar als wereldhandelsmunt voor veel landen onwenselijk en zelfs gevaarlijk is. Hij sprak daarbij zijn voornemen uit om de economische soevereiniteit van Rusland te versterken, door de afhankelijkheid van dollars te verkleinen. In die context kunnen we de grootschalige goudaankopen van de afgelopen jaren plaatsen. De centrale bank heeft sinds 1999 haar reserves uitgebreid van ongeveer $10 naar $460 miljard, waarvan de goudreserve goed is voor ruim $80 miljard.

  • Is de financiële cyclus getemd?

    Tien jaar na de financiële crisis lijkt alles weer goed te gaan, maar nog steeds worstelen economen met de vraag of de economie nu echt sterker is geworden. De schulden zijn wereldwijd nog hoger dan voor de crisis en in sommige landen zijn de banken zijn nog steeds kwetsbaar door een grote hoeveelheid slechte leningen op de balans. Hoe veilig is ons spaargeld? En wat kunnen we doen om een nieuwe crisis te voorkomen?

    Sustainable Finance Lab organiseerde onlangs een bijeenkomst, waarbij verschillende experts hun visie geven op de economie tien jaar na de crisis. Onder andere centraal bankier Klaas Knot, hoogleraar Arnoud Boot, publicist Jeroen Smit en verschillende bankiers komen aan het woord. Hieronder ziet u het videoverslag van deze bijeenkomst van 15 juni.

  • Besteedbaar inkomen Nederland daalt

    Het vrij besteedbare inkomen in Nederland is sinds 2002 niet gestegen, maar juist gedaald. Dat concluderen de onderzoekers Peter Keus en Johan Verbruggen in een vergelijkend onderzoek naar de welvaart in verschillende landen sinds de invoering van de euro. De resultaten zijn opmerkelijk, omdat consumenten in andere onderzochte Westerse economieën er wel 10% tot 25% op vooruit zijn gegaan.

    Nederlandse huishoudens hebben per saldo minder te besteden dan in 2002, ondanks de sterke economische groei sinds de crisis van 2008. Canadezen hebben gemiddeld zelfs 30% meer vrij besteedbaar inkomen dan in 2002, terwijl Finland en Denemarken er ongeveer 20% op vooruit zijn gegaan.

    Lonen onder druk

    Het achterblijven van het besteedbare inkomen is volgens de onderzoekers het resultaat van een zeer beperkte loonstijging. Werknemers gaan er minder op vooruit dan in andere landen, terwijl de Nederlandse arbeidsmarkt ook in toenemende mate wordt ingevuld door flexwerk. In 2004 had 73% van de werkende bevolking een vast contract, terwijl dat in 2017 voor slechts 61% het geval was.

    Door de opkomst van deeltijdbanen en de toename van het aantal zelfstandigen zonder personeel staan de lonen onder druk, omdat werkgevers beroep kunnen doen op goedkopere arbeidskrachten.

    De financiële crisis ligt op papier weliswaar achter ons, maar daar lijkt niet iedereen van te profiteren. In Nederland blijven de besteedbare inkomens duidelijk achter bij andere landen.