Auteur: Redactie

  • BIS verwacht stijging rentelasten

    De Bank for International Settlements waarschuwt in haar nieuwste rapport voor toenemende risico’s voor de groei van de wereldeconomie en roept overheden op om meer structurele hervormingen door te voeren. De centrale bank der centrale banken concludeert dat het herstel van de wereldeconomie van de afgelopen jaren teveel geleund heeft op de stimulerende maatregelen van centrale banken en dat dit het moment is om de kwetsbaarheden van de wereldeconomie aan te pakken.

    Toenemende schulden

    De BIS merkt op dat de schulden wereldwijd sterk zijn toegenomen ten opzichte van het inkomen. Dat zien we nog niet terug in een stijging van de lonen en de inflatie, maar wel in hoge waarderingen op de financiële markten. Volgens de BIS lijkt er al sprake te zijn van een zekere overwaardering in financiële activa en vastgoedprijzen.

    In het rapport schrijft de BIS dat de bankensector op dit moment beter gekapitaliseerd is dan aan het begin van de crisis, maar dat er tegelijkertijd veel minder speelruimte is voor overheden en centrale banken om in te grijpen als er weer een crisis uitbreekt. Zo is de rente nog steeds uitzonderlijk laag en hebben overheden veel hogere schulden ten opzichte van het bbp dan voor de crisis.

    Door de extreem lage rente dalen de effectieve rentelasten van overheden, bedrijven en huishoudens, maar dat voordeel kan snel verdwijnen als de rente weer stijgt. De BIS verwacht dat de rentelasten de komende jaren weer zullen toenemen.

    BIS verwacht stijgende rentelasten (Bron: BIS)

    Vrijhandel onder druk

    De bank der centrale banken waarschuwt ook voor toenemende protectionistische maatregelen, waardoor het stelsel van vrijhandel en globalisering dat sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd onder druk komt te staan. De BIS roept alle landen op om de regels van vrijhandel te respecteren, omdat anders de groei van de wereldeconomie in gevaar kan komen.

    De BIS schrijft dat een nieuwe crisis niet per definitie veroorzaakt hoeft te worden door schokken in het financiële systeem. Het politieke risico van meer protectionisme kan ook negatief uitwerken op het producentenvertrouwen en tot gevolg hebben dat bedrijven minder gaan investeren.

  • China bouwt investeringen in Verenigde Staten af

    Chinese bedrijven hebben in de eerste helft van dit jaar 90% minder geïnvesteerd in de Verenigde Staten dan in dezelfde periode van vorig jaar, zo schrijft Bloomberg op basis van onderzoek van Rhodium Group LLC. In totaal werd er in de eerste zes maanden van dit jaar voor slechts $1,8 miljard aan overnames en investeringen gedaan door Chinese bedrijven, het laagste niveau in zeven jaar tijd.

    Deze sterke afname is het resultaat van twee verschillende trends. Enerzijds probeert China met kapitaalcontroles de uitstroom van kapitaal af te remmen, waardoor het voor bedrijven lastiger wordt om hun overtollige dollars te herinvesteren in Amerikaanse bedrijven.

    Aan de andere kant speelt ook de verslechterde handelsrelatie tussen China en de Verenigde Staten een rol, want in navolging op importheffingen lijkt de regering in Washington ook plannen te hebben om Chinese investeringen terug te dringen. Er gaan geluiden dat er op 30 juni nieuwe beperkingen worden opgelegd aan deze buitenlandse investeringen in de VS.

    Chinese investeringen in de VS sterk afgenomen

    Minder Chinese investeringen

    De Amerikaanse regering vreest dat Chinese investeerders teveel invloed krijgen in het Amerikaanse bedrijfsleven, indien zij hun overschotten gebruiken om een aandeel te nemen in belangrijke ondernemingen. Vorig jaar waren de Chinese investeringen al 35% lager dan in het jaar daarvoor.

    Er zijn ook Chinese bedrijven die een deel van hun investeringen in de Verenigde Staten juist afbouwen, omdat ze zich te diep in de schulden gestoken hebben. Met onzekere verwachtingen voor de groei van de wereldeconomie besluiten ook meer bedrijven om hun posities te verkopen en daarmee een deel van de schuld af te lossen.

  • Arnoud Boot: “Het is tijd voor een depositobank”

    Banken moeten meer speelruimte krijgen om de concurrentie met nieuwe financiële instellingen aan te kunnen, maar tegelijkertijd verwachten we dat het betalingsverkeer tussen banken altijd veilig en probleemloos verloopt. Deze twee activiteiten gaan in de praktijk echter moeilijk samen, zoals de financiële crisis van 2008 heeft laten zien. Toezichthouders hebben tal van regels bedacht om de bankensector veilig te maken, maar nog steeds is het financiële systeem volgens kenners nog steeds kwetsbaar.

    Afgelopen vrijdag presenteerde het Sustainable Finance Lab haar visie op wat de financiële sector moet doen om de risico’s beheersbaar te maken en het betalingsverkeer veilig te stellen. Om de publieke functie van banken veilig te stellen – betalingsverkeer en spaartegoeden – is het volgens de denktank aan te bevelen om een soort depositobank op te richten. Ook moet het betalingsverkeer zodanig verankerd worden dat de toezichthouder grip op het betalingsverkeer heeft.

    Arnoud Boot, hoogleraar in ondernemingsfinanciering en financiële markten aan de Universiteit van Amsterdam, zegt in Buitenhof dat de publieke functie en de ondernemingsfunctie van banken beter gescheiden moet worden en dat banken daarom anders georganiseerd moeten worden. Doen we dat niet, dan kunnen we banken niet voldoende speelruimte geven om de concurrentiestrijd aan te gaan met allerlei nieuwe financiële instellingen.

    Depositogarantiestelsel

    Binnen ons huidige systeem worden spaartegoeden tot €100.000 gegarandeerd door het depositogarantiestelsel, maar deze garantie wordt gegeven door een andere partij. Een bank denkt dat het dit geld gegarandeerd zal krijgen, met als gevolg dat er geen enkele discipline is voor banken om verantwoord met de spaartegoeden om te gaan. Wil je de publieke functie van betalen en sparen goed inrichten, dan zou je volgens Arnoud Boot ook een depositobank moeten hebben. Daarmee geef je spaarders de mogelijkheid om hun geld rechtstreeks te parkeren bij de centrale bank.

    In dit systeem worden banken volgens Arnoud Boot meer afhankelijk van lange termijn financiering en minder afhankelijk van spaartegoeden die op ieder moment weggehaald kunnen worden. Daardoor zouden banken zich weer meer kunnen richten op de langere termijn, aldus Boot. In Buitenhof een uitgebreid gesprek over de grote veranderingen in de financiële sector.

    Depositobank?

    Een paar jaar geleden werd er ook al gesproken over een depositobank, maar toen kreeg het initiatief te weinig draagvlak en was er geen mogelijkheid om onder verplichte deelname aan het depositogarantiestelsel uit te komen. De Nederlandsche Bank wilde daar geen uitzondering voor maken en verstrekte daarom geen bankvergunning. Nu staat het onderwerp opnieuw in de belangstelling.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • ECB stopt dit jaar met stimuleringsprogramma

    De ECB heeft besloten haar stimuleringsprogramma te beëindigen. Tot en met september blijft de centrale bank voor €30 miljard aan staatsobligaties opkopen, maar in de laatste drie maanden van het jaar wordt dat gehalveerd tot een tempo van €15 miljard. Na december zal het opkoopprogramma stoppen, al blijft de centrale bank nog wel de opbrengst van afgeloste leningen herinvesteren. Ook blijft de rente nog tenminste tot september volgend jaar op nul procent.

    Vorige week schreven we al over het versnelde afbouw van het stimuleringsprogramma van de ECB. Verschillende personen binnen de centrale bank hadden via de media al kenbaar gemaakt dat het onderwerp op de agenda kwam en ook waren veel economen al in de verwachting dat het opkoopprogramma dit jaar stopgezet zou worden.

    ECB begon in 2015 met het stimuleringsprogramma (Bron: ECB)

    ECB stopt stimuleringsprogramma

    De timing voor dit besluit is opmerkelijk, want begin vorig jaar lag de inflatie ook al op het door de ECB gewenste niveau. Dat was dus niet de enige reden om het opkoopprogramma dit jaar stop te zetten. Mogelijk probeert de centrale bank met dit besluit een signaal af te geven aan overheden om een verantwoord begrotingsbeleid te voeren.

    Dankzij het stimuleringsprogramma konden landen in de Eurozone goedkoper lenen en was de obligatierente uitzonderlijk laag. Dat was niet alleen gunstig voor de rentelasten van overheden, maar ook van huishoudens die met een hypotheek een eigen huis kochten. De beëindiging van het stimuleringsprogramma betekent dat een belangrijke koper zich terugtrekt van de obligatiemarkt. Daardoor zou de rente vanaf volgend jaar weer wat kunnen gaan stijgen, met alle gevolgen van dien.

  • Zilverprijs op laagste niveau na correctie inflatie

    Zilverprijs op laagste niveau na correctie inflatie

    De zilverprijs is nog niet eerder zo laag geweest als nu, wanneer je deze corrigeert volgens de inflatie. Ook goud is momenteel relatief goedkoop, wanneer je de prijs afzet tegen de algemene prijsontwikkelingen van goederen en diensten.

    Aan het begin van deze eeuw stond zilver op ongeveer $5 per troy ounce, maar volgens John Williams van de site Shadowstats is er in de afgelopen twintig jaar zoveel inflatie geweest dat je minder kunt kopen met de $17 die een zilveren munt vandaag de dag opbrengt.

    Naast zilver blijft ook goud volgens hem achter bij de inflatie. Met een huidige goudprijs van ongeveer $1.300 per troy ounce is het edelmetaal nog niet zo ondergewaardeerd als aan het begin van deze eeuw, maar het verschil wordt steeds kleiner.

    Shadowstats

    Shadowstats houdt al jaren statistieken bij over de geldhoeveelheid, werkloosheid en de inflatie in de Verenigde Staten. Daarbij houdt hij vast aan traditionele rekenmethodes, zoals die in het verleden gebruikt werden voor de berekening van de officiële inflatiecijfers.

    Volgens John Williams geven de inflatiecijfers volgens de historische berekening een betere weerspiegeling van de werkelijkheid, omdat de overheid in haar rekenmethode voortdurend aanpassingen doorvoert die het inflatiecijfer beïnvloeden. Zo worden duurdere producten soms vervangen voor goedkopere varianten en wordt de weging van verschillende soorten goederen en diensten regelmatig aangepast op basis van het gemiddelde consumptiepatroon.

    Hoeveel inflatie is er?

    De officiële inflatie ligt dicht bij de 2% op jaarbasis, terwijl de rekenmethode die John Williams gebruikt de laatste jaren structureel een paar procenten hoger uitvalt en eerder 5% of 6% bedraagt. Welk cijfer de beste weerspiegeling geeft van de realiteit, daarover verschillen de meningen. Luxegoederen worden over het algemeen steeds goedkoper, terwijl levensmiddelen en woonlasten juist duurder worden. Afhankelijk van het persoonlijke consumptiepatroon kan dat cijfer dus hoger of lager uitvallen dan het gemiddelde.

    Passen we de inflatieberekening van John Williams toe op de goudprijs en de zilverprijs, dan zien we dat de prijzen van beide edelmetalen in historisch perspectief op dit moment relatief laag zijn. Vergelijken we de prijzen van nu met die van de vorige pieken in 2011 en 1980, dan zien we dat de edelmetalen toen eigenlijk veel meer koopkracht hadden dan nu.

  • Wie financiert de Amerikaanse schulden?

    Enige tijd geleden maakte de Amerikaanse president zijn belastingplannen voor de komende jaren bekend. Hij wil de economie verder stimuleren en dat zal tot gevolg hebben dat het begrotingstekort de komende jaren flink zal oplopen.

    De grote vraag is nu wie deze tekorten gaat financieren, want het is geen geheim meer dat de rest van de wereld niet meer zo happig is om geld uit te lenen aan de Amerikaanse overheid. China en Rusland breiden hun positie in Treasuries niet meer uit, terwijl ook andere landen per saldo weinig extra schuldpapier opkopen.

    De volgende grafiek laat zien dat de Amerikaanse tekorten steeds meer intern gefinancierd worden, namelijk door pensioenfondsen, verzekeraars en huishoudens. Een zorgelijke ontwikkeling, omdat de Verenigde Staten de afgelopen decennia zeer gemakkelijk haar tekorten kon laten financieren door andere landen.

  • World Gold Council: “China en India zijn belangrijkste goudmarkten”

    De goudprijs beweegt enige tijd in een zeer smalle bandbreedte en schommelt al meer dan een jaar rond de €35.000 per kilo. Wanneer je kijkt naar alle geopolitieke spanningen en het ruime monetaire beleid van centrale banken zou je misschien een hogere goudprijs verwachten, maar volgens John Reade van de World Gold Council is het koersverloop van de laatste maanden een goede weerspiegeling van de laatste ontwikkelingen in de goudmarkt.

    In een interview met Commodity TV zegt het hoofd van de onderzoeksafdeling van de World Gold Council dat het edelmetaal momenteel redelijk gewaardeerd is, wanneer je kijkt naar de wereldwijde vraag naar fysiek goud. Volgens Reade is de vraag naar goudbaren en munten nog steeds substantieel, maar niet zo groot als een paar jaar geleden, toen de goudprijs veel hoger stond.

    China en India

    Volgens John Reade zijn China en India inmiddels de belangrijkste afzetmarkten voor fysiek edelmetaal. Deze twee landen samen zijn goed voor de helft van de wereldwijde vraag. Hij merkt daarbij op dat vooral de Chinese markt bijzonder hard gegroeid is, van ongeveer 200 ton goud per jaar aan het begin van deze eeuw naar ongeveer 1.000 ton per jaar sinds 2013.

    Reade merkt verder op dat de goudprijs vooral wordt bepaald door de waarde van de Amerikaanse dollar en de reële rente in de Verenigde Staten, maar dat ook de economische groei in opkomende markten een belangrijke rol speelt. Een toename van het besteedbare inkomen in belangrijke afzetmarkten als China en India kan de komende jaren een positief effect hebben op de goudprijs.

    Goudmijnsector

    Volgens Reade zijn er voor de goudmijnsector nog meer dan genoeg kansen om nieuwe goudreserves aan te boren, maar zijn er de laatste jaren te weinig investeringen in de sector gedaan om de productie op de langere termijn op peil te houden. Dat betekent dat de wereldwijde productie over een jaar waarschijnlijk weer zal dalen. En die daling kan een lange tijd aanhouden als er niet meer nieuwe ontdekkingen worden gedaan.

  • ECB: ‘Italië geen bedreiging voor eurozone’

    ECB: ‘Italië geen bedreiging voor eurozone’

    Ondanks de grote volatiliteit op de financiële markten als gevolg van de politieke situatie in Italië is er geen sprake van een bedreiging voor de eurozone. Dat zei Vitas Vasiliauskas van de Algemene Raad van de ECB tegenover Reuters.

    De afgelopen weken was het door de ontwikkelingen in Italië erg onrustig op zowel de obligatiemarkt als de valutamarkt. De euro ging onderuit vanwege de eerdere geruchten over een mogelijk Italiaans vertrek uit de muntunie, terwijl de obligatiemarkt nerveus werd van de plannen om een deel van de staatsschuld weg te strepen.

    Rente Italië blijft hoog

    De nieuwe Italiaanse regering heeft deze extreme standpunten ingetrokken, maar daarmee is de rust nog niet teruggekeerd. Beleggers richten hun aandacht nu op de ECB, die sinds de laatste ontwikkelingen in Italië meer vaart lijkt te zetten achter het beëindigen van haar stimuleringsprogramma.

    Volgens Vasiliauskas vormt Italië geen bedreiging meer voor de Eurozone, nu het land weer een regering heeft. Dat wil overigens niet zeggen dat Italië nog steeds een enorm schuldenprobleem heeft, dat alleen maar groter zal worden als de rente weer gaat stijgen. En die is in korte tijd opgelopen tot meer dan drie procent, het hoogste niveau in vier jaar.

  • Wanneer stopt de ECB met stimuleren?

    Door de ontwikkelingen in Italië lijkt de ECB opeens meer haast te hebben met het afbouwen van opkoopprogramma. Het kan blijkbaar niet de bedoeling zijn dat landen de begrotingsregels overboord gooien, in de veronderstelling dat de centrale bank de tekorten zal blijven financieren. ECB-bestuurslid Sabine Lautenschläger liet onlangs namelijk nog doorschemeren dat de centrale bank mogelijk deze maand het definitieve besluit zal nemen over de beëindiging van het opkoopprogramma, een statement dat deze week nog eens door de hoofdeconoom van de centrale bank, Peter Praet, werd herhaald.

    Een recente peiling van Reuters onder meer dan tachtig economen wijst ook op een einde van het stimuleringsprogramma voor het einde van dit jaar. Nu de economie in de eurozone weer groeit en de inflatie mede door de stijging van de olieprijs weer oploopt heeft de centrale bank een extra excuus om te stoppen met het opkopen van staatsobligaties. De centrale bank koopt momenteel voor €30 miljard per maand aan staatsobligaties op. Daarnaast wordt de opbrengst van afgeloste leningen weer opnieuw geïnvesteerd, waardoor er nog steeds sprake is van een stijging van het balanstotaal.

    Centrale bank onder vuur

    De ECB heeft de laatste jaren veel kritiek gekregen op haar opkoopprogramma, vooral in de noordelijke eurolanden. Daar zorgt het monetaire beleid voor een extreem lage rente, waardoor er bubbels zijn ontstaan in vastgoed, aandelen en obligaties. Een ander kritiekpunt is dat het opkoopprogramma de druk bij overheden heeft weggenomen om hervormingen door te voeren en de begroting op orde te maken. De plannen van de nieuwe Italiaanse regering laten zien dat dit beleid niet zonder gevolgen blijft, want op den duur zullen politici hun kans grijpen om meer geld uit te geven dan er binnenkomt.

    Eerder deze week werd bekend dat de ECB in mei minder Italiaanse staatsobligaties had gekocht dan normaal. De centrale bank had overduidelijk de schijn tegen, want de Italiaanse regering beschuldigde de ECB meteen van politieke inmenging. Later bleek dat er op dat moment heel veel Duitse staatsleningen afliepen die doorgerold moesten worden. Deze opmerkelijke gang van zaken bewijst nogmaals dat de centrale bank met het opkopen van staatsschulden haar onafhankelijkheid op het spel heeft gezet.

  • Goldcorp: “Goudmijnsector nadert peak gold”

    Binnen de goudmijnsector horen we steeds meer geluiden dat peak gold nabij is, het moment waarop de wereldwijde productie van goudmijnen haar piek bereikt en een dalende trend zal inzetten. De reden daarvoor is dat er steeds minder nieuwe ontdekkingen worden gedaan, terwijl bestaande goudmijnen langzaam maar zeker uitgeput raken.

    Ook de directeur van Goldcorp, Ian Telfer, verwacht dat de wereldwijde goudproductie spoedig een maximum zal bereiken. Hij heeft al veertig jaar ervaring in de sector, maar heeft in die tijd nog niet eerder te maken gehad met het vooruitzicht van een dalende productie. In een interview met de Financial Post zei hij daar het volgende over:

    “Als ik je in één zin wat mag vertellen over de goudmijnsector, dan is het wel dat ik de productie van goudmijnen de afgelopen veertig jaar robuust heb zien stijgen. Nou, dit jaar of volgend jaar zal het gaan dalen, of het daalt nu al. We zitten al vlak bij peak gold.”

    Peak Gold

    Peak Gold is een term die steeds vaker genoemd wordt in de goudmijnsector, omdat er wereldwijd steeds minder nieuwe ondergrondse goudreserves gevonden worden. Er zit waarschijnlijk nog meer dan genoeg goud in de grond, maar de vraag is tegen welke kostprijs je het boven kunt halen. Bij de huidige kostprijs neemt het aanbod niet meer toe en verwacht men de komende jaren zelfs een afname in de productie.

    Door de daling van de goudprijs van een paar jaar geleden zijn beleggers wat terughoudender geworden om grote bedragen te investeren in exploratie, het proces van het in kaart brengen van nieuwe ondergrondse reserves. Tegelijkertijd moesten operationele mijnen bezuinigen op deze activiteiten om de kostprijs per troy ounce te drukken. Deze bezuinigingen hebben de mijnen efficiënter gemaakt voor de korte termijn, maar het gevolg is dat er over een paar jaar veel minder nieuwe goudbronnen aangeboord kunnen worden zodra de productie uit bestaande mijnen daalt.

    De grote goudmijnbedrijven als Goldcorp, Barrick Gold en Newmont Mining merken nu al dat ze moeite hebben om oude productierecords te verbreken. Dankzij nieuwe exploratie- en mijnbouwtechnieken worden mijnen met een lagere kwaliteit erts rendabel, maar bij een goudprijs van $1.300 per troy ounce die vooral zijwaarts beweegt is het voor de mijnbouwsector en voor beleggers risicovol om grote investeringen te doen.

    Steeds minder nieuwe ontdekkingen in de goudmijnsector (Bron: World Gold Council)

    Wordt goud schaars?

    Het is een misverstand dat goud schaarser wordt op het moment dat de productie van goudmijnen daalt. Feit is dat de totale bovengrondse goudvoorraad ieder jaar toeneemt met datgene wat de mijnen in dat jaar uit de grond halen. Volgens de World Gold Council is ongeveer tweederde van de totale bovengrondse goudvoorraad van circa 190.000 ton opgegraven na 1950.

    Eigenlijk is goud de afgelopen decennia steeds minder schaars geworden, maar door de groei van de wereldbevolking en de toename van de geldhoeveelheid is de goudprijs explosief gestegen. Betaalde je in 1950 een bedrag van $35 voor een troy ounce goud, vandaag de dag is dat ongeveer $1.300. Dat is omgerekend een gemiddeld rendement van bijna 5,5% op jaarbasis, en dat in een tijd waarin de totale hoeveelheid bovengronds goud drie keer zo groot werd!

    Toekomst goudmijnsector

    Dat het voor goudmijnen steeds moeilijker wordt om nieuwe reserves te vinden wil niet zeggen dat de sector in de problemen zit. Zo lang er uit verschillende hoeken (beleggers, centrale banken, huishoudens) veel vraag blijft naar het edelmetaal zal zich uiteindelijk moeten vertalen naar een hogere goudkoers. Neemt het aanbod van ‘nieuw’ goud af, dan heeft dat een prijsopdrijvend effect op al het goud in de wereld. Een stijgende prijs zal ook weer nieuwe investeerders aantrekken in de mijnbouwsector, waardoor er meer budget beschikbaar komt om nieuwe ontdekkingen te doen.

    Volgens de topman van Goldcorp liggen er ook nog genoeg kansen in de geografisch meer afgelegen gebieden en in de landen met een minder stabiel politiek klimaat. Dergelijke projecten hebben uiteraard een hoger risico, maar kunnen beleggers belonen met een aantrekkelijk rendement.

  • Poetin: ‘Europa heeft importheffingen aan zichzelf te wijten’

    Europa heeft de economische sancties uit de Verenigde Staten voor een belangrijk deel aan zichzelf te wijten. Dat zei de Russische president Poetin in zijn jaarlijkse vraag en antwoord sessie met het publiek. Hij refereerde aan zijn toespraak voor de Veiligheidsconferentie van München in 2007, waarin hij waarschuwde voor de negatieve effecten van een wereld die gedomineerd wordt door de wil van één supermacht.

    Volgens Poetin laten deze nieuwe importheffingen op staal en aluminium zien dat het tijd is om wereldwijd nieuwe afspraken en gedragsregels te maken met betrekking tot internationale handel en veiligheidsvraagstukken, om te voorkomen dat er meer van dit soort economische sancties volgen.

    Andrei Kondrashov: U noemde de terugtrekking van de Verenigde Staten van het ABM-verdrag inzake de verdediging tegen ballistische raketten. Weet je nog dat je in 2007 voor het eerst de aandacht van het publiek vroeg in München? U zei toen dat de Verenigde Staten hun nationale wetgeving naar andere landen verspreidden, wat erg gevaarlijk is. Het thema van je toespraak was toen een multipolaire versus een unipolaire wereld.

    Jaren zijn verstreken. Niemand luisterde naar wat u toen zei. En nu worden de EU en Canada geconfronteerd met een handelsoorlog met de Verenigde Staten. De bondskanselier van Duitsland en de president van Frankrijk hebben onlangs Rusland bezocht. Natuurlijk zeggen ze dit niet in het openbaar, maar suggereren ze achter gesloten deuren dat het tijd is om de sancties tegen Rusland op te heffen? Of wachten ze nog steeds op toestemming van Washington?

    Vladimir Poetin: Dit gaat niet alleen over onze één-op-één gesprekken, hoewel ze een aanzienlijk deel uitmaken van het onderhandelingsproces met de leiders van Frankrijk, Duitsland, met onze Oostenrijkse vrienden – ik ben net in Oostenrijk geweest – en vertegenwoordigers van vele andere Europese landen, om nog maar te zwijgen van Azië. Ze zeggen het niet alleen in mijn oor, ze zeggen het al publiekelijk.

    Een minister van de Franse regering heeft onlangs publiekelijk gezegd dat de VS niet de toestemming mag krijgen om de economische politieagent van de wereld te worden. Hij zei het publiekelijk. De voormalige Duitse minister van Financiën heeft enkele maanden geleden publiekelijk gezegd dat de Bondsrepubliek sinds 1945 nooit een soevereine staat is geweest in de volledige betekenis van het woord.

    Iedereen ziet natuurlijk wat er aan de hand is. Maar blijkbaar dachten onze partners dat ze nooit zouden worden getroffen door dit contraproductieve beleid met beperkingen en sancties. Nu zien we wat er aan de hand is, omdat de introductie van importheffingen niet alleen op staal uit Europa, maar ook uit Canada en Mexico geld.

    Dit zijn in feite sancties. Alleen de gebruikte woorden zijn verschillend, maar in werkelijkheid is dit het geval. Waar worden ze voor gestraft? Hebben ze ‘de Krim geannexeerd’, zoals veel van onze partners zeggen? Nee. Dit heeft te maken met de pragmatische nationale belangen van de Verenigde Staten, zoals het huidige leiderschap ze ziet.

    En dat brengt ons terug naar wat ik eerder al heb gezegd, namelijk de noodzaak om gemeenschappelijke, uniform begrepen en stevige gedragsregels uit te werken op het gebied van veiligheid en op het gebied van economische interactie. Het bewustzijn van dit proces is er natuurlijk.

    Toen ik in 2007 in München mijn standpunten uiteenzette, die in de jaren daarna vaak weer werden aangehaald, kreeg ik de boosheid van veel van mijn collega’s over me heen die zeiden dat het te zwaar en ongepast was. Maar waar had ik het over? Ik zei dat de Verenigde Staten haar regels buiten haar nationale grenzen verspreidde en dat dit onaanvaardbaar was.

    Dit is precies wat er vandaag gebeurt, alleen gebeurt het met onze Europese en andere partners. Waarom gebeurt het? Omdat niemand, zoals ik al zei, bereid was om te luisteren en niemand iets deed om deze trend tegen te houden. En zo ging het.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines