Tag: crisis

  • Nederland is het zwakke jongetje van de klas

    Woensdag 14 augustus zal in de annalen van de geschiedenis van de eurozone waarschijnlijk opgenomen worden als een dag van historisch belang. Wellicht zal het de dag blijken te zijn, waarop de eurozone zich opmaakte om definitief afscheid te nemen van de langste economische crisis sinds de Grote Recessie van de jaren Dertig van de vorige eeuw.

    Belangrijke landen als vooral Duitsland en in mindere mate Frankrijk presenteerden met 0,7% en 0,5% beter dan verwachte groeicijfers over het tweede kwartaal van 2013. De beste prestatie kwam echter op naam van Portugal. Dat mag absoluut een verassing heten. Dat de slechtste prestatie op naam van Cyprus staat, zal eigenlijk niemand verbazen. Maar dat Nederland op de voorlaatste plaats eindigt, mag zonder meer als een klap omschreven worden.

    Krimp

    De cijferregen van het Centraal Bureau voor de Statistiek van woensdag loog er niet om. De centrale boodschap was, dat Nederland nog steeds in een recessie zit. De economie is in het tweede kwartaal van 2013 met 0,2 procent gekrompen ten opzichte van het vorige kwartaal. Dat is het vierde opeenvolgende kwartaal met krimp. Enigszins troostend, wilde de woordvoerder van het CBS nadrukkelijk stellen, dat de krimp kleiner geworden is. Hij vergat er echter bij te zeggen, dat dit de derde periode van krimp is in minder dan vijf jaar tijd. Het erge is, dat de recessie nu slachtoffers maaktt in de volle breedte van de economie. Niets en niemand lijkt gespaard te worden.

    Consumptie

    De diepere oorzaak van de krimp zit voornamelijk in het binnenland. Met de consumptie gaat het nog niet goed. Die blijft maar dalen. Over juni noteerde de detailhandel een daling van 4% van de omzet. Sinds het tweede kwartaal van 2012 is de omzet permanent gedaald en het lijkt erop alsof aan die daling niet spoedig een einde komt.

    Politici en beleidsmakers breken zich het hoofd hoe de consument tot meer uitgaven te verleiden. Dat is echter geen gemakkelijke opgave. Sedert het uitbreken van de crisis in 2008 is het gemiddelde loon in Nederland met 6,2% gedaald. Dat is na Griekenland de grootste loondaling in heel de eurozone. Dat is geen gezonde basis voor het opvoeren van bestedingen. Dat is een oorzaak, waar politici gemakshalve over heen kijken, maar waarvan de burger en consument dagelijks de nadelige gevolgen van ondervindt. En dus houden hij en zij de hand strak op de knip. Dat betekent, dat ze niet alleen minder naar de winkel gaan, maar overal op beknibbelen waar mogelijk.

    Ook dat is terug te zien in de cijfers van het CBS. Huishoudens gaven in het tweede kwartaal 2,4 procent minder uit aan goederen en diensten. Daarmee krimpt de consumptie nu al ruim twee jaar.

    Grootste banenverlies

    Maar er was meer slecht nieuws, nog veel meer. Het CBS moest ook vaststellen, dat de arbeidsmarkt maar blijft verslechteren. De werkgelegenheid in Nederland is in het tweede kwartaal met maar liefst 147.000 banen gekrompen. Dat is de sterkste daling sinds het begin van de metingen in 1995. De daling deed zich voor in alle bedrijfstakken. De meeste banen gingen verloren in de bouw en de zakelijke dienstverlening.

    Het grote verlies aan banen gaat gepaard met een snelle groei van de werkloosheid. Die is in juli opgelopen tot 8,7 procent van de beroepsbevolking. Het CBS telde vorige maand in totaal 694.000 werklozen. Dat waren er weer 19.000 meer dan een maand eerder. In juni van dit jaar stond de werkloosheid in Nederland nog op 8,5 procent. In juli vorig jaar had 6,5 procent van de beroepsbevolking geen betaalde baan. De werkloosheid loopt al sinds juli 2011 vrijwel onafgebroken op en de groei lijkt vooralsnog te versnellen. De groei maakt ook voorspellingen van het Centraal Planbureau (CPB) waardeloos. Die ging uit van 670 000 werklozen in 2014. Natuurlijk is het niet vreemd, dat onder genoemde omstandigheden het aantal vacatures gestaag blijft dalen. Onheilspellend is echter, dat de daling volledig voor rekening van het particuliere bedrijfsleven komt. Daar moeten uiteindelijk de nieuwe banen geschapen worden.

    Hiermee was wat het CBS betreft de gifbeker nog niet leeg. Want het bureau wist ook nog te melden, dat de ontwikkeling van de export zeer te wensen overlaat. Over het tweede kwartaal liet die een krimp zien van 0,3%. En ten slotte, daalde ook nog het niveau van de investeringen. Dat kon er nog wel bij!

    Voorspelbaar

    Leden van het kabinet ventileerden na al dit slechte nieuws hun voorspelbare opinies. Het viel niet te ontkennen dat de cijfers slecht waren, maar Nederland moet maar voor het vijfde jaar op rij door de zure appel heen bijten. Als het tekort eenmaal tot onder 3% is terug gebracht wordt alles vanzelf beter. Nederland komt sterker uit de crisis heet het dan parmantig. Diezelfde regering gaat echter onverdroten verder met het verzwaren van de lasten. De befaamde € 6 miljard aan extra bezuinigingen moeten in 2014 kost wat kost behaald worden. Dat de bezuinigingsdrift niet helpt, lijkt niet ter zake te doen. Volgens het CPB zal het tekort in 2014 uitkomen op 3,9%.

    Nederland wordt zodoende steeds meer het zwakke jongetje van de klas! Hoe dat komt? Misschien heeft de winnaar van de Nobelprijs voor economie, de Amerikaan Paul Krugman, het juiste antwoord. In een van zijn laatste columns kwam hij tot de conclusie, dat in Nederland in grote harmonie alleen maar de verkeerde dingen gedaan worden. Het is om het schaamrood op de kaken te krijgen.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

    Crisis in Nederland

  • Grafiek: Vier jaar van economisch herstel in de VS

    Zonder verder commentaar plaatsen we deze grafiek van vier jaar economisch herstel in de VS onder leiding van president Obama.

    Vier jaar economisch herstel
    Vier jaar economisch herstel (Bron: @Not_Jim_Cramer)

  • Europa sust zichzelf weer in slaap

    Het is weer augustus en de meeste beleidsmakers van enig gewicht vertoeven weer aan zonnige stranden om bij te komen van weer een rumoerig jaar. Maar dit jaar is het anders. Er lijkt een nieuwe wind opgestoken, de wind van herstel. De Europese economie laat weer sporen van groei zien na bijna 2 jaar van krimp. Volgens president van Rompuy is de rust nu definitief terug gekeerd in Europa. De dreiging van versnippering en uiteenvallen lijkt bezworen! Dat is geen grootspraak gelet op rust op de financiële markten. De rente is laag, de euro is sterk en de aandelenkoersen stijgen.

    Hindernissen
    Maar schijn bedriegt. Beleidsmakers wachten ook na augustus talloze problemen en hindernissen op weg naar duurzaam herstel. Sterker nog, eigenlijk vragen die problemen om zonder veel uitstel aangepakt te worden. De urgentie daarvan was en is hoog. Het gaat de komende tijd niet om het oplossen van problemen op macroniveau, maar veel meer op microniveau. Het gaat om problemen die het leven van dag tot dag in de eurozone zeer negatief beïnvloeden en die daarom verstrekkende consequenties kunnen hebben voor de Europese samenleving.

    Uitzichtloos
    De wijd verbreide werkloosheid in de Eurozone (12%) vraagt dringend om een nieuwe aanpak. De stijging ervan is nog steeds niet in een daling omgeslagen. De jeugdwerkloosheid is met een Europees gemiddelde van 24% niets minder dan een toekomstige sociale tijdbom.

    In het verlengde van de werkloosheid groeit de onvrede met het eindeloze beleid van aanpassen en nog eens aanpassen. Eindeloze bezuinigingen hebben zeker van de langdurig werklozen grote offers gevraagd, maar een verbetering van hun lot is nog steeds niet in zicht. Vroeg of laat moet de huidige uitzichtloosheid om slaan in een diepe verbittering die op zijn beurt gemakkelijk kan uitmonden in heftige sociale onrust. Recente bijna crises in Griekenland en Portugal kunnen een voorafschaduwing zijn van wat Europa de komende maanden tot jaren nog te wachten kan staan. De geloofwaardigheid van het Europees democratisch bestel staat op het spel, niet meer en niet minder.

    Weerzin
    Van een heel andere orde is de groeiende tegenstelling tussen Noord en Zuid. De kloof tussen beide regio’s van Europa wordt steeds dieper en breder. In het Noorden groeit de weerzin om de rekening voor de gaten in de begrotingen van het Zuiden te betalen.

    Het uitblijven van enige vorm van verbetering en succes is hier vooral debet aan. Het is nog maar zeer de vraag of politici die graag herverkozen willen worden, in staat zijn aan deze druk weerstand te bieden. Als crediteurenlanden niet langer bereid of in staat zijn om hun financiële steun goed te coördineren, dan staat de zuidelijke landen nog veel meer onheil te wachten. Het zal de kloof alleen maar breder en dieper maken.

    Thema
    Het laatste thema, dat dringend om aandacht vraagt van beleidsmakers, is dat van de kredietverlening aan de private sector. Inderdaad is Europa erin geslaagd rust te brengen op het rentefront en op de obligatiemarkten. Maar dat heeft een prijs.

    Europese beleidsmakers zijn druk doende banken terug in hun hok te jagen. Zij, de banken, moeten hun vermogen versterken en hun balansen verkorten. Dat betekent voor veel banken, dat ze onderdelen moeten verkopen om hun vermogen te versterken. Dat heeft wel als nadeel, dat er minder en minder krediet voor handen is voor het MKB, de motor van de economische groei en voor het scheppen van nieuwe banen.

    Kortom, Europa kan zich nog steeds absoluut niet veroorloven om weg te soezen aan het strand. De groeimachines voor nu en later sputteren op zijn best. Zonder de benodigde aandacht zullen ze niet aanslaan en zal de huidige, weinig aantrekkelijke situatie van te lage groei alsmaar blijven voortbestaan. Enige hulp van buitenaf is niet te verwachten. Zelfs de Chinese motor begint steeds nadrukkelijker te sputteren en die van de VS bromt evenmin geruststellend. Europa zal zich grotendeels op eigen kracht aan de malaise moeten ontworstelen, maar de tijd begint op te raken. Er is de afgelopen jaren teveel onopgelost blijven liggen!

    Cor Wijtvliet,

    Bron:

    Mohammed A El-Erian, Europe’s fake normal. Project-syndicate, August 5 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Een op vijf verkoopt woning om te kunnen huren

    Een op de vijf Nederlanders die hun huis te koop hebben staan zullen bij verkoop niet meer op zoek gaan naar een andere woning. In plaats daarvan willen ze een huurwoning betrekken, zo schrijft NUgeld. Nog eens 18% van de mensen die hun woning momenteel te koop hebben staan weet nog niet zeker of ze weer een andere koopwoning zullen nemen. Dat blijkt uit een onderzoek van makelaarstijdschrift ‘Vastgoed’ en de website kijkmijnhuis.nl.

    Het is de zoveelste aanwijzing dat de huizenmarkt in Nederland niet op gang komt met alleen wat impulsieve stimuleringsmaatregelen en zalvende woorden van hoogleraren en makelaars. De belangrijkste reden die verkopers aangeven om toch weer te gaan huren is de vrijheid (29%). Onzekerheid over de economische situatie speelt voor 18% van de respondenten een rol. Een kwart zegt te huren omdat ze simpelweg niet bij de bank in aanmerking kunnen komen voor een hypotheek. De ontwikkeling van de huizenprijzen houdt slechts 12% van de ondervraagden tegen om een koopwoning te betrekken, terwijl onzekerheid over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek voor 6% van de kopers een doorslaggevende rol zal spelen.

    Huren populair

    Steeds meer Nederlanders besluiten te gaan huren. Onderstaande grafiek van het blog ‘Woningmarktcijfers‘ laat zien dat de belangstelling voor huren tenminste de afgelopen 18 jaar niet meer zo groot is geweest als nu. Ook daalt het aantal verstrekte bouwvergunningen voor koopwoningen de laatste tijd veel harder dan het aantal vergunningen voor huurwoningen. Zie de website van het CBS voor de volledige toelichting en een grafiek.

    Huren steeds populairder
    Huren steeds populairder (Bron: Woningmarktcijfers)

  • Veel Amerikanen werken onder minimumloon van 1968

    Een groot gedeelte van de Amerikaanse beroepsbevolking verdient vandaag de dag minder dan het minimumloon van 1968. Maar liefst 40% van de werkende Amerikanen heeft een salaris beneden het minimumloon van een fulltime baan uit 1968. Destijds was het minimumloon $1,60 per uur, wat vandaag de dag na correctie voor inflatie (zie deze calculator van de BLS) vergelijkbaar is met een uurloon van $10,74. Omgerekend naar een fulltime baan van 40 uur (met aftrek van twee weken vakantie) geeft dat een inkomen van $21.480.

    Dat is niet veel geld, als je bedenkt dat de huurprijzen in de VS naar recordhoogte gestegen zijn. De mediaan ligt vandaag de dag op $735 per maand. Tel er de meest basale kosten voor levensonderhoud en de verzekeringen bij op en er blijft met een minimumloon van $21.480 per jaar niet veel geld over. Toch is dat een situatie waar veel Amerikanen zich in bevinden. Uit deze tabel van de Social Security blijkt dat 40,28% van werkend Amerika vandaag de dag moet rondkomen van minder dan $20.000 per jaar. Dat is beneden het minimumloon voor een fulltime baan uit 1968. En dat hebben we nog niet eens de officiële inflatie ter discussie gesteld, een cijfer dat volgens velen niet meer correspondeert met de dagelijkse realiteit.

    Economie op halve snelheid

    Uiteraard zitten er in deze groep ook mensen met een parttime baan, die te weinig uren maken om boven de $20.000 per jaar uit te komen. Maar kiezen Amerikanen vrijwillig of gedwongen voor een parttime baan? Zero Hedge bracht onlangs naar buiten dat 77% van alle 953.000 nieuwe banen dit jaar parttime zijn. En die nieuwe banen blijken over het algemeen ook steeds minder geld op te leveren. Het mag duidelijk zijn dat de Amerikaanse arbeidsmarkt nog steeds niet hersteld is van de economische crisis.

    Bron: Economic Collapse Blog

    Homeless-Bill-Needs-Rich-Woman-Photo-By-Josh-SwieringaAmerika verkeert nog steeds in een diepe crisis

  • Pimco verkoopt Nederlandse staatsobligaties!

    Obligatiebelegger Pimco verkoopt haar positie in Nederlandse staatsobligaties, omdat ze verwacht dat de rente op Nederlands schuldpapier verder zal oplopen. Sinds eind 2012 is het verschil in rente tussen Nederlands en Duits staatspapier, de zogeheten spread, opgelopen van 18 naar 39 basispunten. Beleggers prijzen extra risico in voor Nederland, vanwege de problemen op de arbeidsmarkt en de huizenmarkt. De werkloosheid staat op het hoogste niveau in twee decennia en de huizenprijzen blijven maar dalen. Vooral dat laatste zorgt voor onzekerheid, omdat Nederland in verhouding tot de economie een zeer grote bankensector heeft.

    Ben Emons, portfoliomanager bij Pimco, heeft de snel stijgende rente op de Nederlandse staatsobligaties ook waargenomen:

    “Het is duidelijk dat er een hogere risicopremie wordt toegekend aan Nederland. De rente kan zelfs stijgen tot het niveau van Frankrijk, indien Nederland een afwaardering krijgen van kredietbeoordelaars en de economie krimpt”

    De spread tussen de Nederlandse en de Franse rente voor 10-jaars schuldpapier is gezakt naar 16 basispunten. Eind vorig jaar was dat verschil nog drie keer zo groot, namelijk 50 basispunten. Op het moment van schrijven betaalt de Nederlandse overheid 2,03% voor een obligatielening met een looptijd van 10 jaar.

    Politieke impasse

    Het Duitse Handelsblatt schrijft dat ook de politieke impasse in Nederland een rol speelt. “De coalitie wil bezuinigen om aan de Europese normen te voldoen, maar er is een risico dat ze het niet eens zullen worden en dat er halfbakken maatregelen uit komen”, zo verklaarde strateeg Jan van Gerich van Nordea Bank uit Helsinki. Het is duidelijk dat er maatregelen genomen moeten worden om Nederland economisch weer op de rails te krijgen, maar dat blijkt dus niet zo eenvoudig. Vooral de hoge hypotheekschuld staat een snel herstel van de Nederlandse economie in de weg.

    Kredietbeoordelaars unaniem

    Pimco verlaat de Nederlandse obligatiemarkt uit angst voor nog meer slecht economisch nieuws uit de polder. Op 5 februari verlaagde Fitch de outlook voor Nederland van ‘stabiel’ naar ‘negatief’. Moody’s deed hetzelfde al een jaar geleden, op 12 juli 2012. Standard & Poor’s zag de bui al iets langer hangen, want zij verlaagden de outlook begin vorig jaar al naar ‘negatief’.

    pimco

  • Europa zal nooit meer worden zoals het was

    Afgelopen weken druppelden er onverwacht goede berichten over de economie in de Eurozone naar buiten. Het beste nieuws kwam van de Market Index voor Inkoopmanagers in de industrie. Voor het eerst sinds januari 2012 eindigde deze index boven het niveau van 50 punten (50,1). Dat betekent dat de industrie niet langer krimpt, maar het groeipad heeft betreden.

    Groene twijgen

    Er zijn meer ‘groene twijgen’ van herstel. In Ierland gaan de huizenprijzen weer voorzichtig omhoog. In brede kringen is de vrees weggeëbd, dat de eurozone uiteen zal vallen. Dat alles wijst erop, dat het einde van de crisis binnen handbereik is. Maar wil dat ook zeggen, dat alles weer wordt zoals het was in Europa? Dat lijkt niet waarschijnlijk. Ook in de nabije toekomst zal de eurozone zijn equivalenten van de Amerikaanse stad Detroit voortbrengen. Het grote verschil met het nabije verleden is, dat dat Europeanen pijn gaat doen, maar niet langer de structuur van de hele zone in gevaar gaat brengen.

    Kredietkosten

    Die aanmerkelijke kans op Europese Detroits heeft echter consequenties. Tot de crisis van 2009 convergeerden de leenkosten en de daarmee samenhangende rente in de zone. Iedere lidstaat werd geacht ongeveer hetzelfde kredietrisico te bezitten. Van die convergentie is nu weinig meer over. Voor landen met grote problemen zijn de kosten voor krediet geëxplodeerd. Voor een land als Duitsland zijn ze in de loop der jaren alleen maar gedaald. Het is maar de vraag of die kosten voor lidstaten weer naar elkaar toe gaan kruipen. Daar mag je twijfels over koesteren. Want niet alleen de kredietkosten zijn scherp gaan divergeren, ook op andere terreinen zie je een diepe kloof groeien. Neem de arbeidsmarkt. In Duitsland zijn er gemiddeld twee werkzoekenden voor elke vacature, in Portugal zijn er dat 89 en in Spanje 71. De enige snelle manier om deze onbalans aan te pakken is arbeidsmigratie op grote schaal van het ene naar het andere land. In de VS is arbeidsmigratie heel normaal, maar nog lang niet in Europa. Slechts 3% – 4% van de Europese beroepsbevolking werkt buiten de eigen landsgrenzen.

    Verschillen

    De hoge werkloosheid in sommige landen, de hoge kredietkosten en de waslijst aan eisen voor hervorming en bezuinigingen hebben economisch desastreuze effecten gehad. Een land als Griekenland zag in 2011 zijn economie met maar liefst 7,2% krimpen, terwijl Duitsland een groei van 3% genoot. Dat zijn extreme verschillen, die niet snel kleiner zullen worden. Door de recessie en de crisis is de zogeheten output gap, dat deel van de productiecapaciteit van een land dat niet gebruikt wordt, in de crisislanden alleen maar groter geworden. Dat verschil poets je niet zomaar weg als de crisis ten einde is gelopen. Dat zal zeker niet het geval zijn als de kosten voor krediet in de zogeheten zwakke landen hoger blijven dan in Duitsland, waar ze extreem laag zijn. Bij het broodnodige herstel in de eurozone zal vooral Duitsland profiteren en de overige lidstaten voorlopig verder op afstand zetten. Van enige convergentie zal geen sprake meer kunnen zijn.

    Nederland

    In het nog niet zo verre verleden profiteerde Nederland optimaal van een herstel in Duitsland. Onze grote buur was en is met ongeveer 25% de grootste exportmarkt voor Nederland. Als het in Duitsland regent, dan druppelt het in ieder geval in Nederland. Maar is dat nog steeds zo? Er is reden voor ernstige twijfel. Dankzij het bijwageneffect geniet Nederland ook een hele lage rente, maar veel verder reikt ons voordeel niet. Onze huizenmarkt zit stevig op slot en de prijsdalingen zijn alleen nog forser in Spanje. Het consumentenvertrouwen is op een niveau van de landen in de periferie en de consumptie is terug op het niveau van 1997. Bedenk ook, dat het aantal faillissementen hoger is dan ooit en iedereen begrijpt dat de werkloosheid alleen nog maar kan stijgen.

    Nederland is eigenlijk de uitzondering op de regel in de eurozone. Ons land ziet nergens een begin van herstel. Dat komt er voorlopig ook niet, want de overheid is van mening dat tekortreductie belangrijker is dan het economisch herstel. Daar kan een welvarend en bloeiend Duitsland weinig aan veranderen.

    Cor Wijtvliet

     

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Jim Rogers: “Voedselprijzen zullen stijgen”

    Niet alleen Marc Faber is somber over de toekomst, ook Jim Rogers verwacht dat we nog veel ellende gaan meemaken. Voor het eerst in de geschiedenis voeren alle grote centrale banken in de wereld een bijzonder ruim monetair beleid met uitzonderlijk lage rentes. “De hele wereld probeert de waarde van valuta te ondermijnen, waardoor er grote verstoring is gekomen tussen de economische werkelijkheid en de waarde van bezittingen”, aldus Rogers. Hij zegt dat aandelenmarkten wereldwijd recordniveaus bereiken, maar dat dat allemaal te danken is aan de geldpers.

    Volgens Jim Rogers is dat een onhoudbare situatie die op een dag zal eindigen. Daar moeten we allemaal waakzaam op zijn. Hij raad beleggers aan alleen te investeren in dingen die ze echt goed begrijpen en niet zomaar het advies van andere beleggers of experts over te nemen.

    Landbouw

    Jim Rogers ziet veel kansen in landbouw, omdat de wereldpopulatie blijft groeien en omdat er wereldwijd een groeiende middenklasse is die meer kan besteden aan voeding. Tegelijkertijd vergrijst de populatie die werkzaam is in de landbouw. Als die generatie met pensioen gaat moet er een nieuwe generatie van boeren opstaan. Dertig jaar lang viel er steeds minder te verdienen aan landbouw, maar dat gaat volgens Jim Rogers veranderen. Hij denkt dat boeren in de toekomst een goed belegde boterham zullen verdienen. “De boeren zullen in Lamborghini’s rondrijden”, aldus Rogers.

    [vsw id=”zDASffPOekI” source=”youtube” width=”560″ height=”315″ autoplay=”no”]

  • ‘Vier op de vijf Amerikanen bekend met armoede’

    Vier op de vijf volwassen Amerikanen zegt wel eens een periode in armoede te hebben geleefd. Dat blijkt uit een onderzoek van Associated Press (AP) onder een doorsnede van de Amerikaanse bevolking. De onderzoekers concluderen dat de VS, als gevolg van de economische globalisering, veel goedbetaalde banen in de industrie is kwijtgeraakt. Mede daardoor is de inkomensongelijkheid toegenomen.

    Vooral onder de blanke Amerikanen wordt de economische crisis steeds meer gevoeld, zo concluderen onderzoekers van de Washington University. Het pessimisme onder deze groep ten aanzien van de economische vooruitzichten is sinds 1987 niet meer zo groot geweest als nu. Uit de laatste peiling van AP-GfK kwam naar voren dat 63% van de blanke Amerikanen de economische situatie slecht noemt.

    AP geeft het voorbeeld van een Amerikaanse vrouw die wat bijverdient met een groente- en fruitwagen. Het levert haar maar weinig geld op, want ze is nog steeds voor het grootste gedeelte van haar in komen afhankelijk van een uitkering. Ze zegt dat er maar weinig banen te vinden zijn en dat deze ook niet veel inkomsten opleveren.

    Allemaal even arm

    Dat de economische crisis ook steeds meer blanke Amerikanen treft blijkt ook uit de cijfers. Hoewel de armoede onder etnische minderheden nog steeds relatief groot is wordt het verschil met de blanke Amerikanen steeds kleiner. Sinds 1970 is het verschil in welvaart tussen deze twee groepen substantieel verslechterd. Uit de cijfers blijkt dat 76% van de blanke Amerikanen ergens in hun werkende leven ‘economische onzekerheid’ hebben gekend. Economische onzekerheid wordt beschreven als een periode van minstens één jaar waarin men [1] afhankelijk is geweest van een uitkering of voedselbonnen, of [2] een inkomen had lager op 150% of minder van de armoedegrens of [3] een periode werkloos is geweest. Voor de totale Amerikaanse bevolking ligt dit percentage op 79%. Meer dan 19 miljoen blanke Amerikanen vallen onder de armoedegrens van $23.021 per jaar voor een gezin van vier.

    De kans om in armoede te belanden is substantieel toegenomen, zo blijkt uit het onderzoek van AP. Tussen 1969-1989 had de leeftijdscategorie van 35 tot 55 jaar een kans van 17% om een fase van armoede mee te maken. Voor de periode van 1989-2009 is dat toegenomen tot 23%. Voor Amerikanen in de leeftijdscategorie 45 tot 55 jaar is de kans op armoede gestegen van 11,8 (1969-1989) naar 17,7 (1989-2009) procent.

    Dat de armoede in Amerika toeneemt is een zorgelijke ontwikkeling. Voorheen was de armoede onder blanke Amerikanen relatief klein, maar de crisis maakt inmiddels geen onderscheid meer. AP schrijft dat er voor het eerst sinds 1975 meer blanke dan zwarte alleenstaande moeders onder de armoedegrens leven. De armoede in gezinnen en woonwijken heeft een negatieve invloed op de jongste generatie. De kans dat ze op jonge leeftijd school verlaten of kinderen krijgen wordt steeds groter, zo concluderen de onderzoekers.

    Economische onzekerheid Amerikanen neemt toeKans op een periode van economische onzekerheid groeit met leeftijd, aldus het AP

  • Crisis in Nederland op voorpagina in de VS

    De crisis in Nederland is ook voorpaginanieuws geworden in de VS. Konden wij in 2008 nog met de vinger wijzen naar de wantoestanden aan de andere kant van de oceaan, nu kaatst de bal net zo hard terug. De Wall Street Journal opende vandaag met een artikel over de economische crisis in Nederland. Veel van de pijnpunten worden genoemd, zoals een dalend consumentenvertrouwen, de afname in consumentenbestedingen en de sterke toename van het aantal faillissementen. Op de vervolgpagina komen ook de stijgende werkloosheid en de problemen op de huizenmarkt uitgebreid aan bod.


    Nederland, dat nog steeds als één van de weinige landen een Triple-A status heeft, kent een aantal zwakke plekken in de economie. De private schuld ten opzichte van het inkomen is hier in vergelijking met andere landen bijzonder hoog. Ook kent ons land in verhouding tot het BBP een zeer grote bankensector, waardoor we kwetsbaar zijn voor een grote bankencrisis.

    De Wall Street Journal beschrijft de lastige taak van de regering Rutte. De regering wil extra bezuinigen om het tekort onder de 3% te houden, maar dat gaat gepaard met het verlies van banen en lagere overheidsinvesteringen.

    Wall Street Journal over de crisis in Nederland
    Wall Street Journal over de crisis in Nederland (via Telegraaf.nl)
  • Infographic: Hoe Amerika in 70 jaar veranderde

    Het Amerikaanse Bureau voor de Statistiek dook in het archief en zette een aantal statistieken van de Amerikaanse bevolking uit 1940 naast die van 2010. Het levert de volgende interessante infographic op (via Ritholtz).

    then-and-now-infographic
    Infographic van Amerika in 1940 en 2010 (Bron: Census.gov)