Tag: stimulering

  • Bank of Japan zet QE in hogere versnelling

    De centrale bank van Japan zet de spreekwoordelijke geldpers in een hogere versnelling, zo schrijft het Russische persbureau RIA Novosti. Het bedrag waarvoor de Bank of Japan schuldpapier uit de markt haalt zal jaarlijks verhoogd worden met 60 tot 70 biljoen yen, omgerekend $550 tot $645 miljard per jaar. De centrale bank kocht op jaarbasis al ¥50 biljoen aan staatsobligaties, ¥30 miljard aan hypotheekschulden en ¥1 biljoen aan exchange traded funds (ETF’s).

    De uitbreiding van het stimuleringsprogramma met nog eens ¥60 tot ¥70 biljoen moet de Japanse economie een impuls geven. De rente in Japan is al uitzonderlijk laag, maar de consumentenbestedingen zijn nog niet op het gewenste niveau gekomen. De Japanse regering verhoogde eerder dit jaar de belasting op consumptie. Het is de vraag wat de aankoop van meer schuldpapier oplevert. Waarschijnlijk zal de langlopende rente verder dalen en zal de waarde van de munt verder onder druk komen te staan. Dat laatste geeft exporterende bedrijven een concurrentievoordeel ten opzichte van het buitenland.

    bankofjapan

    Bank of Japan schroeft monetaire stimulering op

  • ECB lanceert TLTRO, wat is het?

    De ECB verlaagde gisteren niet alleen de rente naar een ongekend laag niveau, ook kondigde ze een nieuw stimuleringsprogramma genaamd Targeted Long Term Refinancing Operation (TLTRO) aan. Dit nieuwe stimuleringsprogramma is in feite een light versie van de twee LTRO rondes die eind 2011 en begin 2012 gelanceerd werden door de Europese Centrale Bank. Voordat we dieper ingaan op het nieuwe TLTRO programma blikken we eerst even terug op de eerste LTRO stimuleringsronde…

    Waarvoor diende LTRO?

    Destijds kregen banken via LTRO voor een periode van drie jaar beschikking over extra liquiditeit van de centrale bank. In ruil voor die liquiditeit moesten banken onderpand inbrengen bij de ECB, zoals staatsobligaties van verschillende Europese landen. De ECB stelde commerciële banken op deze manier in staat 'slechte' obligaties van de balans te halen, in ruil voor nieuwe reserves. Het doel van LTRO was het garanderen van liquiditeit binnen het banksysteem. Dat was nodig vanwege toenemend wantrouwen tussen banken in die tijd, waardoor banken onderling én aan particulieren minder bereid waren geld uit te lenen. Het was op het hoogtepunt van de Europese schuldencrisis, toen de ECB besloot de LTRO bazooka van de plank te halen. In twee stimuleringsrondes (december 2011 en februari 2012) werd er in totaal meer dan €1.000 miljard (!) aan liquiditeit verstrekt aan banken. Het LTRO programma was omstreden, omdat het volgens critici een indirecte vorm van overheidssteun was. Sommigen vreesden dat het op de balans plaatsen van staatsobligaties van 'zwakke' Eurolanden de rente zou drukken, waardoor overheden van zwakke Eurolanden weer goedkoper zouden kunnen lenen. Na de eerste ronde van LTRO daalde inderdaad de rente op staatsobligaties van de perifere Eurolanden, maar na de tweede ronde van februari 2012 was het effect alweer uitgewerkt.

    Is LTRO hetzelfde als QE?

    Nee. Het stimuleringsprogramma van de ECB heeft een vastgestelde looptijd, waarbinnen alle stimulering ook weer afgewikkeld dient te worden. Binnen het QE programma is er geen mechanisme ingebouwd om de overtollige reserves uit het banksysteem te zuigen. Nu is de Federal Reserve wel begonnen met de afbouw van haar opkoopprogramma, maar dat is nog niet hetzelfde als het terugdraaien van de stimulering. Ook het nieuwe TLTRO programma kent een bepaalde looptijd waarbinnen banken de leningen moeten aflossen. De volgende grafiek laat zien wat het effect van LTRO en van QE is op de overtollige reserves in respectievelijk het Europese en Amerikaanse banksysteem.

    Reserves bij banken in de Eurozone en in de VS

    Reserves bij banken in de Eurozone en in de VS (Bron: Soberlook)

    In 2013 begon de afwikkeling van de LTRO leningen

    In 2013 begon de afwikkeling van de LTRO leningen (Bron: Soberlook)

    Maar wat is nou TLTRO?

    Het TLTRO programma dat de ECB gisteren aankondigde moet banken aansporen meer kredieten te verstrekken aan zowel bedrijven als huishoudens. De omvang van dit nieuwe stimuleringsprogramma is naar schatting €400 miljard, minder dan de helft van het LTRO programma. Banken kunnen zich in twee rondes inschrijven voor de goedkope leningen, de eerste in september en de tweede in december. De leningen hebben gedurende de looptijd een vaste rente, namelijk het actuele rentetarief van de ECB plus een spread van 10 basispunten. Daarmee verschilt Targeted LTRO van het originele LTRO programma, waarbij de rente volledig gebaseerd was op het rentetarief van de ECB. Tussentijds worden de banken diverse malen in de gelegenheid gesteld de leningen van de ECB af te lossen. Het stimuleringsprogramma heeft een looptijd van vier jaar, wat betekent dat alle leningen die in september afgesloten worden in september 2018 afgelost moeten worden. Onder Targeted LTRO kunnen Europese banken tot 7% van hun uitstaande kredietportefeuille binnen de Eurozone tegen een aantrekkelijke rente lenen bij de ECB. Deze kredieten mogen uitsluitend verstrekt worden aan de private sector. Hypotheekleningen zijn niet toegestaan, omdat dergelijke niet-productieve leningen alleen een onwenselijk prijsopdrijvend effect hebben op de huizenmarkt. Ook mogen banken de middelen van TLTRO niet gebruiken om staatsobligaties te kopen. Dat zou een vorm van overheidsfinanciering zijn en dat mag de ECB niet doen. Met Targeted LTRO kunnen banken zich dus inschrijven voor leningen met een vaste lage rente, een aantrekkelijk aanbod voor banken die verwachten dat de ECB de rente binnen nu en vier jaar weer zal verhogen. Die goedkope leningen moeten de economie een stimulans geven en de deflatoire druk in de Eurozone verlichten. De negatieve rente van -0,1% op overtollige reserves bij de centrale bank moet commerciële banken aansporen reserves onderling uit te lenen en de reserves bij de centrale bank tot een minimum te beperken. Bronnen: ECB en Berenberg Lees ook:

  • Analyse: Hoe werkt QE?

    Quantitative Easing (QE) wordt vaak in verband gebracht met ‘geld drukken’ en ‘inflatiegevaar’. Ook zouden de banken flink meeprofiteren van de monetaire verruiming. Maar kloppen deze diep gewortelde overtuigingen wel? In 2009 begonnen zowel de Federal Reserve en de Bank of England met monetaire stimulering, door middel van het structureel opkopen van staatsobligaties. Toch is de inflatie niet uit de hand gelopen en is ook de omloopsnelheid van het geld niet explosief toegenomen. Hoe valt dat te verklaren? Marketupdate duikt in de materie en maakt het monetaire stimuleringsprogramma van de Bank of England inzichtelijk.

    QE: Als het verlagen van de rente niet meer werkt

    De centrale bank kan de geldhoeveelheid in de economie indirect sturen aan de hand van de rente. Door de rente te verhogen wordt het voor bedrijven en consumenten minder aantrekkelijk krediet af te sluiten bij de bank, waardoor de geldcreatie afremt. Verlaagt de centrale bank de rente, dan gaan bedrijven en consumenten meer krediet afsluiten en neemt de geldcreatie juist toe. Onder normale omstandigheden is de bepaling van de rente een vrij krachtig instrument van een centrale bank, maar in een ernstige crisis werkt dat instrument niet goed meer.

    U kunt zich voorstellen dat bedrijven niet happig zijn om geld te lenen bij de bank, indien de vooruitzichten verslechteren en consumenten de hand op de knip houden. Een bedrijf dat geen enkele noodzaak ziet om te investeren zal geen lening afsluiten, ook niet bij een zeer lage rente. Voor de consument is dat niet anders. Die heeft misschien al schulden of is door de crisis minder zeker van zijn of haar inkomen. De natuurlijke reactie is dan om schuldposities af te bouwen (zie het versneld aflossen op hypotheekschuld) en meer te sparen. De behoefte om nieuwe kredieten af te sluiten kan opeens wegvallen, zelfs als lenen heel goedkoop wordt gemaakt door een lage rente van de centrale bank.

     U begrijpt dat het voor het individu heel verstandig is om schulden af te bouwen en te bezuinigen, maar als iedereen dat tegelijk doet levert dat grote problemen op. Het beste voorbeeld daarvan is de Grote Depressie van de jaren dertig, waarbij consumenten en bedrijven ook massaal hun schulden begonnen af te lossen en de geldhoeveelheid in een paar jaar tijd met 1/3 kromp. De centrale bank greep toen niet in, met als resultaat dat veel bedrijven over de kop gingen en veel sociale structuren verwoest werden. De werkloosheid was hoog en wat volgde was een periode van heel veel ellende.

    Geldcreatie

    Met de ervaring uit het verleden proberen centrale banken een allesverwoestende deflatie zoals die van de jaren '30 van de vorige eeuw te voorkomen. Daarvoor is Quantitative Easing in het leven geroepen. De centrale bank koopt activa - zoals staatsobligaties - en verstrekt in ruil daarvoor centrale bank reserves. Aan de hand van een schematisch overzicht van de Bank of England laten we zien hoe dat in zijn werk gaat. In dit voorbeeldscenario koopt de Bank of England £1 miljard aan staatsobligaties van een pensioenfonds. Hoe gaat dat in zijn werk?

    Activaruil

    De centrale bank zou in theorie £1 miljard aan bankbiljetten kunnen drukken en die kunnen overhandigen aan een pensioenfonds in ruil voor de staatsobligaties. Maar omdat zoveel cash geld niet praktisch is wordt de bank waar het pensioenfonds haar bankzaken regelt als tussenpersoon gebruikt voor de transactie. Anders dan een niet-financiële instelling (zoals een pensioenfonds) heeft een commerciële bank wel een rekening bij de centrale bank, wat de transactie vereenvoudigd. De commerciële bank waar het pensioenfonds bij aangesloten is schrijft £1 miljard bij op de bankrekening van het pensioenfonds, in ruil voor £1 miljard aan staatsobligaties. Netto krijgt het pensioenfonds er dus geen geld bij, omdat het bedrag aan staatsobligaties dat onttrokken wordt gelijk is aan het bedrag dat de bank crediteert aan het pensioenfonds. Er vindt alleen een verandering plaats in de samenstelling van de portefeuille van het pensioenfonds. Die £1 miljard aan staatsobligaties die in handen zijn gekomen van de commerciële bank worden meteen doorgesluisd naar de centrale bank. In ruil daarvoor verstrekt de centrale bank voor £1 miljard aan reserves aan de commerciële bank. Wat groeit is het balanstotaal van de centrale bank, die zojuist £1 miljard aan staatsobligaties verkregen heeft. Tegenover die bezitting staat een verplichting van £1 miljard aan de commerciële bank in de vorm van reserves. Die reserves kan een bank vervolgens aanspreken om contant geld op te vragen bij de centrale bank, bijvoorbeeld als klanten meer contant geld opnemen.

    Wat is de impact van QE?

    Wat is de impact van QE?

    Wat betekent QE voor het pensioenfonds?

    Het bovenstaande schema laat zien dat er bij het pensioenfonds niets veranderd aan de totale omvang van de balans. Slechts de samenstelling van de portefeuille verandert, omdat er geld is ingebracht in ruil voor de staatsobligaties. Het pensioenfonds kan de nieuwe tegoeden gebruiken om andere beleggingen te doen, bijvoorbeeld in bedrijfsobligaties of in staatsobligaties van andere landen. De staatsobligaties die eerder in handen waren van het pensioenfonds hebben een plekje gekregen op de activazijde van de centrale bank balans en zijn in feite aan de kapitaalmarkt onttrokken.

    Wat betekent QE voor de commerciële bank?

    De balans van de commerciële bank groeit als gevolg van QE, want het is de commerciële bank die het bedrag van £1 miljard heeft bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds. De bank heeft een nieuwe IOU aan het pensioenfonds verstrekt (deposits) en ontvangt tegelijkertijd een IOU van de centrale bank (reserves). Daar hoeft een commerciële bank niet per definitie beter van te worden. Zo lang het pensioenfonds op het nieuw verkregen banktegoed van £1 miljard blijft zitten moet de bank daar aan het einde van het jaar rente over betalen. Tegenover deze rentelasten staan ook rente-inkomsten, die de bank ontvangt van de centrale bank voor de nieuwe tegoeden die geparkeerd staan bij de centrale bank. Het is dus niet zo dat een commerciële bank 'gratis geld' krijgt van de centrale bank. De centrale bank kan de hoogte van deze depositorente van tijd tot tijd afstemmen op de actuele situatie.

    Zorgen die extra reserves niet voor inflatie?

    Vaak wordt beweerd dat al die extra reserves in het banksysteem een stuwmeer vormen voor toekomstige inflatie, omdat die reserves ook weer uitgeleend zullen worden. Dat is onjuist, want banken lenen geen reserves uit. Ook is het niet het spaargeld van uw buurman dat u leent bij de bank. Als een bank een nieuwe lening verstrekt voegt ze simpelweg het bedrag toe op de rekening van de klant (passiva zijde) en zet ze daar een vordering van hetzelfde bedrag tegenover (op de activa zijde). Banken hoeven noch reserves, noch het spaargeld van uw buurman aan te spreken om een nieuwe lening te kunnen verstrekken. De nieuwe reserves die binnen het banksysteem gecreëerd worden als gevolg van QE spelen dus geen centrale rol. Reserves zijn slechts een verplichting van de centrale bank naar de commerciële bank toe. Met deze reserves kunnen commerciële banken onderling betalingen doen, maar ze kunnen deze niet uitlenen in de reële economie. Uiteraard kunnen de reserves van banken dalen als iedereen besluit massaal contant geld op te nemen, maar het gevolg daarvan is dat de spaartegoeden in het banksysteem met dezelfde hoeveelheid afnemen. Ook dan vindt er netto geen verandering plaats van de hoeveelheid geld in omloop. Als gevolg van QE kan de hoeveelheid geld in omloop zelfs dalen. Indien een bedrijf op de obligatiemarkt goedkoper kan lenen dan bij de bank, dan kan een bedrijf besluiten nieuwe obligaties uit te schrijven en met het opgehaalde geld leningen bij een bank af te lossen. Als toevallig het pensioenfonds in het hierboven gegeven voorbeeld die bedrijfsobligaties koopt, dan verdwijnt er dus geld uit de economie.

    Conclusie

    Quantitative easing is een effectief instrument van de centrale bank om de lange rente omlaag te drukken. Door staatsobligaties of hypotheekleningen uit de markt te halen verschuift de balans tussen vraag en aanbod, met als resultaat dat de rente op het schuldpapier dat de centrale bank op haar balans plaatst daalt. Indirect geeft QE ook een neerwaartse druk op de rente van andere obligaties, omdat de vrij gekomen middelen door beleggingsfondsen gebruikt kunnen worden om andere obligaties te kopen. Het mag duidelijk zijn dat QE op de korte termijn een gunstig effect heeft op de economie, maar daarmee is niet het hele verhaal verteld. Het aankopen van staatsobligaties verstoort namelijk het rentesignaal, dat normaal gesproken een weerspiegeling geeft van risico. Als een centrale bank de obligatiemarkt ondersteunt met QE wordt het voor de financiële markten veel moeilijker om risico's te vergelijken op basis van de rente. Een ander mogelijk nadeel is dat de markt gewend raakt aan het stimulerende beleid van de centrale bank, waardoor het met het verstrijken van de tijd steeds moeilijk zal worden het stimuleringsprogramma af te bouwen. Het gevaar loert dat de kapitaalmarkt verslaafd raakt aan de monetaire stimulering en de kunstmatige lage rente die daar het gevolg van is. Wat als de stimulering stopt en de lange rente weer begint te stijgen? Kan de economie dat wel dragen? Bron: Money Creation in the modern Economy

  • Vijf jaar stimulering

    Sinds het begin van de financiële crisis heeft de Amerikaanse overheid grote stimuleringsprogramma’s opgestart om de economie overeind te houden. Maar wat hebben we gekregen voor al die miljarden die gestopt zijn in subsidies, programma’s als cash for clunkers en tal van andere omstreden projecten?

    Zero Hedge plaatste maandag een artikel van STA Wealth Management, waarin de resultaten van het Keynesiaanse stimuleringsbeleid onder de loep worden genomen. De uitkomst is teleurstellend: alle overheidsinterventies van de afgelopen vijf jaar leverden een marginale verbetering op van het GDP. Van iedere $29,61 die de overheid spendeert groeit de economie slechts met $1. Over multipliereffect gesproken…

    Overheidsinterventie levert nauwelijks economische groei op

    Overheidsinterventie levert nauwelijks economische groei op (Bron: STA Wealth Management)

    Het probleem van steeds lagere economische groei komt niet alleen voor rekening van verkwistende overheidsbestedingen. Ook van een iets grotere afstand bezien komen we dezelfde trend tegen. De volgende grafiek van Incrementum laat zien hoeveel het GDP groeit met iedere $1 extra schuld….

    Steeds meer geld levert steeds minder groei op

    Steeds meer geld levert steeds minder groei op (Bron: Incrementum)

    Stimulering

    De Wall Street Journal blikte begin deze week ook terug op vijf jaar stimulering, want het is alweer vijf jaar geleden dat de Amerikaanse president Obama de American Recovery and Reinvestment Act ondertekende. De opdracht van dit stimuleringsprogramma was om de werkloosheid terug te brengen en daar werd destijds $830 miljard voor beschikbaar gemaakt. Vijf jaar later is de werkloosheid inderdaad weer gedaald, tot ver onder de 7%. Maar de participatiegraad in de VS is nog steeds beroerd en het aantal werkloze Amerikanen dat niet meer naar werk zoekt is opgelopen tot boven de 90 miljoen. De Wall Street Journal vatte vijf jaar overheidsstimulering als volgt samen:

    “De mislukking van het stimuleringsprogramma weerspiegelt de foute inschatting van neo-Keynesianen dat de economie opgepept kan worden met een golf van overheidsbestedingen. Mensen zijn in feite slim genoeg om zich te realiseren dat iedere dollar die de overheid spendeert uiteindelijk aan de productieve economie onttrokken moet worden middels de belastingen. De beste manier om een economie weer op gang te brengen en om lange-termijn groei te bewerkstelligen is om mensen aan te moedigen meer te werken, te sparen en te investeren. Laten we hopen dat het volgende stimuleringsprogramma uit Washington gericht is op het verlagen van de belastingen en de regeldruk op het Amerikaanse bedrijfsleven.”

    Tijdens de Amerikaanse depressie van 1920-1921 werd ook een zogeheten ‘laissez-faire’ strategie gekozen om de economie weer aan de praat te krijgen. In plaats van overheidsstimulering besloot president Harding juist te snijden in de overheidsbestedingen. Veel ambtenaren werden ontslagen en de private sector bleek zich daarna snel te herstellen. Door het snelle herstel is deze depressie veel minder bekend dan die van 1929. Lees meer: Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!

  • Japan gaat economie met $53 miljard stimuleren

    Japan heeft ontdekt dat schulddeflatie uitgesteld kan worden door nog meer schulden te maken. De Japanse premier Shinzo Abe won de verkiezingen vorig jaar met de belofte dat hij de economie weer op gang zou brengen. Niet veel later werd de gouverneur van de Bank of Japan vervangen en was het gedaan met de onafhankelijkheid van de centrale bank. Wat volgde was een ongekend stimuleringsprogramma van ¥10 biljoen en een nieuw QE-programma waarmee de monetaire basis van Japan in twee jaar tijd verdubbeld zou worden. Alles was geoorloofd om de inflatie aan te jagen en de Japanse munt goedkoper te maken ten gunste van de export.

    We zijn een jaar verder en de Japanse economie staat er nog steeds beroerd voor. De beurs is weliswaar sterk gestegen, maar de handelsbalans is alleen maar verder verslechterd. In oktober werd voor de vijftiende maand op rij een tekort op de handelsbalans gerapporteerd, een tekort van maar liefst ¥932 miljard. Ook was de economische groei (GDP) het afgelopen jaar niet zo spectaculair als gehoopt. Het was dus wachten op de volgende dosis van economische stimulering…

    Japan gaat meer stimuleren

    Die stimulering komt eraan, want Reuters schrijft dat de Japanse regering werkt aan een nieuw pakket van ongeveer ¥5,5 biljoen (omgerekend $53 miljard). Het stimuleringsprogramma is volgens de Japanse regering nodig ter compensatie van een grote belastingverhoging die in april 2014 doorgevoerd zal worden. Het is op zijn minst opmerkelijk dat de Japanse overheid de portemonnee trekt om er zeker van te zijn dat de toekomstige belastingverhoging de economie niet teveel raakt. dit nieuwe stimuleringsprogramma bevestigt eens te meer dat ook de weg van meer stimulering geen oplossing biedt voor een groeiend schuldenprobleem. De exacte omvang en invulling van het ¥5,5 biljoen grote stimuleringsprogramma is nog niet bekend. Waarschijnlijk komt daar op 12 december meer duidelijkheid over, de dag waarop de begroting door het kabinet goedgekeurd moet worden.

    Japanse premier Shinzo Abe wil de economie opnieuw stimuleren

    Japanse premier Shinzo Abe wil de economie opnieuw stimuleren

  • Federal Reserve koopt 70% van Amerikaanse staatsobligaties

    De Federal Reserve heeft de afgelopen zes maanden gemiddeld 70% van de netto uitgifte van Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar gekocht. Dat blijkt uit onderstaande grafiek die afkomstig is uit een rapport van RBS en die we aantroffen op Zero Hedge. Sinds het begin van de monetaire stimuleringsprogramma’s is dat percentage nog niet eerder zo hoog geweest. De netto uitgifte van staatsobligaties corrigeert voor het doorrollen van de bestaande staatsobligaties en heeft dus betrekking op de financiering van het huidige begrotingstekort.

    Het stijgende percentage in onderstaande grafiek is niet het gevolg van een uitbreiding van het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve, maar van een kleiner begrotingstekort. In 2013 kwam het tekort uit op $680,3 miljard (4,1% van het bbp), veel lager dan het tekort van meer dan $1 biljoen per jaar in de vier voorgaande jaren. Het is een goed teken dat de Amerikaanse overheid haar tekorten eindelijk weet terug te dringen, maar blijkbaar is dat geen reden voor de Federal Reserve om haar stimuleringsprogramma af te bouwen. Met $85 miljard per maand aan QE haalt de Federal Reserve op jaarbasis ongeveer $1 biljoen aan schuldpapier uit de markt, waarvan ongeveer de helft bestaat uit langlopende staatsobligaties. De andere helft bestaat uit hypotheekleningen, waarmee de balans van banken wordt ‘opgepoetst’.

    Federal Reserve neemt de obligatiemarkt over

    De Federal Reserve heeft al meer dan $2 biljoen aan staatsobligaties op haar balans staan en is daarmee de grootste bezitter van Amerikaanse schuldpapier. Iedere maand groeit hun aandeel in de totale obligatiemarkt met tientallen miljarden dollars. Dat terwijl het buitenland al een aantal maanden op rij staatsobligaties van de hand heeft gedaan. De voortzetting van het QE programma van de Federal Reserve werpt een donkere schaduw over het zogenaamde herstel van de Amerikaanse economie. Er is geen weg meer terug voor de Amerikaanse centrale bank, nu ze een steunpilaar is geworden onder de obligatiemarkt.

    Federal Reserve financiert 70% van het Amerikaanse begrotingstekort

    Federal Reserve financiert 70% van het Amerikaanse begrotingstekort

  • Marc Faber: “Er is geen exit strategie voor de Fed”

    Er komt geen tapering en daar hebben we in september al het nodige over geschreven (zie hier en hier). We krijgen daarin bijval van niemand minder dan Marc Faber, die gisteren te gast was bij het programma Squawk Box van CNBC. Hij maakte duidelijk dat we niet hoeven te rekenen op een afbouw van het stimuleringsprogramma, maar op een uitbreiding van dat programma. “Het is niet de vraag of we gaan taperen. De vraag is waar het punt ligt waarop ze besluiten het stimuleringsprogramma uit te breiden naar $150 miljard, $200 miljard of $1 biljoen per maand.”

    Volgens Faber heeft de Federal Reserve zichzelf klem gezet met het stimuleringsprogramma. De markt heeft daarop geanticipeerd en daarom kan Bernanke (en daarna Yellen) zich niet meer terugtrekken uit de obligatiemarkt. “Om het simpel te stellen: de Federal Reserve heeft zich in een positie genesteld die geen uitweg biedt”.

    Marc Faber verwacht deflatoire crash

    Volgens Faber heeft de wereld een enorme schuldenbubbel opgeblazen. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de stijging van de aandelenmarkt, de obligatiekoersen, de huizenprijzen en de goudprijs. Deze bubbel zal vroeg of laat eindigen met een deflatoire ineenstorting, aldus de beleggingsgoeroe. Hij licht zijn standpunt toe in het volgende filmfragment.

     

  • Stimulering helpt alleen de rijken

    De Fed heeft het niet aangedurfd om te stoppen met het programma voor monetaire stimulering ter waarde van $85 miljard per maand. Het programma staat bekend onder de naam quantitative easing (QE). De motivering luidde, dat de Amerikaanse economie nog te zwak was om op eigen benen te staan.

    Zucht van verlichting

    Die beslissing is om meerdere redenen te betreuren. Allengs wordt immers duidelijk, dat aan het beleid van bankpresident grote nadelen kleven. Een van die nadelen werd pijnlijk duidelijk, toen de discussie over al dan niet taperen, afbouwen van de stimulering, op gang kwam. Vooral opkomende landen met grote tekorten op de lopende rekening, zoals Brazilië en Turkije, zagen zich getroffen door een uitstroom van beleggingen. Dat geld was eerder naar de opkomende markten gestroomd in een zoektocht naar een beter rendement. Toen de Fed alsnog besloot niets te doen, steeg er een zucht van verlichting op in de opkomende landen en bij beleggers.

    Tekortkomingen

    Maar niet alleen buiten de VS richt QE schade aan, ook binnenlands is dat het geval. Het beleid van verruiming is er op gericht vermogens- en welvaartseffecten te scheppen. Koersen op de financiële markten moeten omhoog, evenals de huizenprijzen. Daardoor moet de consument vertrouwen in de toekomst krijgen en weer de portemonnee trekken. De consument is immers de belangrijkste pilaar onder de economische groei in het westen.

    Er zitten echter haken en ogen aan deze insteek. Studies hebben uitgewezen, dat van elke dollar waardestijging er op zijn best 3 tot 5 cent besteed wordt aan consumptie. De vermogenseffecten moeten dus enorm zijn, wil dit beleid echt zwaarwegende gevolgen hebben voor de reële economie.

    Een ander bezwaar is, dat vooral de spaarders door het huidig beleid zwaar getroffen worden. Vermogenseffecten zijn immers optimaal, wanneer de interestlasten minimaal zijn. De Fed heeft de rente naar nagenoeg 0% verlaagd. Voor de spaarders betekent dat wel, dat ze 0% interestinkomen genieten. Het belangrijkste bezwaar is misschien wel, dat vooral de rijken het meest profijt trekken van de vermogenseffecten van QE. In 201 hadden de 10% rijksten van de VS een beleggingsportefeuille van gemiddeld $ 267.500. Dat is 16x hoger dan de gemiddelde portefeuille van de overige 90%. In totaal beschikt de top 10% over vermogenstitels ter waarde van $550.000 ofwel 20x zoveel als de resterende 90%. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

    Consumptie

    Zonder overdrijving kun je stellen, dat vooral de top tien in de VS profiteren van het beleid van de Fed. Daar profiteren zij van, maar voor de rest van de samenleving is er amper of geen sprake van positieve vermogenseffecten. De doorsnee Amerikaan gaat nog steeds gebukt onder de gevolgen van de financiële crisis. Dat is af te lezen aan een reeks van cijfers. Sinds 2008 zijn bestedingen met slechts 1,1% gestegen. Nimmer was de ontwikkeling van de consumptieve vraag in de VS zo zwak sinds WOII. Aangezien consumptie goed is voor 70% van de bruto nationaal product, ligt hier de verklaring voor het zwakke presteren van de Amerikaanse economie. Het ziet er bovendien niet naar uit, dat de consument snel zijn houding gaat veranderen. De meeste Amerikanen gaan nog steeds gebukt onder een grote schuldenlast. Die beloopt ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen nog steeds 116% van het inkomen. Nog niet zo lang geleden was dat cijfer slechts 43%. De zware schuldenlast is ook af te lezen aan de besparingen. Die zijn maar 4,3% van het inkomen tegen 9,3% in de periode 1970 – 1999.

    Scenario

    Al deze cijfers maken keer op keer duidelijk, dat het beleid van de Fed amper of geen effect heeft voor brede lagen van de bevolking. Slechts een kleine bovenlaag heeft echt profijt. Er is geen enkele reden om aan te nemen, dat die positieve effecten geleidelijk door druppelen naar beneden. Het uiteindelijke resultaat zal zijn, dat ook in de VS de groei blijft steken op een niveau tussen 1% en 2%.

    Het scenario zoals zich dat ontrolt, past precies op de situatie in Nederland en de rest van Europa. De koopkracht van de consument wordt steeds verder ondergraven in naam van het financieringstekort. Als straf voor dat foute beleid groeit de economie maar mondjesmaat of helemaal niet zelfs.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Stephen Roach, Occupy QE. Project-syndicate. September 25 2013

  • St. Louis Fed: “Geen reden om stimulering terug te schroeven”

    Het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve (momenteel zijn het er twee) heeft als doel de rente op langlopende leningen kunstmatig laag te houden. Dat is niet alleen nodig om de Amerikaanse staatsschuld betaalbaar te houden, maar ook om consumenten aan te moedigen meer geld te lenen. Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 heeft de Federal Reserve bijna non-stop geïntervenieerd op de markt voor schuldpapier. Sinds eind 2008 zijn er al honderden miljarden dollars aan hypotheekleningen en langlopende staatsobligaties uit de markt gehaald. Dat zal de centrale bank naar eigen zeggen blijven doen zo lang de officiële werkloosheid hoger is dan 6,5% en de inflatie op een laag niveau blijft.

    Volgens de laatste statistieken is de werkloosheid in de VS 7,5% en ligt de inflatie op een zeer bescheiden 1,1%. Dat betekent dat de Federal Reserve haar stimuleringsprogramma intact houdt. James Bullard liet na afloop van een speech in Frankfurt weten dat het stimuleringsprogramma gehandhaaft zal worden:

    “De inflatie is vrij laag in de VS en ik kan me geen goede reden voorstellen om het stimuleringsprogramma te wijzigen, tenzij de inflatie weer gaat stijgen richting de doelstelling [van 2%]” (via Marketwatch)

    Recent gingen er geluiden rond dat de centrale bank haar stimuleringsprogramma zou afbouwen, omdat de economie het misschien minder hard nodig zou hebben. Willam Dudley van de New York Fed gaf afgelopen dinsdag ook een speech, waarin hij kenbaar maakte nog niets te weten over een mogelijke uitbreiding of verkleining van het stimuleringsprogramma.

    James Bullard (St. Louis Fed) ziet geen reden om stimuleringsprogramma te wijzigen (Afbeelding via Bloomberg)

  • Bank of Korea: “Stoppen met stimulering door Fed zeer risicovol”

    Er zijn grote risico’s verbonden aan het stopzetten of terugdraaien van het opkoopprogramma van de Amerikaanse centrale bank, zo stelt Kim Choong Soo van de Bank of Korea. “Als de VS een einde gaat maken aan het monetaire stimuleringsbeleid, dan riskeert de hele wereld een renterisico in de obligatiemarkt”. De gouveeur van de Bank of Korea stelt dat banken hun balans in een dergelijke situatie opnieuw moeten versterken conform de Basel III regels, omdat de waarde van obligaties kan zakken. “Dat is een probleem waar men over na moet denken”.

    De uitspraken van de gouveeur van de Bank of Korea weerspiegelen de wereldwijde zorgen over het ongekende stimuleringsbeleid van de Federal Reserve. Zelfs economen van het IMF waarschuwden afgelopen week in een rapport over een “potentieel scherpe stijging van de lange-termijn rente” die “moeilijk te controleren zal zijn”. Het gevaar is volgens het IMF zelfs zo groot dat een beëindiging van het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve het de wereldwijde groei en financiële stabiliteit kan ondermijnen.

    Kapitaalstromen

    Ook de gouveeurs van de centrale banken van Mexico en India waarschuwden eerder dit jaar voor de gevaren van een koerswijziging van de Amerikaanse centrale bank. Beide verwachten een gigantische uitstroom van kapitaal uit hun land als de Fed haar stimuleringsbeleid beëindigt.

    Norman Chan van de Hong Kong Monetary Authority waarschuwde voor de kwetsbaarheid van huishoudens die gewend zijn geraakt aan de lage rente. Als ze meer rente moeten gaan betalen over hun uitstaande schulden kunnen ze in de problemen komen, aldus Chan.

    Vlucht naar voren

    Centrale banken van opkomende economieën volgen in de voetsporen van de ‘Westerse’ centrale banken. De centrale banken van onder meer  Korea, Israël en Australië verlaagden recent nog de rente. In de ‘ontwikkelde’ landen, waar de schuldquote relatief hoog is, staat de rente al op de bodem. In opkomende markten is men nog steeds bezig de rente omlaag te brengen tot niveaus waarop hun economie goed kan concurreren met het buitenland.

    Tegelijkertijd kopen centrale banken van opkomende landen fysiek goud bij, zodat ze een toekomstige afwaardering van al het niet-renderende schuldpapier kunnen opvangen. Ook Zuid-Korea heeft na het uitbreken van de financiële crisis veel goud gekocht.

    Kim Choong Soo (Bank of Korea) waarschuwt voor gevaren van een wijziging in beleid Fed

  • Grafiek: Rendement S&P 500 met en zonder monetaire stimulering

    Onderstaande grafiek en de bijbehorende kalender verschenen begin dit jaar al op Zero Hedge. Nieuw is de toevoeging van een tweede grafiek, die in één oogopslag laat zien wat het rendement van de S&P 500 was met en zonder de stimuleringsprogramma’s van de Fed. Hieruit blijkt dat de 289 dagen zonder interventie van de Fed een verlies opleverde van in totaal 290,6 punten op de S&P 500 index. De langere periode van 1230 dagen mét stimulering leverde in totaal 1.142,5 punten op.

    We kunnen aan de hand van deze informatie de voorzichtige conclusie trekken dat aandelenmarkten altijd kunnen blijven stijgen, mits er voldoende monetaire verruiming toegepast wordt. Maar als alle beleggers winst maken op hun aandelen, waar zijn dan de verliezen? Of wordt men echt rijk door stijgende aandelenkoersen en huizenprijzen, wat Beanke het ‘wealth effect’ noemt…?

    De Amerikaanse aandelenmarkt veert op door ondersteunend beleid van de Fed (Bron: Zero Hedge)

    De kalender van economische stimulering (Bron: Zero Hedge)

    De S&P 500 met en zonder stimuleringsprogramma’s van de Fed (Bron: Zero Hedge)