Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Grafiek: De neergang van de Duitse bankensector

    De bankensector heeft door de kredietcrisis veel van haar glans verloren. Sommige banken werden genationaliseerd, terwijl anderen met staatssteun overeind werden gehouden. Het toezicht werd aangescherpt en er werden flinke boetes uitgedeeld voor het verstrekken van ondeugdelijke financiële producten. Ook is de rente flink gedaald, waardoor met name spaarbanken steeds meer moeite hebben om winst te maken.

    De krimp van de bankensector van de afgelopen jaren wordt pijnlijk zichtbaar op volgende grafiek van de Deutsche Börse Prime Banks Performance Index. Deze grafiek laat de waardeontwikkeling van Duitse bankaandelen zien over een langere periode. We zien dat een belegging in bankaandelen de afgelopen dertig jaar per saldo niets heeft opgeleverd, zelfs inclusief dividendinkomsten. Vanaf het hoogtepunt van 2006 is de waarde van de Duitse bankaandelen zelfs met 90% gedaald.

    Aandelen banken terug bij af

    De bankensector kreeg een harde klap door de financiële crisis van 2008, maar wist daar niet van te herstellen. Terwijl de aandelenmarkten wereldwijd weer opkrabbelden uit het dieptepunt van de crisis bleven de bankaandelen in de hoek waar de klappen vielen. De daling van de index kan voor een groot gedeelte worden toegeschreven aan banken als Deutsche Bank en Commerzbank. Deze twee giganten verloren vorig jaar meer dan de helft van hun beurswaarde.

    Duitse bankaandelen terug op laagste niveau in dertig jaar (Bron: Bloomberg, via Jeroen Blokland)

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • China voegt 15 ton goud aan reserves toe

    China voegt 15 ton goud aan reserves toe

    China heeft in april opnieuw edelmetaal aan haar reserves toegevoegd. Met de aankoop van bijna 15 ton goud stijgt de totale goudreserve van het land naar iets meer dan 1.900 ton. Het is de vijfde maand op rij dat de Chinezen goud kopen, na een periode van bijna twee jaar dat de goudvoorraad constant bleef. De goudreserve van China heeft een waarde van $78,35 miljard en is daarmee goed voor 2,5% van de totale reserves.

    De Chinese centrale bank heeft door de jaren heen veel goud aan haar reserves toegevoegd ter diversificatie. Het edelmetaal kent geen tegenpartij risico en kan onder alle omstandigheden gebruikt worden om internationale betalingen te verrichten. Sinds het jaar 2000 heeft het land haar goudvoorraad stapsgewijs uitgebreid van 400 naar 1.900 metrische ton. Daarmee behoort China tot de zes landen met de grootste goudreserves. De laatste vijf maanden tijd heeft de centrale bank ruim 50 ton goud aan haar reserves toegevoegd, zoals onderstaande grafieken laten zien.

    Goudvoorraad Chinese centrale bank stijgt naar 1900 ton

    China voegt al vijf maanden op rij goud aan reserves toe

    China blijft goud kopen

    China is in minder dan tien jaar tijd uitgegroeid tot de grootste producent, importeur en consument van het gele edelmetaal. Volgens cijfers van de LBMA was China vorig jaar goed voor een import van meer dan 1.500 ton goud. Dat betekent dat niet alleen de centrale bank, maar ook de bevolking veel goud koopt. Spaarders zien het edelmetaal als middel om hun spaargeld te beschermen tegen een waardedaling van de Chinese yuan.

    De Chinese centrale bank was de afgelopen jaren samen met die van Rusland de grootste afnemer van het edelmetaal. Beide landen zien de afhankelijkheid van de dollar als een risico en versterken daarom hun positie in het edelmetaal. De laatste jaren zijn er steeds meer landen die goud kopen, want vorig jaar stegen de totale aankopen van centrale banken naar het hoogste niveau sinds 1967.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Zorgen over economie Turkije en Argentinië nemen toe

    Zorgen over economie Turkije en Argentinië nemen toe

    De zorgen over Turkije en Argentinië zijn weer toegenomen. De valuta van beide landen staan opnieuw onder druk. Nu de economische groei lijkt te haperen en de vrees voor een mogelijke recessie in de VS toeneemt, na de recente omkering van de rentecurve, groeit de nervositeit over eventuele besmetting van andere opkomende markten (EM) door de problemen in Turkije en Argentinië. Zijn deze zorgen terecht? Dat vraagt Craig Botham, econoom opkomende markten bij Schroders, zich af.

    Macro-economische indicatoren spelen belangrijke rol

    De problemen van Turkije en Argentinië vertonen gelijkenissen. De inflatie is een grote zorg in beide economieën en de respectievelijke centrale banken hebben grote moeite hem te beteugelen. De inflatie in Argentinië is gestegen tot 54,7% en in Turkije tot 19,7% in maart. Deze niveaus liggen ver boven het EM-gemiddelde en zijn gestegen op een moment dat de inflatie in de rest van de EM vlak of dalend is.

    Wat echter ook duidelijk is, is dat dit probleem nergens anders in de EM bestaat. De inflatie in andere landen is goed onder controle dankzij een mix van mondiale en binnenlandse factoren. Een andere uitdaging voor Turkije is dat het land nog maar weinig munitie over heeft om zijn munt te verdedigen. De deviezenreserves zijn ontoereikend. Of het land voldoende reserves heeft om een paar maanden import te financieren, of om zelf de schuld in harde valuta te financieren (schuld uitgedrukt in de valuta van een land dat als historisch politiek en economisch stabiel wordt beschouwd, zoals de Amerikaanse dollar of de Japanse yen), maakt niet uit; in beide gevallen staat Turkije er slecht voor.

    …maar ook geloofwaardigheid van het beleid

    Verwachtingen spelen een cruciale rol in macro-economische modellen en op de financiële markten. Als niet op beleidsmakers kan worden vertrouwd dat ze in de toekomst de nodige maatregelen treffen, ook al doen ze nu de juiste dingen, dan zullen consumenten, bedrijven en beleggers zich zorgen maken.

    Zowel in Turkije als in Argentinië is er reden om grote vraagtekens bij het beleid te plaatsen. In Turkije is dit inmiddels een bekend verhaal. President Erdogan is fel gekant tegen een meer conventioneel monetair beleid en heeft daartoe herhaaldelijk de centrale bank gemaand. Dat de centrale bank, ondanks de druk op de valuta, zich niet houdt aan een eerdere toezegging om het rentebeleid aan te scherpen, gaf aan dat de twijfels bij het beleid gegrond zijn. De benoeming van de schoonzoon van Erdogan als minister van Financiën heeft er ook niet toe geleid om de zorgen van de markt weg te nemen. Er zijn tot nu toe weinig aanwijzingen dat het beleid in Turkije de goede richting zal uitgaan.

    Argentinië

    In Argentinië heeft president Macri moeite om zijn verkiezingsbeloften na te komen. Hij werd in 2015 gekozen op basis van een traditionele economische hervormingsagenda, die in eerste instantie werd aangemoedigd door de markten. Resultaten laten echter langer op zich wachten dan gedacht en de kiezers zijn er wel een beetje klaar mee. Voormalig president Cristina Fernández de Kirchner is inmiddels begonnen met een stijgende lijn in de peilingen voor de presidentsverkiezingen in oktober van dit jaar. De terugkeer van Kirchner en het populistische beleid lijken steeds reëler te worden.

    De politieke uitdagingen voor Turkije en Argentinië zijn fors. Het goede nieuws voor de rest van de EM-landen is echter dat deze uitdagingen duidelijk land-specifiek zijn en dat er weinig reden is om te veronderstellen dat andere EM-landen besmet kunnen raken. Wel kan het sentiment onder EM-beleggers worden aangetast. Het wijst er ook op dat beleggers de politieke ontwikkelingen in de gaten moeten houden en dat de beleidsmakers in woord en daad geloofwaardig moeten blijven.

    Lees meer in het meegestuurde artikel ‘Quarantining Turkey and Argentina’ van Craig Botham, econoom opkomende markten van Schroders dat is verschenen in de nieuwste Economic & Strategy Viewpoint.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Doet de olieprijs er nog wel toe?

    Er was een tijd dat stijgende olieprijzen een voorbode waren van economische ellende. Het laatste voorbeeld stamt uit de periode 2011 – 2014. Hoge prijzen voor een vat olie waren een sta-in-de-weg voor een snel herstel. Het zou daarom logisch zijn als de sterke stijging van de olieprijs sinds december 2018 voor de nodige onrust zou zorgen. Maar nee, aandelenkoersen zijn alleen maar verder omhoog gekropen en de vrees voor een recessie wordt steeds kleiner.

    Economen wijzen op twee factoren ter verklaring. De stijging van de olieprijs is volgens hen slechts ten dele te wijten aan mogelijke tekorten, maar ten dele ook aan een verbeterde vraag dankzij een sterkere economie. Daarom zijn olie-consumerende landen ook beter in staat de stijging probleemloos te verwerken. Een tweede factor van belang zijn diepgaande veranderingen in de oliemarkt zelf. Dan gaat het vooral om de productie van schalie-olie in de VS. Die is zo snel gegroeid en de kosten zijn zo omlaag gegaan dat klassieke schokken steeds minder waarschijnlijk lijken.

    Wil een schok in de aanvoer van olie echt een uitwerking hebben, dan moet de verstoring een langdurig karakter hebben. Het wegvallen van Venezuela en Iran is tot dusverre gemakkelijk opgevangen door Amerikaanse schalie, Russische olie of olie uit OPEC-landen die om geld zitten te springen om hun economie meer te diversifiëren.

    Olieproductie

    Ondanks al dat optimisme kan een olieschok een fragiele economie nog steeds schade toebrengen. Onder de huidige instabiliteit in de wereld kunnen prijzen langdurig hoog een ook nog volatiel zijn. De Amerikaanse schalie-productie kan niet eindeloos opgevoerd worden. Bovendien blijken bedrijven niet altijd bereid of in staat om de productie op te voeren, telkens wanneer prijzen omhoog gaan. Ondanks alles duurt het toch minstens zes maanden om een productieverhoging in de praktijk waar te maken. Daar komt nog bij dat het schalielandschap veranderd is. Het veld wordt nu bevolkt door grotere en gevestigde bedrijven. Die kunnen wel leven met tijdelijke prijsvolatiliteit en zijn alleen al daarom uit kostenoverwegingen minder geneigd om steeds opnieuw de productie naar boven of naar beneden aan te passen.

    Speelveld veranderd

    Alle partijen zijn het er echter over eens dat het speelveld in de afgelopen jaren sterk veranderd is. De olieproducenten, die zwaar te lijden hadden van de lage prijzen vanaf 2014, komen nu beter in hun financiële jasje te zitten. Met dat extra geld kunnen ze de gevolgen van heftige prijsbewegingen op de vraag ietwat verzachten. Ook Europa is minder kwetsbaar geworden, omdat zowel productie als consumptie minder olie-intensief zijn geworden. De groei komt uit de dienstverlening en de arbeidsmarkten floreren. Volgens de ECB heeft een olieprijs van $75 weinig of geen impact op de ontwikkeling van het reële inkomen of op de consumptie.

    Het zijn toch vooral de opkomende landen die de prijs betalen. Landen als Turkije en Argentinië leunen voor hun groei zwaar op olie-importen. Een prijs van $100 per vat scheelt al snel 1% economische groei. Ook landen als China en India zijn nog steeds erg gevoelig voor prijsbewegingen. Dat is vervelend, want beide landen spelen een vooraanstaande rol binnen de wereldeconomie.

    Hogere olieprijs

    De belangrijkste verandering is misschien wel het verbreken van het verband tussen de prijs van een vat olie en de groei van de Amerikaanse economie. Volgens het Brookings Instituut had de prijsdaling vanaf 2014 op papier moeten zorgen voor een extraatje van 1%. In de praktijk kwam de netto stimulering uit op nagenoeg 0%. Het voordeel voor de consument in de vorm van lagere benzineprijzen werd totaal teniet gedaan door een scherpe daling van de investeringen in de olie-industrie.

    De olieprijs verandert door het veranderende landschap van een economisch in een politiek probleem. Politici moeten nu de belangen van de consument afwegen tegen die van een bloeiende olie-industrie en alle mensen die daarin werkzaam zijn. Hoge olieprijzen zijn niet langer verkeerd voor de Amerikaanse economie als geheel. Leg dat maar eens uit aan de consumenten/kiezers in de o zo belangrijke swing states!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Markten op hun kop door dreiging invoerheffingen Trump

    Markten op hun kop door dreiging invoerheffingen Trump

    Deze week zou het heel stil geweest zijn op de valutamarkt, als Trump niet getwitterd had dat hij Chinese goederen al vanaf vrijdag nieuwe invoerheffingen wil opleggen. Het Britse pond wist de vorige week behaalde winst vast te houden.

    De munt profiteerde van behoorlijk goed economisch nieuws en tekenen van voortgang bij de gesprekken tussen Labour en de Conservatieven over een Brexit-akkoord. De Japanse yen hield een flinke rally op de Londense valutamarkt, waar vanwege de aankomende feestdag weinig werd gehandeld, en de valuta van de grote opkomende markten gingen alle in de uitverkoop door de algehele vlucht uit risico.

    Het zou eigenlijk een saaie week worden, maar het nieuws wordt nu beheerst door de dreiging van extra invoerheffingen. Wij denken dat de centrale banken van zowel Nieuw-Zeeland als Australië deze week ‘on hold’ zullen blijven, wat betekent dat de verwachte renteverlaging uitblijft en hun respectievelijke valuta tegenover de Amerikaanse dollar ondersteund worden. Hieronder de belangrijke valuta in detail.

    Euro

    De belangrijkste cijfers voor de eurozone waren positieve verrassingen. De vrees voor een aankomende recessie zou hierdoor moeten verdwijnen. Het bbp steeg met 1,6% op jaarbasis, de economie blijft in hoog tempo banen creëren en de kerninflatie herstelde naar 1,2%. De zwakke enquêtes moeten het steeds duidelijker afleggen tegen de sterke economische cijfers.

    De koers van de euro liet slechts een bescheiden rally zien, maar het feit dat deze koers nog steeds hoger ligt dan vorige week, zelfs na het nieuws over de invoerheffingen voor China, is een goed teken. We blijven verwachten dat de gemeenschappelijke munt in de komende weken terug rallyt naar de $1,15.

    Britse pond

    De Bank of England was vrij hawkish, de PMI-conjunctuurenquêtes waren sterk en Theresa May zou bereid zijn om concessies aan Labour te doen, in de hoop een akkoord over de Brexit te bereiken. De koers van het Britse pond schoot hierdoor omhoog en ging bij de belangrijke valuta aan kop.

    De munt wist deze winst te behouden, zelfs na de laatste uitbarsting van Trump, maar aankomende vrijdag volgt een vuurproef: de bbp-cijfers van het eerste kwartaal. Na de reeks positieve verrassingen van de afgelopen tijd is het aannemelijk dat deze goed zullen zijn, en dat zou de rally van het pond moeten ondersteunen.

    Amerikaanse dollar

    Het was een drukke week in de VS, waarin de Federal Reserve minder dovish was dan verwacht en een banenrapport verscheen dat bescheiden stijgingen van de reële lonen liet zien. Met andere woorden: niets nieuws onder de zon, noch wat het beleid van de Federal Reserve betreft, noch over het gestage, maar nog niet echt overweldigende tempo van economische groei.

    Normaal gesproken zou dit goed nieuws voor de dollar zijn, maar een rally van de greenback ten opzichte van de meeste G10-valuta bleef uit. De munt steeg wel ten opzichte van valuta van grote opkomende markten, maar dat gebeurde pas nadat zondagnacht het nieuws over de invoerheffingen bekend was geworden.

    Door: Enrique Diaz-Alvarez

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl




  • Sander Boon over Eurodollar markt en London Gold Pool

    Sander Boon over Eurodollar markt en London Gold Pool

    Na de Tweede Wereldoorlog werd de dollar de wereldreservemunt. De dollar werd niet alleen gebruikt voor internationale transacties, ook werd er internationaal steeds meer geld geleend in deze valuta. Sander Boon vertelt in deze video over het ontstaan van de zogeheten ‘eurodollar’ markt.

    Deze markt werd zo groot dat het uiteenvallen van de London Gold Pool en het loslaten van de koppeling tussen de dollar en goud in 1971 geen grote gevolgen had voor de werking van het internationale monetaire en financiële systeem.

    Dit is een fragment uit de podcast die eerder werd opgenomen. Klik hier voor de volledige video.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines




  • IMF onderzoekt mogelijkheden negatieve rente

    Het IMF onderzoekt de mogelijkheden voor centrale banken om de negatieve rente in een volgende crisis verder op te schroeven. En dat heeft ook gevolgen voor de manier waarop we omgaan met contant geld. De verwachting is namelijk dat spaarders in contant geld zullen vluchten als de rente op spaargeld negatief wordt. In een nieuw onderzoek beschrijft het IMF verschillende mogelijkheden om een vlucht naar cash tegen te gaan.

    Een van de mogelijkheden waar we in het verleden al veel over hebben geschreven is om contant geld volledig af te schaffen. Deze optie is volgens het IMF minder aantrekkelijk, omdat het volledig uit omloop halen van contant geld nog steeds gevoelig ligt. Een alternatief is om contant geld op een andere manier te ontmoedigen, bijvoorbeeld door de waarde ervan te veranderen ten opzichte van giraal geld.

    Ontmoedigen van contant geld

    In het rapport worden twee mogelijkheden genoemd om negatieve rente door te berekenen via contant geld. De eerste variant is om een wisselkoers te introduceren tussen contant geld en bankreserves. Commerciële banken beschikken over reserves bij de centrale bank, die ze op ieder moment kunnen inwisselen voor contant geld. Door een premie op contant geld in te voeren wordt het voor banken duurder om bankbiljetten aan te vragen. Zij kunnen die kosten vervolgens doorberekenen naar de consument.

    Normaal gesproken is de waarde van contant geld gelijk aan die van banktegoeden. Stel dat een bank voor €100.000 aan contant geld nodig heeft om geldautomaten te vullen, dan kan ze die bij de centrale bank bestellen voor precies dat bedrag. In dit voorbeeld zou de centrale bank een negatieve rente op contant geld kunnen introduceren, door een jaar later slechts €99.000 aan reserves terug te geven als de bank €100.000 aan contanten aanbiedt. Op die manier wordt het voor banken duurder om contant geld aan te nemen, kosten die ze kunnen doorberekenen aan klanten.

    Een andere mogelijkheid is om betalingen met contant geld te ontmoedigen via een wisselkoers. De centrale bank kan in dit voorbeeld een wisselkoers communiceren, die winkels vervolgens moeten hanteren in het betalingsverkeer. Dat betekent dat je na verloop van tijd steeds meer betaalt als je met contant geld wilt betalen. Vergelijk het met winkels die betalingen met creditcard accepteren, maar daar een extra premie voor vragen.

    Negatief rendement

    Het idee van het IMF is dat centrale banken een instrument in handen krijgt om negatieve rente door te berekenen voor contant geld. Door de waarde van contant geld door de jaren heen steeds iets verder te laten dalen ten opzichte van giraal geld wordt een vlucht in cash ontmoedigt. Dat is slecht nieuws voor de spaarder, die naast inflatie en vermogensbelasting ook nog aan koopkracht inlevert op contant geld.

    In februari publiceerde het IMF ook al een zogeheten ‘working paper’ over negatieve rente en contant geld. Hierin werden nog meer voorbeelden aangehaald om een vlucht naar contant geld te ontmoedigen. Denk aan bankbiljetten met een beperkte geldigheidsdatum of het periodiek ongeldig verklaren van een deel van alle bankbiljetten.

    Dit artikel verscheen ook op Goudstandaard

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Oostenrijk wil obligaties uitschrijven in Chinese yuan

    Oostenrijk wil als eerste land van de eurozone staatsobligaties uitschrijven in de Chinese yuan. Deze zogeheten panda-obligaties zullen op de Chinese markt worden aangeboden aan beleggers. Het is nog niet bekend hoeveel van deze obligaties uitgeschreven zullen worden en onder welke voorwaarden dat zal plaatsvinden. Het federale financieringsorgaan van Oostenrijk ondertekende afgelopen zondag een intentieverklaring met de Industrial and Commercial Bank of China (ICBC). Als beide partijen een overeenkomst bereiken heeft de Oostenrijkse regering twee jaar lang de mogelijkheid om geld te lenen in de yuan.

    Het is opmerkelijk dat een land uit de Eurozone besluit te lenen in de yuan, aangezien deze munt internationaal minder goed verhandelbaar is dan de euro. Het lijkt dan ook vooral een symbolische maatregel. Oostenrijk zoekt al langer toenadering tot China om de economische banden aan te halen. De bondskanselier was ook aanwezig bij het tweede Belt and Road forum, dat vorige week in Beijing werd gehouden.

    Oostenrijk schrijft als eerste euroland obligaties in yuan uit. Het land is niet de enige, want ook Portugal zou belangstelling hebben om te lenen in de yuan. Buiten de eurozone zijn er reeds obligaties in de Chinese munt uitgeschreven, onder andere in Polen en Hongarije.

    Obligaties in Chinese yuan

    De Chinese yuan staat nog steeds in de kinderschoenen als internationale handelsmunt. Zeker in vergelijking met de dollar en de euro wordt de yuan nog maar weinig gebruikt voor internationale transacties. Ook is het nog maar sinds een paar jaar dat grote centrale banken een substantiële hoeveelheid yuan in hun reserves aanhouden. De ECB voegde de Chinese munt in 2017 aan haar reserves toe, terwijl de Russische centrale bank haar positie in de Chinese munt vorig jaar verder uitbreidde.

    Het probleem van de Chinese munt is dat deze nog niet volledig vrij converteerbaar is. Daardoor het niet mogelijk is om onbeperkt yuan om te wisselen naar een andere valuta. Ook laat de centrale bank van China de munt nog niet volledig vrij bewegen. Het risico van een mogelijke devaluatie blijft daardoor bestaan. Het is dan ook vooral China dat belang heeft bij een grotere rol voor de yuan. Door haar eigen munt te promoten als handelsmunt hoeft ze minder dollars aan te houden. Als andere landen met een goede kredietstatus obligaties in yuan uitschrijven wordt het ook makkelijker om vermogen veilig in de yuan te parkeren.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Federal Reserve overweegt nieuwe variant van monetaire stimulering

    Federal Reserve overweegt nieuwe variant van monetaire stimulering

    De Federal Reserve overweegt een nieuwe vorm van monetaire verruiming. Twee economen van de Amerikaanse centrale bank schreven nieuwe papers, waarin ze pleiten voor een versoepeling van het opkoopprogramma. Zo moeten banken zelf de mogelijkheid krijgen om staatsobligaties om te wisselen voor reserves en vice versa. Dit betekent dat de centrale bank in goede tijden sneller haar balanstotaal kan terugdringen, terwijl banken in onzekere tijden makkelijker staatsobligaties met de centrale bank kunnen ruilen voor nieuwe reserves.

    Deze nieuwe vorm van QE wordt door de centrale bank uitgelegd als een instrument om het balanstotaal van de Federal Reserve sneller af te bouwen, maar het werkt natuurlijk ook de andere kant op. Het zou namelijk betekenen dat de centrale bank op ieder gewenst moment banken van liquiditeit kan voorzien en niet alleen in tijden van crisis. Een gevaarlijke ontwikkeling, omdat beleggers dan niet meer goed kunnen inschatten of de financiële markten zelfstandig kunnen blijven opereren. Het kan een vals signaal van liquiditeit afgeven, omdat de centrale bank dan garant staat als ‘lender of last resort’.

    Tijdens eerder stimuleringsprogramma’s bepaalde de Federal Reserve de omvang en de timing van haar opkoopprogramma, maar bij dit nieuwe voorstel komt het initiatief bij de banken te liggen. Zij kunnen dan op ieder gewenst moment staatsobligaties omwisselen voor reserves en omgekeerd. Het is een marktgedreven vorm van quantitative easing, dat in tijden van crisis zeer onvoorspelbare effecten kan hebben.

    Balanstotaal Federal Reserve sinds 2004

    Federal Reserve verliest de controle?

    De Federal Reserve begon in 2017 met het afbouwen van haar balanstotaal, door een deel van het schuldpapier op de balans niet opnieuw door te rollen. Tot op heden heeft de centrale bank op die manier haar balans met bijna $500 miljard weten terug te brengen tot ongeveer $4 biljoen.

    Deze ontwikkeling liep parallel aan de oplopende spanningen in het financiële systeem, maar was niet de belangrijkste oorzaak voor de plotselinge crisis. Toen de dollarliquiditeit eind vorig jaar opdroogde zorgde dat voor een acute stress op de financiële markten. De Federal Reserve besloot daarom af te zien van de geplande renteverhoging. Ook werd besloten om met ingang van september te stoppen met het afbouwen van de balans. De laatste geruchten wijzen nu op een renteverlaging bij de Amerikaanse centrale bank.

    Ook opvallend is dat de effectieve Federal Funds rate al een paar weken hoger is dan de rente die de centrale bank betaalt over de overtollige reserves (Interest on Excess Reserves). De rente op overtollige reserves is een instrument dat de centrale bank gebruikt om de rente binnen de door haar gewenste bandbreedte te houden. Volgens Sander Boon van Geotrendlines kunnen we hieruit afleiden dat dit beleidsinstrument van de Federal Reserve niet meer naar behoren werkt.

    “De Interest on Excess Reserves wordt door de Fed gepresenteerd als een renteplafond. Het is dus opmerkelijk dat de Fed Funds zich al een tijdje boven het plafond bevindt. Het duidt erop dat de Federal Reserve geen echte controle meer heeft over de korte rente.”

    Federal Funds rate ligt al weken hoger dan rente op overtollige reserves (Bron: Bank of America Merrill Lynch, Bloomberg)

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Beurzen onderuit door onzekerheid over handelsakkoord

    De beurzen in Azië en in Europa zijn vandaag flink lager geopend, nadat de Amerikaanse president Trump via twitter bekendmaakte dat hij de importheffingen voor producten uit China wil verhogen. De laatste weken leek het er juist op dat er een handelsakkoord zou komen tussen beide landen.

    Als gevolg van dit nieuwe dreigement opende de beurs in China vandaag bijna 6% lager. Verschillende Europese beurzen staan op het moment van schrijven 1,5% tot 2% in de min. Op de Nederlandse beurs was staalconcern ArcelorMittal de grootste daler met een verlies van bijna 4%.

    Sinds het begin van dit jaar zaten de beurzen wereldwijd nog in een sterk opwaartse trend. Niet alleen door een koerswijziging van de Federal Reserve, maar ook door constructieve gesprekken over een handelsakkoord tussen de Verenigde Staten en China.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Video: Ronald-Peter Stöferle over de goudmarkt in 2019

    Video: Ronald-Peter Stöferle over de goudmarkt in 2019

    Ronald-Peter Stöferle van het In Gold We Trust rapport hield onlangs een presentatie over de goudmarkt. Bij het European Gold Forum dat vorige maand werd gehouden vertelde hij over het afnemende vertrouwen in centrale banken en de ommekeer in het monetaire beleid.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!