Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Groeivertraging Italië toont aan dat risico’s eurozone volop aanwezig zijn

    Deze analyse is geschreven door Bart Hordijk, valuta-analist bij Monex Europe

    De Italiaanse groeiverwachting voor 2019 die deze week door de Italianen zelf naar beneden werd bijgesteld, illustreert eens te meer dat risico’s voor de euro(zone) uit vele hoeken kunnen komen. De Italianen stelden hun groeiverwachting bij naar 0,1% voor 2019, flink lager dan de 1,0% die in het najaar nog verwacht werd.

    Dit betekent dat het begrotingstekort niet op de geplande 2,04% gaat uitkomen, maar waarschijnlijk eerder rond de 2,5%. Dit kan, zeker als de Italianen in het najaar hun budget voor 2020 door de Europese Commissie goedgekeurd moeten krijgen, gaan leiden tot nieuwe spanningen op de markten voor Italiaanse staatsschulden, die op hun beurt snel kunnen overslaan op de euro (zie onderstaande grafiek).

    Macro-economische risico’s nemen toe

    Eerder werd al waargenomen dat macro-economische risico’s zich opstapelen in de eurozone, wat bijvoorbeeld goed te zien was in de Duitse fabrieksorders die hun laagste punt bereikten sinds de financiële crisis. Daar komen de Italiaanse risico’s nog bovenop. Deze vormen een combinatie van een politiek en een economisch risico, aangezien de keuzes van de huidige regering als onverstandig worden gezien door markten, wat wordt versterkt nu de groei in Europa lijkt te zijn vertraagd.

    Ook is het een reëel risico dat de regering van President Trump achter de Europeanen aan komt wanneer hij klaar is met de handelsoorlog met China. Dit is iets waar dinsdag al een voorproefje van werd geserveerd toen de Amerikaanse regering aankondigde importheffingen ter waarde van $11 miljard te overwegen op Europese goederen naar aanleiding van de EU-subsidies voor het Europese Airbus. Dit werd onlangs als illegaal geclassificeerd door de WTO.

    Uitstel Brexit

    Tenslotte lijkt ook de Brexit af te stevenen op een lange extensie, wat ervoor zorgt dat de onzekerheid in het Verenigd Koninkrijk blijft voortduren, dat ook zo zijn weerslag heeft op de economieën van landen die veel met de Britten handelen, zoals Nederland, Duitsland en Ierland.

    Zelfs als de macro-economische condities in de eurozone verbeteren, dan zijn er nog genoeg scenario’s te bedenken waarbij de euro afzwakt. Deze breed verspreide risico’s zijn reden om het komende halfjaar terughoudend te zijn met het innemen van longposities in de euro tegenover bijvoorbeeld de Amerikaanse dollar.

    Markten prijzen het renteverschil tussen de Italiaanse en de Duitse 10-jarige staatsobligaties momenteel redelijk laag in. Hier kan komende maanden gemakkelijk verandering in komen, wat net als in het najaar 2018 zal wegen op de euro.

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig gelezen worden. Beleggen brengt risico met zich mee en resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.

  • Negatieve rente voedt angst voor ‘secular stagnation’

    Negatieve rente voedt angst voor ‘secular stagnation’

    Op het moment van schrijven hebben staatsobligaties met een totale waarde van pakweg $10 biljoen een negatieve rente. Dat wijst erop dat de wereld afkoerst of opnieuw beland is in deflatoire tijden. Hoe het ook zij, beleggers en beleidsmakers maken zich terecht zorgen over de gezondheid van de wereldeconomie. Die kan wel eens sneller aan vaart verminderen dan nog aan het begin van 2019 voor mogelijk werd gehouden.

    Japan en Duitsland zijn nu in een race verwikkeld voor de prijs van staatsobligaties met de grootste vergoeding. Japan leidt deze onzalige race, maar gevreesd moet worden dat Duitsland wel eens een nationaal record kan breken. In 2016, op het hoogtepunt van de discussie over secular stagnation bereikte de vergoeding op de 10-jaars Bund een dieptepunt van -0,19%. De yield heeft dit jaar -0,07% aangetikt.

    Japan-scenario

    De trend in Duitsland en in mindere mate in bijvoorbeeld Nederland geeft steun aan de veronderstelling dat de eurozone aan het Japaniseren is. Natuurlijk heeft Japan in het verleden unieke fouten gemaakt waardoor in 1990 twee bubbels tegelijk klapten, namelijk de beurs en het onroerend goed. Maar er zijn wel degelijk parallellen. Denk bijvoorbeeld aan de demografische ontwikkeling. Dat is trouwens een ongunstige trend die overal in de westerse wereld terug te zien is.

    Er zijn nog meer parallellen. In de nasleep van de financiële crisis droogde de kredietverlening op, omdat vooral huishoudens en bedrijven fanatiek hun schulden gingen afbetalen, ook al was de rente extreem laag. Dat veroorzaakte in de termen van Richard Koo van Nomura een balansrecessie. Dat overkwam Japan in de jaren na het klappen van de bubbels. Amerikanen en Europeanen reageerden op deze balansrecessie door de fiscale kraan open te draaien en door een extreem soepel monetair beleid te introduceren. Toen de publieke schuldenlast tot in de hemel gestegen was, draaiden overheden de fiscale kraan dicht, zoals Japan in de jaren negentig van de vorige eeuw herhaaldelijk had gedaan.

    Duitse 10-jaars rente opnieuw omlaag (Bron: Bloomberg)

    Seculiere stagnatie

    Het heeft uiteindelijk allemaal niet mogen baten en in 2016 moesten centrale banken erkennen dat ze feitelijk geen wapen meer in handen hadden om de stagnatie te doorbreken. Toen verscheen president Trump op het toneel en met hem een hernieuwde poging tot fiscaal stimuleren. Mede geholpen door het beleid van ‘Abenomics’ in Japan en de Chinese massieve fiscale stimulering kwam de economie weer van de grond.

    Hier houden overigens de overeenkomsten op. Zo financierden de Verenigde Staten hun stimulering door de verkoop van obligaties aan de private sector, terwijl China het stimuleringsbeleid betaalde doordat de centrale bank indirect de aankoop van obligaties door banken financierde. In Japan nam de centrale bank de rekening in het geheel op haar conto. De rente op de Amerikaanse 10-jaars Treasury ligt nog steeds royaal boven het niveau van 1,36% van juli 2016, in tegenstelling tot de eerdergenoemde Bund. De verschillen in niveau onderstrepen nadrukkelijk de groeimogelijkheden van beide economische blokken.

    China

    Misschien geldt het gevaar voor Japanisering nog wel het meest voor China. Vooral dankzij de een-kind-politiek van de afgelopen decennia slaat nu de vergrijzing in combinatie met de ontgroening heel hard toe. De bevolking groeit nog maar amper of niet, terwijl de beroepsbevolking al sinds 2010 aan het krimpen is. Die krimp zal in de komende jaren alleen maar versnellen. Daarentegen zal het aantal senioren groeien van de huidige 10% van de totale bevolking naar 20% in 2035. Deze demografische trends hebben de overheid gedwongen om hun economische groei minder afhankelijk te maken van investeringen en meer te laten leunen op consumptie. Dat blijkt een succes. De spaarquote is gedaald van 42% van het beschikbaar inkomen in 2010 naar 35% in 2018.

    Een belangrijke pijler onder de Chinese groei is altijd het proces van urbanisatie geweest, de massale trek van het platteland naar de stad. Er moest heel snel en heel veel gebouwd worden. Dat stuwde de economie. Nu begint die trek op te drogen door een afnemend aantal jongeren, met als resultaat dat het positief effect van de bouw op de economie aan het verdampen is. Dat gaat druk op de groei zetten!

    Structureel lagere groei

    Japan, China, de Eurozone en de VS, al deze economische blokken zien een structureel lagere groei. De Japanse les zou moeten zijn dat vooral grootschalige fiscale stimulering een effectief antwoord kan zijn. Maar die les is nog steeds niet geleerd, ook niet door Japan zelf. Dat land gaat later dit jaar de consumptie zwaarder belasten.

    Van Duitsland weten we dat ze daar gruwen van fiscale stimulering. Het is echter ook nog maar de vraag of de Trumpiaanse vorm van fiscale stimulering wel de juiste is. Van een gezamenlijke en eenduidige aanpak is nog geen sprake. Waarschijnlijk is de nood nog niet hoog genoeg!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Twijfels over herstel Chinese economie

    Twijfels over herstel Chinese economie

    Enkele decennia geleden gold als wijsheid dat een verkouden Amerikaanse economie een grieperige wereldeconomie als resultaat had. Sinds het begin van deze eeuw is deze wijsheid meer van toepassing op de Chinese economie dan op de Amerikaanse. Dat hebben we afgelopen jaar mogen meemaken. In december 2018 viel de groei in het land van de Draak terug naar 4% en dat was vrijwel onmiddellijk terug te zien in een vertraging van de wereldwijde groei. Vooral de nijverheid en de handel hadden te lijden onder de Chinese vertraging. Belangrijke factoren voor de Chinese terugval waren een beperking van de binnenlandse kredietverlening om de verschuldiging van de economie in te perken en zorgen om de voortdenderende handelsruzie met de Verenigde Staten.

    Nu het eerste kwartaal van 2019 alweer voorbij is lijkt het tij in China te keren en dat zou goed nieuws zijn voor de rest van de wereld. Onderzoeksbureaus als het Britse Fulcrum en de bankiers van Goldman Sachs denken dat de groei in februari weer een niveau van pakweg 6% bereikt heeft en dat is reden voor hernieuwd optimisme. Dat stoelt weer op de overtuiging dat een handelsakkoord met de VS binnen handbereik is. Ook op de introductie van maatregelen in de macro-economische sfeer. Zo wordt de btw herzien en dat moet de belastingdruk verlagen en worden maatregelen in het vooruitzicht gesteld die de kredietverlening moeten versoepelen en de leenkosten moeten verlagen.

    Meer steun voor private sector

    Dat is allemaal van groot belang, maar de belangrijkste verandering is de opstelling van president Xi Jinping ten opzichte van de private sector. In een recente toespreek zei de president de private sector zijn steun toe. Innovatie in die sector moest zijns inziens bevorderd worden en daarvoor was privaat kapitaal een uitstekend middel. Hij voegde er nog aan toe, dat de behandeling van de diverse sectoren binnen China en van bedrijven onder uiteenlopende vormen van eigendom allemaal een gelijke behandeling verdienden. Dat moet buitenlandse bedrijven als muziek in de oren geklonken hebben. Ook in China is de private sector de motor van de groei en het is daarmee van groot belang dat de overheid die sector haar steun toezegt.

    Niets is helemaal zoals het lijkt en dat geldt zeker voor China. In hoeverre is bovenstaand optimisme reëel en in hoeverre kan daarop afgedongen worden? Is bijvoorbeeld de wens de vader van de gedachte als het om het oplossen van het handelsconflict gaat? Zelfs als er morgen een akkoord ligt, dan is daarmee het conflict niet voorgoed uit de wereld. De Verenigde Staten zullen erop willen toezien dat de Chinezen zich aan de afspraken houden en de Chinezen op hun beurt zullen zich blijven verzetten tegen de bemoeizucht van de Amerikanen. Bij een akkoord zullen de geschillen eerder verdiepen dan verdampen. Het ziet er bovendien naar uit dat de Europeanen eindelijk hun naïeve schroom gaan afwerpen en ook de degens gaan kruisen met China.

    Schuld gedreven economische groei

    Ook aan het herstel van de kredietverlening zitten haken en ogen. Het is en blijft een moeilijke opgave om kredietverlening en schuldenlast in een evenwichtige relatie met de economie te brengen en te houden, terwijl je tegelijkertijd de vraag stimuleert. Het kan daarom zomaar dat de overheid onverhoopt opnieuw besluit de kredietverlening in te dammen met alle gevolgen van dien. Diezelfde overheid is er vreemd genoeg afkerig van om fiscaal te stimuleren, wat op zich een gezond alternatief zou zijn.

    En dan is er natuurlijk nog president Xi Jinping. In hoeverre is zijn liefdesverklaring aan de private sector oprecht en gemeend? Een groot deel van zijn entourage is zeer gecharmeerd van de private sector, maar het is de vraag of de president dat zelf ook is. Het recente verleden levert voldoende aanwijzingen voor het omgekeerde. Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken… De vraag of de Chinese economie herstelt, mag met een ja beantwoord worden. De vraag of het herstel duurzaam is, laat zich veel minder eenduidig beantwoorden.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Rally valuta opkomende markten gaat door

    Rally valuta opkomende markten gaat door

    De handelsspanningen tussen de VS en China lopen terug en de gegevens uit China verbeteren, waardoor beleggers zich steeds prettiger voelen bij het wereldwijde macro-economische decor en de beleidsvoering. Als gevolg hiervan leveren risicovolle activa goede prestaties en herstellen ze van de fikse daling die ze eind 2018 hebben doorgemaakt. Vorige week rallyden de valuta’s van bijna elke belangrijke opkomende markt tegen de Amerikaanse dollar, terwijl de G10-valuta binnen een van de nauwste bandbreedtes van de laatste tijd bleven. De enige uitzondering was de Nieuw-Zeelandse dollar, die met ruim 1% daalde.

    Deze week zullen valutamarkten reageren op ontwikkelingen bij de ECB en de Federal Reserve. De Federal Reserve publiceert deze week de notulen van haar meest recente vergadering en de ECB houdt de vergadering voor april. We verwachten dat beide centrale banken naar markten zullen blijven uitstralen dat ze bereid zijn te wachten en een patroon te zien voor de nabije toekomst. Hieronder de belangrijke valuta in detail.

    Euro

    De ECB heeft vorige week opnieuw slecht nieuws ontvangen, nadat het voorlopige kerninflatiepercentage voor maart uitkwam op 0,8% in plaats van op de 0,9% die de markt had ingeprijsd. Dat was dus slechter was dan verwacht. Dit percentage blijft ver onder het gestelde doel van ‘in de buurt van, maar minder dan 2%’ en is het laagste sinds bijna een jaar. De detailhandelsverkopen voor februari in de eurozone stegen met 2,8% ten opzichte van het jaar ervoor. Al met al is het waarschijnlijk dat de economie bescheiden winsten blijft behalen voor 2019, ondersteund door de monetaire stimulering van de ECB.

    We verwachten niet dat er aanstaande donderdag tijdens de vergadering voor april wijzigingen in het monetaire beleid worden doorgevoerd. Wel zal er een levendige discussie worden gevoerd over de opties voor de ECB, mocht deze een beleid willen gaan voeren dat nog meer stimuleert, en over het effect van negatieve percentages op het bankensysteem.

    Inflatie eurozone daalt weer (Bron: Trading Economics)

    Britse pond

    Theresa May heeft geprobeerd de impasse van de Brexit te doorbreken door in gesprek te gaan met oppositieleider Jeremy Corbyn. Terwijl dit wordt geschreven, lijkt er maar weinig vooruitgang te zijn geboekt en dus lijkt een lange periode van uitstel of meerdere periodes van uitstel van de Brexit-deadline steeds waarschijnlijker.

    De twee belangrijkste factoren die deze week effect zullen hebben op het pond zijn de voortgang van de gesprekken tussen May en Corbyn en de vergadering van de Raad van de Europese Unie op woensdag, waarin wordt beslist over May’s aanvraag voor uitstel tot 30 juni.

    Amerikaanse dollar

    De banengroei in de VS zat in februari in een dip, maar is in maart weer opgeklommen. De werkgelegenheidscijfers dragen bij aan het vermoeden dat de economische vertraging in de eerste weken van 2019 slechts tijdelijk was en waarschijnlijk, in ieder geval deels, werd veroorzaakt door statistische grillen als gevolg van seizoenscorrecties in het eerste kwartaal.

    Naast de notulen van de vergadering van maart van de Federal Reserve, worden woensdag ook inflatiegegevens gepubliceerd. Dit zal een test zijn voor de Federal Reserve om te bewijzen dat ze zich ontspannen op kunnen stellen ten opzichte van de inflatiedruk en percentages voor de rest van 2019 onveranderd kunnen houden.

    Door: Enrique Diaz-Alvarez

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl




  • Rusland wil goudmarkt openstellen voor particuliere beleggers

    Rusland wil beleggen in goud toegankelijk maken voor particulieren. Dat schrijft Nikita Knyazev, directeur van de Moscow Exchange, in een artikel dat onlangs verscheen op de website van de Singapore Bullion Market Association (SBMA). Zo overweegt de Russische regering beleggingsgoud belastingvrij te maken, zodat het ook voor particulieren aantrekkelijk wordt om gouden munten en goudbaren te kopen. Ook moet het makkelijker worden om het edelmetaal aan te kopen via een beleggingsrekening.

    Premier Dmitry Medvedev heeft het Russische ministerie van Financiën eerder dit jaar al opdracht gegeven om te onderzoeken of het mogelijk is de btw op goud af te schaffen. Een dergelijke maatregel kan een grote impact hebben op de goudmarkt, omdat er door de btw van 20% vrijwel geen beleggingsgoud wordt verhandeld. Volgens de World Gold Council werd er vorig jaar slechts 2,8 ton aan goud gekocht door particulieren in Rusland, een fractie ten opzichte van landen als China, India of Duitsland.

    Vraag en aanbod Russische goudmarkt (Bron: SBMA)

    Goud als financieel instrument

    Volgens Knyazev is goud een aantrekkelijk financieel instrument voor particulieren. Niet alleen omdat het op de lange termijn bescherming biedt tegen inflatie, maar ook omdat het een manier is om vermogen buiten het banksysteem aan te houden. Hij schrijft dat er veel vermogende Russen zijn die graag hun vermogen willen terughalen uit het buitenland, maar dat ze dat vermogen liever niet op een bankrekening laten staan. In dat geval biedt fysiek goud een uitkomst, omdat dat wel in eigen land bewaard kan worden.

    De Russische overheid probeert particulieren aan te sporen om meer vermogen in eigen land te houden, zeker nu gebleken is dat de Verenigde Staten en Europa sancties kunnen opleggen aan personen en bedrijven. Vanwege het risico dat banktegoeden in het buitenland geblokkeerd kunnen worden zoeken particulieren alternatieve manieren om hun vermogen veilig te bewaren, zo schrijft de directeur van de Moscow Exchange.

    Russische goudmarkt

    Rusland is met een jaarlijks aanbod van bijna 314 ton de derde grootste goudproducent ter wereld. Het grootste gedeelte daarvan komt uit de mijnen, de recycling van sloopgoud is goed voor enkele tientallen tonnen op jaarbasis. De totale productie is de afgelopen jaren in een stabiel tempo van drie tot vijf procent per jaar toegenomen. Bijna al dat goud wordt de laatste jaren opgekocht door de centrale bank, die het edelmetaal zien als een veilig alternatief voor valutareserves.

    Zoals de volgende grafiek laat zien wordt er in Rusland vrijwel geen beleggingsgoud verhandeld. Dat kan echter snel veranderen als het edelmetaal wordt vrijgesteld van btw. Volgens Knyazev zal ongeveer drie tot vijf procent van alle beschikbare spaartegoeden dan omgezet zal worden in edelmetalen, een bedrag van ongeveer $2,6 tot $4,4 miljard. Dat zou bij de huidige goudprijs betekenen dat er 60 tot 100 metrische ton aan beleggingsgoud verkocht kan worden in Rusland.

    Met een belastingvrijstelling voor goud kunnen er ook nieuwe beleggingsproducten worden aangeboden. Zo kunnen de naar schatting twee miljoen private beleggers die actief zijn op de beurs van Moskou ook rechtstreeks het edelmetaal aan hun portefeuille toevoegen. En daar is zeker markt voor, als we de plaatsvervangend minister van Financiën Alexei Moiseyev mogen geloven. Eind vorig jaar zei hij in een interview met Reuters dat China en Kazachstan zeer positieve ervaringen hebben met het belastingvrij maken van goud. Ook bevestigde hij dat erin Rusland veel belangstelling is om goud te kopen.

    “We hebben verschillende verzoeken gekregen van banken, waarin ze zeggen dat hun klanten klaar zijn om te de-dollariseren. Daarvoor hebben ze een btw-vriendelijk regime nodig om goud te kopen en verkopen. Deze mensen zouden graag hun kapitaal weer in bezit willen nemen, bijvoorbeeld uit Zwitserse banken, maar ze willen niet investeren in roebels. Ze willen goud.”

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard

    Lees ook:




  • Saudi-Arabië dreigt olie niet langer in dollars af te rekenen

    Saudi-Arabië dreigt olie niet langer in dollars af te rekenen

    Saoedi-Arabië dreigt olie in andere valuta dan de dollar af rekenen, indien de Verenigde Staten een wetsvoorstel aannemen waarmee OPEC-landen aan Amerikaanse anti-trust wetgeving onderworpen kunnen worden. Dat schrijft Reuters op basis van drie bronnen die betrokken zijn bij het Saudische energiebeleid. Volgens twee van deze bronnen heeft de oliestaat dit plan al met andere landen binnen de OPEC-alliantie besproken. Ook zou de Amerikaanse regering ervan op de hoogte zijn gebracht.

    Aanleiding voor dit dreigement is een wetsvoorstel genaamd NOPEC, wat staat voor ‘No Oil Producing and Exporting Cartels Act’. Met dit wetsvoorstel wil de Amerikaanse regering een einde maken aan de immuniteit van landen die onderdeel zijn van het oliekartel. Het wetsvoorstel stamt al uit 2000, maar kreeg tot voor kort onvoldoende draagvlak. Dat veranderde met de komst van president Trump, die zich zeer kritisch heeft uitgelaten over de hoogte van de olieprijs. Als het NOPEC wetsvoorstel wordt aangenomen kan de regering sancties opleggen aan landen die zich schuldig maken aan een prijskartel.

    Geen olie in dollars

    Saudi-Arabië wil niet dat dit wetsvoorstel wordt aangenomen en dreigt daarom de dollar opzij te zetten als dat toch gebeurt. Een dergelijke maatregel zou zeer problematisch zijn voor de Verenigde Staten, omdat de dollar voor een belangrijk deel haar waarde ontleent aan het feit dat veel olie in deze valuta wordt afgerekend. Saoedi-Arabië is goed voor ongeveer 1/10 deel van de wereldwijde olieproductie en is de grootste exporteur van olie ter wereld. Vorig jaar exporteerde het land voor $356 miljard aan olie naar het buitenland.

    De Amerikaanse dollar is nog steeds de belangrijkste handelsmunt, mede omdat olie overwegend in deze valuta verhandeld wordt. Als Saoedi-Arabië besluit over te stappen op andere valuta, dan zou de dollar haar momentum kunnen verliezen als belangrijkste oliemunt. Het is geen geheim dat een grote olieproducent als Rusland en belangrijke afnemers als China en Europa niet blij zijn met het dollarmonopolie. Een belangrijke olieproducenten als Rusland wil haar olie ook graag in andere valuta afrekenen dan de dollar. Iran en Venezuela rekenen de olie al af in andere valuta.

    Euro als nieuwe oliemunt?

    Ook vanuit Europa is er de wens om de euro te promoten als internationale handelsmunt. Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, zei vorig jaar in een toespraak dat het absurd is dat Europa haar import van energie in dollars afrekent. Hij pleitte voor een grotere rol voor de euro als internationale handelsmunt, onder meer voor de import van olie en gas. De Europese Commissie kwam eind vorig jaar met een voorstel om die verandering in gang te zetten. Dit initiatief kon ook op steun vanuit Rusland rekenen.

    Ook China zoekt alternatieven voor de dollar in de oliehandel. Zo introduceerde het land vorig jaar nieuwe oliecontracten in yuan, waarmee olie rechtstreeks in de Chinese munt kan worden afgerekend. Deze oliecontracten hebben nog geen significant marktaandeel, maar deze trend is wel veelzeggend.

    Saudi-Arabië dreigt bezittingen te verkopen

    Saoedi-Arabië dreigt niet alleen olie in andere valuta dan de dollar te verhandelen, maar ook om bezittingen in de Verenigde Staten te verkopen. De oliestaat heeft voor bijna $1 biljoen geïnvesteerd in de Verenigde Staten. Daarnaast bezit het koninkrijk voor $160 miljard aan Amerikaanse staatsleningen. Zou ze deze bezittingen van de hand doen, dan wordt ook de koppeling tussen de dollar en de Saoedische rial onhoudbaar.

    De dreigementen van Saoedi-Arabië aan het adres van de Verenigde Staten symboliseren de nieuwe machtsverhoudingen in de wereld. Naarmate de dollar vaker als politiek wapen wordt ingezet zullen meer landen zich tegen de monopoliepositie van de dollar keren. We blijven deze ontwikkeling volgen.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Spaargedrag in een laag renteklimaat, wat kunnen we leren van Japan?

    Aangezien de rentetarieven ook na normalisatie van het monetaire beleid laag blijven, onderzochten Piya Sachdeva en Keith Wade, economen bij Schroders, of het lage rendement op cash ertoe kan leiden dat huishoudens meer risico’s nemen om een hoger rendement te behalen. Hiervoor keken zij naar het gedrag van Japanse spaarders die al jaren achtereen te maken hebben met uitzonderlijk lage rentetarieven. In hoeverre zou het gedrag van Japanse huishoudens zich kunnen herhalen in andere ontwikkelde markten, zoals de VS, de eurozone en het Verenigd Koninkrijk?

    Wijziging in allocatie portefeuille particuliere belegger

    Het belang van een verschuiving in de allocatie van de portefeuille van huishoudens is drieledig. Ten eerste geeft dit inzicht in de toekomstige beleggingstrends van particulieren en in het bijzonder in de toekomstige vraag naar risicovolle en conservatieve beleggingsproducten. Ten tweede is de bereidheid van huishoudens om meer risico’s te nemen van belang voor de reële economie als belangrijk kanaal voor het transmissiemechanisme van het monetaire beleid. Ten derde draagt het onderzoek bij tot een beter begrip van de geldstromen van particuliere beleggers, die een rol kunnen spelen bij het bepalen van de marktprijzen.

    Het is te verwachten dat in de komende tien jaar de rente hoger zal zijn dan de uitzonderlijk lage niveaus van vandaag, maar waarschijnlijk nog steeds relatief laag zal zijn in vergelijking met de rente van voor de wereldwijde financiële crisis. Het lijkt daarom logisch om aan te nemen dat een laag rendement op spaargeld particuliere beleggers ertoe zou aanzetten om af te stappen van cash en over te stappen op activa met een hoger risico die mogelijk een hoger rendement bieden.

    Er zijn aanwijzingen dat Japanse huishoudens die al 20 jaar te maken hebben met een laag renteklimaat geneigd zijn meer risico’s te nemen – met name door meer exposure op buitenlandse valuta, aandelen en obligaties. Het nemen van extra risico’s echter blijkt marginaal van invloed te zijn in de bredere context van een zeer conservatieve asset allocatie. Japanse particuliere beleggers houden veel meer cash aan dan beleggers in andere ontwikkelde markten.

    Wat veroorzaakt spaargedrag Japanse belegger?

    De sombere aandelenrendementen, de risico-aversie en het aanhoudende deflatoire klimaat kunnen helpen verklaren waarom de Japanse belegger zijn koers nauwelijks wijzigt. Deze factoren zijn enigszins uniek voor Japan bij het maken van vergelijkingen met andere ontwikkelde markten zoals de VS, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone. Van deze markten lijkt de eurozone qua rendement en demografie het meest op Japan.

    Het ‘demografische effect’ – waarbij beleggers conservatiever worden, naarmate ze ouder worden – blijkt geen kenmerk van de Japanse retail belegger te zijn. Huishoudens van zestig jaar en ouder hebben immers het grootste deel van de risicodragende activa in handen. Dit is misschien minder verrassend gezien de enorme stijging van de levensverwachting van de Japanner.

    Lees meer in het uitgebreide artikel “Savings behaviour in a low interest rate environment: What can we learn from Japanese households?” van Piya Sachdeva, econoom, en Keith Wade, hoofdeconoom, bij Schroders.




  • Moore: ‘Federal Reserve moet rente verlagen’

    Moore: ‘Federal Reserve moet rente verlagen’

    De Federal Reserve zou de rente direct met een half procentpunt moeten verlagen. Dat zei Stephen Moore, kandidaat voor de raad van bestuur van de centrale bank, in een interview met de New York Times. Moore heeft als economisch adviseur van Trump vooral naam gemaakt met fiscale stimuleringsplannen, maar hij wil nu ook meer invloed uitoefenen op het monetaire beleid.

    Moore was uitgesproken tegenstander van de laatste twee renteverhogingen van de Federal Reserve, die in september en december vorig jaar. Die laatste renteverhoging maakte hem en president Trump zelfs woest, zo zei hij in het interview. Hij was het niet eens met de renteverhoging, omdat de grondstofprijzen in een dalende trend zaten. Daardoor was er helemaal geen noodzaak om nog een renteverhoging door te drukken.

    Rente afstemmen op grondstoffen

    Volgens Moore zou de Federal Reserve haar rentebeleid meer moeten afstemmen op de prijsontwikkeling van grondstoffen, zoals olie, metalen en landbouwproducten. Volgens de voormalig adviseur van Trump geven grondstoffenprijzen namelijk een goede indicatie van de inflatie. De centrale bank zou daarom voor haar rentebeleid meer aandacht moeten besteden aan de prijs van grondstoffen.

    Momenteel stemt de Federal Reserve haar rentebeleid af op de kerninflatie, waar de kosten voor voedsel en energie juist geen onderdeel van uitmaken. Dit inflatiecijfer is minder volatiel, maar is door het weglaten van twee belangrijke kostenposten minder representatief voor de werkelijke inflatie. Hogere prijzen voor energie en voedsel hebben direct impact op de koopkracht van Amerikanen, maar worden niet meteen zichtbaar in het inflatiecijfer waar de centrale bank naar kijkt.

    Renteverlaging noodzakelijk?

    Toch betwijfelen veel economen of de aanpak van Moore een beter monetair beleid oplevert. In 2008 gingen de grondstofprijzen door het dak, terwijl er al een recessie onderweg was. Had de Federal Reserve haar rente toen afgestemd op de grondstofprijzen, dan had ze de rente op dat moment moeten verhogen. In dat geval was de crisis misschien nog wel harder aangekomen. Hetzelfde kan gezegd worden van de periode 2010-2011. De grondstofprijzen klommen weer op uit het dieptepunt van de crisis. Dat zou betekenen dat de centrale bank toen al de rente had moeten verhogen, terwijl de economie toen net uit de crisis kwam.

    Moore pleit voor een directe verlaging van de rente, maar hij is niet de enige die deze optie open houdt. Volgens Janet Yellen kan de omkering van de rentecurve een signaal zijn dat er misschien toch een renteverlaging nodig is. Dat zou gezichtsverlies betekenen voor Fed-voorzitter Jerome Powell. Hij heeft de rente structureel verhoogd sinds hij voorzitter is. Hieronder ziet u een interview met Stephen Moore bij Bloomberg.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Pond daalt sterk door nieuwe onzekerheid Brexit, Turkse lira veert op

    Het is het Britse parlement niet gelukt om tot overeenstemming te komen over hoe het Brexit-proces moet worden voortgezet en de meest recente afwijzing van May’s terugtrekkingsovereenkomst gaf de pond een harde klap. De pond daalde met bijna 2% en was daarmee de slechtst presterende G10-valuta. De Turkse lira heeft een paar recente verliezen kunnen inhalen doordat Erdogan de handel in de valuta op de buitenlandse markt heeft verstoord. Het was een succesvolle poging om de valuta precies lang genoeg te stabiliseren voor de lokale verkiezingen. Wat er nu gaat gebeuren is een groot vraagteken, hoewel de extreme daling in de FX-voorraad van de centrale bank niet veel goeds voorspelt.

    De cijfers van deze week zijn sterk begonnen met PMI-indicatoren voor zakelijke activiteit in China die in de loop van het weekend alle verwachtingen overstegen. Naar aanleiding van de flash-inflatie in de eurozone afgelopen maandag worden de notulen van de meest recente vergadering van de ECB aanstaande donderdag gepubliceerd. Vrijdagmiddag zal het Amerikaanse banencijfer van maart volgen. Bevestiging van de loongroei in dat laatste rapport zou de rally in rendementen, merkbaar sinds de laatste vergadering van de Federal Reserve, aanzienlijk terug kunnen dringen. Hieronder de belangrijke valuta in detail.

    Euro

    Het economische nieuws uit de eurozone was afgelopen week wat positiever na de teleurstellende industriële activiteiten van de week ervoor. De Duitse detailhandelsverkopen waren erg hoog en deze zijn voor eerdere maanden naar boven bijgesteld. Door ‘dovish’ geluiden van ECB-medewerkers bleef de euro echter in het nadeel en aan de ondergrens van de bandbreedte tegenover de Amerikaanse dollar. Het flash-inflatiepercentage voor maart is de belangrijkste publicatie van de week. Gezien het feit dat de markt een daling van 0,1% in de kerncijfers inprijst, denken we dat een herhaling van de 1% van vorige maand genoeg zal zijn om een bescheiden rally van de euro te initiëren vanaf de huidige positie onderin de bandbreedte.

    Britse pond

    Het Britse parlement kon het niet eens worden over een werkwijze met betrekking tot de Brexit, behalve dat May’s terugtrekkingsovereenkomst voor de derde keer werd afgewezen. De nieuwe optie wordt nu een Brexit zonder akkoord op 12 april, hoewel we dit nog voor onwaarschijnlijk houden. Wij gaan nog steeds uit van het scenario dat er een langere periode van uitstel komt zodat het Verenigd Koninkrijk de tijd heeft om een politieke meerderheid te krijgen voor een van de opties, eventueel door middel van verkiezingen. Voor de komende tijd staan er nieuwe stemmingen in het parlement op het programma over verschillende Brexit-versies. Hierbij is het doel dat minimaal één versie niet definitief wordt afgewezen. Er wordt volatiliteit verwacht voor de pond totdat er uitstel is aangevraagd en goedgekeurd.

    Amerikaanse dollar

    De grotendeels secundaire cijfers uit de VS van vorige week waren op de balans zwakker dan verwacht, maar niet zo erg dat het macro-economische beeld aanzienlijk zou veranderen. We verwachten dat het banencijfer van vrijdag de situatie deels in een positiever licht zal stellen. Vooral een aanhoudende loonstijging in combinatie met een solide banengroei kan een einde maken aan de verzengende, wereldwijde rally van staatsobligaties.

    Door: Enrique Diaz-Alvarez

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl




  • Landen eurozone mogen geen goud verkopen zonder toestemming ECB

    Landen die lid zijn van de eurozone mogen hun goudvoorraad niet verkopen zonder toestemming van de ECB. Dat zei Mario Draghi deze week in reactie op een vraag van twee Italiaanse leden van het Europees Parlement. Dat betekent dat de Italiaanse regering geen goud kan verkopen om haar tekorten te financieren. Volgens de president van de centrale bank is voor deze aanpak gekozen om een consistent monetair beleid te kunnen voeren binnen de eurozone.

    Binnen het Europese stelsel van centrale banken is de ECB verantwoordelijk voor het monetaire beleid. De nationale centrale banken binnen de eurozone hebben vervolgens de taak om dit beleid uit te voeren. Dat betekent dat nationale centrale banken boven een bepaald bedrag niet zelfstandig goudvoorraden of valutareserves mogen verkopen. Het doel van deze regels is om te voorkomen dat overheden een beroep kunnen doen op de centrale bank om de tekorten op de begroting te financieren.

    Landen Eurozone mogen geen goud verkopen

    Het uitgangspunt van de muntunie is dat centrale banken onafhankelijk kunnen opereren, dus zonder inmenging van de politiek. Deze regels bestaan al sinds de oprichting van de muntunie, maar zijn recent opnieuw onder de aandacht gekomen. Een politieke partij in Italië diende eerder dit jaar namelijk een wetsvoorstel in om de goudvoorraad te verkopen. Dat is onder de huidige Europese regels dus niet mogelijk.

    De lidstaten van de eurozone bezitten gezamenlijk meer dan 10.000 metrische ton aan goud, goed voor een waarde van bijna €400 miljard. Deze goudvoorraad wordt ieder kwartaal opnieuw gewaardeerd tegen de actuele goudprijs.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • ECB wil negatieve rente voor banken versoepelen?

    De ECB onderzoekt mogelijkheden om de negatieve rente voor banken te verlagen, zo meldt persbureau Reuters. Op die manier wordt de druk op de banken verminderd die veel overtollige reserves aanhouden bij de centrale bank. Vooral Franse en Duitse banken hebben last van de boeterente, die in 2014 door de centrale bank werd ingevoerd. Er zouden plannen zijn voor een stapsgewijs systeem, waarbij het rentetarief van -0,4% niet meer over het volledige bedrag berekend wordt.

    De afgelopen jaren heeft de ECB met haar opkoopprogramma voor meer dan €2.600 miljard aan obligaties uit de markt gehaald. In ruil daarvoor kregen banken een tegoed bij de centrale bank, waarover ze rente moeten betalen. Jaarlijks gaat het om een bedrag van meer dan €7 miljard, dat direct ten koste gaat van de winst van de banken. Door het beleid van negatieve rente te versoepelen wordt de druk op de Europese bankensector verlicht.

    Minder negatieve rente

    De Europese centrale bank zou niet de eerste zijn om de negatieve rente te versoepelen. Reuters weet te melden dat onder andere Japan, Zweden en Zwitserland al een getrapt systeem voor negatieve rente hanteren. Ook binnen de ECB is het voorstel al eens ter sprake gekomen, namelijk bij de bijeenkomst van maart 2016. Men besloot toen om het plan niet door te voeren. Dat er drie jaar later nog steeds over gesproken wordt doet vermoeden dat de Europese bankensector er toch niet zo goed voor staat.

    Eerder dit jaar kondigde de ECB al een nieuwe ronde van liquiditeitssteun voor banken aan. Ook werd besloten om de eerste renteverhoging uit te stellen tot tenminste volgend jaar. Net als de Federal Reserve kiest dus ook de Europese Centrale Bank ervoor om nog wat langer vast te houden aan een ruim monetair beleid. Beleggers reageerden positief op het nieuws. De index van Europese bankaandelen, die een bijzonder slecht jaar achter de rug heeft, ging woensdag met meer dan 3% omhoog.

    Europese bankenaandelen in de lift na geruchten over versoepeling negatieve rente (Bron: Zero Hedge)

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard