Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Chinese aandelenmarkt ruim 30% gestegen sinds begin dit jaar

    Chinese aandelenmarkt ruim 30% gestegen sinds begin dit jaar

    De Chinese aandelenmarkten zijn sinds het begin van dit jaar met meer dan 30% in waarde gestegen. De Shanghai Composite is dit jaar al ruim 30% meer waard geworden, terwijl de belangrijkste Amerikaanse beursindices maar 15% hoger staan dan begin dit jaar. Het herstel volgt op het slechte beursjaar van 2018, toen de belangrijkste beursindices in China ruim 24% daalden.

    Beleggers hebben weer meer vertrouwen in de Chinese economie, omdat de cijfers minder tegenvallen dan eerder werd gevreesd. Ook is er zicht is op een handelsakkoord met de Verenigde Staten, waardoor de dreiging van nieuwe handelsbeperkingen afneemt. De CSI 300 aandelenindex steeg dit jaar van 3.000 naar 4.000 punten. Deze index bestaat uit de 300 grootste beursgenoteerde bedrijven op het Chinese vasteland.

    Aandelenmarkt China herstelt

    Het herstel van de Chinese aandelenmarkt is niet alleen het resultaat van externe factoren, maar ook van verwachte stimuleringsmaatregelen. De Chinese premier Li Keqiang kondigde een maand geleden nieuwe fiscale stimulering aan om de economische groei aan te jagen.

    De Chinese overheid wil meer belastingvoordelen uitdelen, waardoor het begrotingstekort zal toenemen tot 2,8% van het bbp. Ook heeft de centrale bank de afgelopen maanden de reserve-eisen voor de banken versoepeld, zodat ze meer krediet kunnen verlenen. Beleggers zien dit als een goed moment om weer in aandelen te stappen.

    Chinese CSI 300 aandelenindex is dit jaar al meer dan 30% gestegen (Bron: Google)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Duitsers kopen sinds crisis massaal beleggingsgoud

    Duitsers kopen sinds crisis massaal beleggingsgoud

    Duitsers hebben een manier gevonden om zich in te dekken tegen de lage spaarrente, namelijk door goud te kopen. De afgelopen jaren hebben onze oosterburen honderden tonnen goud gekocht in de vorm van sieraden, munten en baren. Vooral beleggingsgoud blijkt populair. Naar schatting is er sinds 2010 voor bijna duizend ton aan munten en baren aangekocht, zo schrijft de Duitse krant Die Welt.

    Deze cijfers zijn gebaseerd op een onderzoek van de Steinbeis University onder 2.000 respondenten. De resultaten geven dus slechts een indicatie van de werkelijke goudaankopen in Duitsland. Het onderzoek is de afgelopen jaren meerdere malen uitgevoerd, waardoor we ook een trend in de cijfers kunnen herkennen. Samen met de goudvoorraad van de centrale bank bezitten de Duitsers ongeveer 6,5% van de wereldwijde bovengrondse goudvoorraad.

    Bijna 9.000 ton aan goud in private handen

    Volgens het laatste onderzoek is er in Duitsland ongeveer 8.918 ton goud in private handen. Daarvan bestaat iets minder dan de helft (3.993 ton) uit sieraden en een meerderheid uit beleggingsgoud (4.925 ton). Vergeleken met het vorige onderzoek dat drie jaar geleden werd uitgevoerd is dat een toename van 246 ton, die bijna volledig voor rekening komt van het beleggingsgoud.

    Sinds 2010 is het geschatte bezit van sieraden in Duitsland gestegen van 3.566 naar 3.993 ton, een toename van bijna 12 procent. Het bezit van beleggingsgoud nam in dezelfde periode nog sneller toe. Sinds 2010 groeide het bezit van gouden munten en baren van 3.992 naar 4.925 ton, een stijging van ruim 23 procent. Het meest populair zijn de goudbaren van 100 gram en beleggingsmunten van 1 troy ounce. Deze hebben een lage premie en zijn gemakkelijk te verhandelen.

    Uit het onderzoek kwam naar voren dat een volwassene in Duitsland gemiddeld 58 gram goud aan sieraden en 71 gram aan beleggingsgoud bezit. Het is de vraag in hoeverre dat gemiddelde representatief is, aangezien er ook veel mensen zijn die vrijwel geen edelmetaal bezitten. Van de respondenten bezit 61,6% gouden sieraden, terwijl 37,9% gouden munten of baren bezit. Slechts 14,5% heeft een beleggingsproduct gerelateerd aan edelmetalen, zoals een exchange traded fund.

    Veel goud in opslag

    Uit het onderzoek blijkt dat de meeste Duitsers hun edelmetalen thuis of in een bankkluisje bewaren. Slechts 5% kiest voor opslag van edelmetaal bij een gespecialiseerd opslagbedrijf buiten het financiële systeem. Dat is opvallend, als je bedenkt dat een bankkluisje in een grote financiële crisis vaak niet bereikbaar is. Juist op het moment waarop je het goud het meest nodig hebt – als banken dreigen om te vallen – weet je niet zeker of je erbij kunt. Tijdens een bank holiday zijn ook de bankkluisjes niet toegankelijk. Van alle respondenten geeft 17% aan het goud op een andere manier te bewaren.

    Duitsers blijven goud kopen

    Veel Duitsers bezitten gouden sieraden, beleggingsgoud maakt opmars

    Meeste Duitsers bewaren fysiek goud thuis of in bankkluisje

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Turkije heeft bijna geen valutareserves meer

    Turkije heeft bijna geen valutareserves meer

    De centrale bank van Turkije probeert de waarde van haar munt te ondersteunen, maar de bodem van de reserves is bijna in zicht. De Financial Times meldt dat de Turkse centrale bank de laatste maanden zelfs dollars leent om haar reserves op te krikken. Naar eigen zeggen beschikte de centrale bank begin april over $28,1 miljard aan valutareserves, maar uit een analyse van de krant blijkt dat dit cijfer is opgekrikt met geleend geld.

    De centrale bank heeft de laatste weken valutaswaps gesloten met commerciële banken, door dollars te lenen in ruil voor Turkse lira. Deze contracten hebben een korte looptijd, wat betekent dat de centrale bank deze middelen eigenlijk niet kan gebruiken om de lira te ondersteunen. Gecorrigeerd voor deze boekhoudkundige ingreep bedragen de valutareserves daarom minder dan $16 miljard. Dat zou betekenen dat Turkije bijna geen vreemde valuta meer achter de hand heeft om de lira te verdedigen.

    Turkse centrale bank bijna door valutareserves heen? (Bron: Financial Times)

    Kan Turkije de lira verdedigen?

    Volgens de centrale bank is het gebruik van dit soort valutaswaps niet in strijd met de regels, maar analisten waarschuwen dat het niet zonder risico’s is. Het is namelijk niet goed voor de geloofwaardigheid van de centrale bank. Valutaspecialist Piotr Matys van de Rabobank zei tegen de Financial Times dat deze methode een vorm van ‘window dressing’ is, bedoeld om de markt te overtuigen. Het moet de indruk geven dat de centrale bank meer reserves heeft dan wat er in werkelijkheid aanwezig is.

    Een centrale bank houdt normaal gesproken valutareserves aan om de waarde van haar munt te kunnen manipuleren. Daalt de waarde van de eigen munt, dan kan de centrale bank deze verdedigen door haar eigen munt in te kopen met behulp van vreemde valuta. Als de Turkse centrale bank inderdaad krap in de valutareserves zit, dan zou dat betekenen dat ze weinig ruimte heeft om de lira te verdedigen. De Turkse economie moet de komende twaalf maanden $177 miljard aan dollarleningen herfinancieren, wat betekent dat de vraag naar dollars in de binnenlandse economie groot is.

    Het is dan ook niet vreemd dat de Turkse regering er belang bij heeft om internationale handel vaker in haar eigen munt af te rekenen. Zo wil het land onder andere met Rusland en Iran in nationale valuta handelen. Vanwege Amerikaanse sancties zoekt Turkije nu een alternatieve route om met Iran te kunnen handelen. Ook dat past in het streven om minder afhankelijk te worden van de dollar.

    Erdogan weerlegt kritiek

    De Turkse president Erdogan bekritiseerde de analyse van de Financial Times. Volgens hem wordt ten onrechte de indruk gewekt dat de Turkse economie in de problemen zit. Erdogan waarschuwde analisten bij investeringsbanken om geen negatieve adviezen over de lira te verspreiden.

    In reactie op de berichtgeving van de Financial Times daalde de waarde van de Turkse lira met 2% ten opzichte van de dollar. Op het dieptepunt stond de munt zelfs op het laagste niveau tegenover de dollar in zes maanden. Voor een gedeelte is dat te verklaren door het aansterken van de dollar, maar handelaren op de valutamarkt zijn er toch niet gerust op dat de Turkse centrale bank een valutacrisis kan voorkomen.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Bank of Japan wordt grootste aandeelhouder op Japanse beurs

    Bank of Japan wordt grootste aandeelhouder op Japanse beurs

    De Bank of Japan zal volgend jaar de grootste aandeelhouder worden op de Japanse aandelenmarkt. Blijft de centrale bank in dit tempo aandelen opkopen, dan zal ze volgend jaar het grootste pensioenfonds inhalen. De Bank of Japan heeft al voor ¥28 biljoen aan aandelen op haar balans staan, maar wil daar jaarlijks nog eens ¥6 biljoen aan toevoegen. Dat betekent dat de centrale bank eind 2020 voor ongeveer ¥40 biljoen aan aandelen bezit, meer dan het nationale pensioenfonds.

    De Japanse centrale bank koopt de laatste jaren naast staatsobligaties ook aandelen van bedrijven om de inflatie aan te jagen. Tot op heden zonder veel succes, want de inflatie in Japan is nog steeds hardnekkig laag. De economie heeft zoveel schulden dat er weinig economische groei is, dus probeert de centrale bank groei te bewerkstelligen door meer geld in de economie te pompen. Zo is het balanstotaal van de centrale bank sinds 2012 spectaculair toegenomen, van ¥150 naar ¥560 biljoen . Daarmee is het balanstotaal inmiddels groter dan het bruto binnenlands product van Japan.

    De Bank of Japan is nu al de grootste aandeelhouder van 23 beursgenoteerde bedrijven, waaronder Nidec, Fanuc en Omron. Van bijna de helft van alle beursgenoteerde bedrijven behoort de centrale bank tot de tien grootste aandeelhouders. De centrale bank koopt niet rechtstreeks aandelen, maar doet dat via zogeheten exchange traded funds (ETF’s).

    Balanstotaal Bank of Japan (Bron: Trading Economics)

    Centrale bank wordt grootste aandeelhouder

    De centrale bank van Japan is op weg om de grootste aandeelhouder te worden, terwijl ze ook al een groot deel van de staatsschuld heeft overgenomen. In februari stond er namelijk voor ¥465,8 biljoen aan staatsleningen op de balans, meer dan de helft van alle staatsleningen die momenteel in omloop zijn. De centrale bank koopt obligaties en aandelen om de markt ‘stabiel’ te houden, maar het beleid is zeker niet zonder risico’s. In het verleden draaide het vaak uit op hyperinflatie, omdat het vertrouwen in het geld verdampte.

    Internationaal komt er ook meer kritiek op het agressieve monetaire beleid in Japan. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) waarschuwt dat het opkoopprogramma de marktdiscipline wegneemt. Bedrijven worden beloond voor het feit dat ze in een aandelenindex zijn opgenomen, in plaats van dat ze een bedrijfsstrategie volgen die rendement oplevert. Door ingrijpen van de centrale bank stijgen de aandelenkoersen, ook van bedrijven die het slecht doen. Daardoor wordt het voor beleggers moeilijker om een rationele afweging te maken.

    Een ander risico is dat de Japanse centrale bank de ingeslagen koers niet zomaar kan veranderen. Alleen al de aankondiging dat ze minder aandelen gaat kopen kan de beurskoersen doen kelderen. Hetzelfde geldt voor het opkoopprogramma voor staatsobligaties. Er is geen weg meer terug, zonder de financiële stabiliteit in gevaar te brengen.

    Lees ook:

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Sander Boon en Arno Wellens: De EU, de euro en de gele hesjes

    Zaterdag 20 april organiseert De Nieuwe Zuil een netwerkevent met als onderwerp: De Euro en de gele hesjes. Politicoloog Sander Boon en onderzoeksjournalist Arno Wellens zullen spreken over de relatie tussen de EU, de euro en de gele hesjes. In hoeverre is de onvrede in Europa en de opkomst van het populisme te wijten aan economisch beleid?

    Het DNZ netwerkevent vindt plaats tussen 13:30 en 17:00 uur in de Oosterkerk te Amsterdam, goed bereikbaar met OV en auto. Tickets zijn te koop vanaf 10 euro.

    Na afloop van het event bestaat de mogelijkheid om samen bij een café in de buurt na te borrelen. Voor de liefhebbers is het mogelijk om na afloop te dineren met de sprekers en het organisatieteam.

    Over de sprekers

    Sander Boon (1971) is politicoloog. Na zijn studie werkte Sander bij politieke denktanks en hij specialiseerde zich in financieel-economisch, sociaal-economisch en monetair beleid. Hij adviseerde politieke partijen en schreef voor een aantal partijen het partijprogramma.

    Arno Wellens is een Nederlands publicist, schrijver en financieel journalist die voornamelijk over economie en de Europese Unie schrijft. Wellens was redactielid van de website 925.nl, werkte vier jaar voor Quote en was tot voor kort auteur bij het journalistieke platform van Follow the Money.

    Klik hier voor een eerste vooruitblik van wat Sander Boon te vertellen heeft.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • ECB levert financiële bijdrage voor wederopbouw Notre Dame

    ECB levert financiële bijdrage voor wederopbouw Notre Dame

    Update: In het oorspronkelijke bericht werd een bedrag van €9 miljoen genoemd, maar dat blijkt onjuist. Wel is er sprake van een financiële bijdrage, maar de centrale bank wil geen bedragen noemen. Het geld komt uit een fonds dat gevuld wordt met vergoedingen die bestuursleden soms ongevraagd krijgen voor spreekbeurten.

    De ECB levert een financiële bijdrage voor de wederopbouw van de Notre Dame. Daarmee sluit de centrale bank zich aan bij een groep miljardairs, ondernemingen en organisaties die gezamenlijk al meer dan €700 miljoen beschikbaar hebben gesteld. Via twitter maakte de centrale bank haar plannen bekend:

    “We zijn bemoedigd door het initiatief om dit herkenningspunt te herstellen en opnieuw te bouwen. De ECB zal een financiële bijdrage leveren aan de restauratie.”

    Het initiatief van de centrale bank is nobel, maar tegelijkertijd zijn er ook vraagtekens. Is het wel de taak van de ECB om voor dit soort zaken geld beschikbaar te stellen? En hoe zit het dan met andere rampen die plaatsvinden in lidstaten van de Eurozone?

    Kritiek

    Op twitter kreeg de centrale bank veel kritiek. Sommigen vragen zich af of deze vorm van steun niet in strijd is met het mandaat van de ECB, omdat het uitgelegd kan worden als een vorm van monetaire financiering. Anderen vragen zich af waar de ECB was toen in 2009 en in 2016 tal van Italiaanse dorpen met historische gebouwen instortten bij een aardbeving. Ook suggereerde iemand dat de centrale bank de spreekwoordelijke geldpers heeft aangezet om geld te geven aan de wederopbouw van de Notre Dame.

    Natuurlijk is het dramatisch wat er deze week in Parijs is gebeurd, maar dat neemt niet weg dat een centrale bank zich moet richten op haar kerntaken en alles moet doen om haar onafhankelijkheid te waarborgen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Vermogensongelijkheid sinds ‘Roaring Twenties’ niet meer zo groot

    Vermogensongelijkheid sinds ‘Roaring Twenties’ niet meer zo groot

    De vermogensongelijkheid in de Verenigde Staten is sinds de ‘Roaring Twenties’ niet meer zo groot geweest als nu. De rijkste 0,01% bezit tegenwoordig meer dan 11% van het totale vermogen van alle Amerikanen, nog meer dan voor de beurscrash van 1929. Toen had de rijkste 0,01% iets meer dan tien procent van al het vermogen in handen. De rijkste 0,1% had destijds zelfs een kwart van al het vermogen in handen, vergelijkbaar met de situatie op dit moment.

    Uit een recent onderzoek van Gabriel Zucman blijkt dat de vermogensongelijkheid sinds de jaren tachtig sterk is toegenomen. Destijds was de rijkste 1% goed voor 25 a 30 procent van het totale vermogen, inmiddels is dat ongeveer 40 procent. Ook valt op dat de vermogensconcentratie wereldwijd sterk is toegenomen. Voor China, Europa en de Verenigde Staten steeg het vermogensaandeel van de rijkste 1% van 28% in 1980 naar 33% in 2019. Gedurende die periode bleef het vermogensaandeel van de onderste 75% rond de tien procent schommelen.

    Rijken profiteren het meest

    Uit deze cijfers kunnen we concluderen dat de middenklasse en de lagere inkomens de laatste decennia nauwelijks geprofiteerd hebben. De rijken profiteerden het meest van de globalisering en van de enorme monetaire expansie sinds de jaren tachtig. Ook weten de allerrijksten hun vermogen via belastingparadijzen beter af te schermen voor overheden. Mensen met weinig of geen vermogen hebben daar veel minder van kunnen profiteren.

    De vermogensongelijkheid kent verschillende oorzaken, waaronder het ruime monetaire beleid van centrale banken. Door de lage rente zijn aandelen, obligaties en vastgoed sterk in waarde gestegen, bezittingen die vooral in handen zijn van de allerrijksten. Zal deze ongelijkheid de komende jaren nog groter worden of stevenen we af op een nieuwe crisis zoals die van de jaren dertig?

    Vermogensongelijkheid naar recordhoogte (Bron: Bloomberg)

    Inkomens blijven achter bij productiviteit (Bron: Wikipedia)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Vertrouwen in woningmarkt daalt

    Vertrouwen in woningmarkt daalt

    Het vertrouwen dat Nederlanders hebben in de woningmarkt is voor het eerst in 4,5 jaar weer negatief. Dat schrijft de Vereniging Eigen Huis (VEH) op basis van nieuwe cijfers over de woningmarkt. Vooral in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is het sentiment de laatste maanden verslechterd. Ruim vier op de tien Nederlanders vindt het momenteel een (zeer) ongunstige tijd om een huis te kopen. Van de doorstromers vindt een derde het momenteel niet gunstig om een ander huis te kopen.

    De Vereniging Eigen Huis publiceert maandelijks haar Eigen Huis Indicator, die het consumentenvertrouwen ten aanzien van de woningmarkt meet. Deze indicator is gebaseerd op maandelijkse peilingen onder een representatief aantal Nederlanders. Deze indicator kwam in maart uit op 99 punten en dook daarmee voor het eerste in 4,5 jaar onder het neutrale niveau van 100 punten. Hieronder ziet u het verloop van deze vertrouwensindex sinds maart 2007.

    Eigen Huis Indicator kwam voor het eerst in 4,5 jaar weer onder neutrale score van 100 punten (Bron: VEH)

    Betaalbaarheid woningen verslechtert

    Het belangrijkste probleem op de woningmarkt is dat de prijzen voor veel starters te hoog zijn geworden. Ze willen wel graag een huis kopen, maar kunnen met hun inkomen niet genoeg geld lenen. Dat betekent dat starters zonder spaargeld of schenking de financiering simpelweg niet rond kunnen krijgen. Ruim de helft van de starters noemt de slechte betaalbaarheid van koopwoningen dan ook het grootste probleem van de woningmarkt.

    Volgens Hans André de la Porte van de Vereniging Eigen Huis is de slechte betaalbaarheid vooral te wijten aan een gebrek aan woningen, meer specifiek nieuwbouwwoningen. Daardoor is er met name in de populaire stedelijke gebieden schaarste ontstaan. Econoom en beurscommentator Hans de Geus is het daar niet mee eens. Hij merkt op dat er op dit moment in Nederland meer woningen per huishouden zijn dan ooit tevoren.

    Beleggers op de woningmarkt

    Het probleem is volgens hem niet zozeer de schaarste aan woningen, maar het feit dat steeds meer beleggers op de woningmarkt actief zijn. Dat drijft de prijzen van woningen verder op en zorgt ervoor dat meer starters uit de markt worden geprijsd. Ook zijn de hypotheekvoorwaarden aangescherpt, waardoor starters minder kunnen lenen. Zij worden door deze omstandigheden min of meer gedwongen te huren in de vrije huursector, waar de prijzen hoog zijn. Daardoor kunnen ze ook minder vermogen opbouwen, waardoor de vermogensongelijkheid groter wordt. Hans de Geus schreef daar een boek over getiteld ‘Hoe ik toch huisjesmelker werd’ dat binnenkort wordt uitgegeven.

    Steeds meer starters kunnen geen huis kopen en blijven in dure huurwoning (Bron: RTL-Z)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Winstmarges in VS onder druk en angst voor recessie neemt toe – renteverlaging op komst?

    Beleggers maken zich momenteel meer zorgen over politiek en economische groei dan over handelsconflicten, constateert Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders. De omgekeerde rentecurve versterkt de vrees voor een Amerikaanse recessie. De laatste negen recessies in de VS zijn alle voorafgegaan door een omgekeerde curve, met 1966 als enige uitzondering. De kans op een Amerikaanse recessie in de komende twaalf maanden schat Schroders momenteel op 36%, dat is het hoogste percentage sinds 2007.

    Marges krimpen

    Hoewel de kortetermijnindicatoren nog steeds zwak zijn, blijft Schroders voor het tweede kwartaal een opleving van de activiteit verwachten. Het is bemoedigend dat er een paar positieve signalen te zien zijn. Zo zijn de grondstoffenprijzen gestabiliseerd (industriële metalen zijn de afgelopen maand met 3,8% gestegen), is de wereldwijde inkoopmanagersindex (PMI) in februari gestegen, terwijl in de VS de samengestelde ISM is versterkt en de woningmarkt is gestabiliseerd. De detailhandelsverkopen in de eurozone herstelden in januari en bleven in februari goed op peil in Duitsland en Spanje, waardoor de regio in het eerste kwartaal goed van start is gegaan.

    Er is echter een duidelijk verschil tussen de dienstensector en de industrie. In de goederenproducerende sector is er sprake van een voorraadopbouw die vooral in de eurozone, en met name in het Verenigd Koninkrijk (om Brexit-gerelateerde redenen), een negatieve invloed zal hebben op de conjunctuur. Uit PMI-rapporten blijkt dat bedrijven in de ontwikkelde markten hun productie zullen moeten inkrimpen om de voorraden beter in evenwicht te brengen met de orders. De opkomende markten lijken daarentegen in een betere positie te verkeren en zullen de komende maanden wellicht een sterkere activiteit kennen.

    De korte termijn neemt de verbetering van de economische activiteit wat van de zorgen bij beleggers weg. Maar op de iets lagere termijn voorziet Schroders wel degelijk een groeivertraging in de VS als de stimuleringseffecten afnemen. Daarnaast is er een lagere inflatieverwachting, wat geleid heeft tot een meer accommoderende houding van de centrale banken. Dat is positief voor de markten, maar de lagere inflatie veroorzaakt ook drukt op de winstmarges. Bedrijven worden geconfronteerd met stijgende loonkosten en als ze deze niet kunnen doorberekenen in de prijzen, dan moeten ze interen op hun winstmarges.

    Recessie in bedrijfswinsten

    Schroders verwacht dat met name in de VS de marges onder druk komen te staan. Voorzichtigheid met betrekking tot de Amerikaanse bedrijfswinsten is dan ook de komende kwartalen op zijn plaats. De Amerikaanse bedrijfswinsten zullen naar verwachting pieken in het derde kwartaal van dit jaar. Daarna vertraagt de economische groei en dat raakt ook de winstgroei. De verwachting is dat in 2019 de winsten nog met 6% zullen groeien, om het jaar erna met bijna 4% te krimpen. Een matige economische groei leidt tot een lagere capaciteitsbenutting en zet de winst onder druk. De marges krimpen door stijgende loonkosten, terwijl inflatie en productiviteit onder druk staan als gevolg van de lagere economische groei.

    Luidt een lagere marge het einde van de huidige cyclus in?

    Druk op het bedrijfsresultaat leidt doorgaans tot lagere kasstromen, waarop een reactie van het bedrijfsleven niet kan uitblijven. Doorgaans zullen bedrijven bezuinigen op arbeid en kapitaalbestedingen. Dat verzwakt het bbp en leidt tot lagere inkomens, minder vertrouwen en afnemende consumentenbestedingen. Dit kan op zijn beurt een einde maken aan de cyclus en leiden tot een recessie. Het zou passen bij de omgekeerde rentecurve, die doorgaans een betrouwbare indicator is voor een naderende recessie.

    Of kan de cyclus doorrollen?

    Om de huidige cyclus te kunnen voortzetten, moet de margekrimp worden voorkomen. Dat kan als het bedrijfsleven de loonkosten onder controle houdt of de productiviteitsgroei stimuleert. Dit is mogelijk, maar zal moeilijk zijn gezien de krapte op de arbeidsmarkt. De aanbodzijde van de arbeidsmarkt zou positief moeten verrassen door een hogere arbeidsparticipatie om de loondruk tegen te gaan.

    Een andere mogelijkheid is een grotere vraag om de output te ondersteunen, waardoor capaciteit en productiviteit worden gestimuleerd. Dit zou kunnen komen door een grotere vraag uit China, of een versoepeling van het monetair beleid door de Fed door een renteverlaging. De politieke druk op de centrale bank zal volgend jaar waarschijnlijk groot zijn, gezien de presidentsverkiezingen. De Fed krijgt te maken met een zwakkere groei en een matiging van de inflatie, en ondervindt dus eigenlijk weinig hinder om het beleid te versoepelen.

    Renteverlagingen in aantocht

    Schroders voorspelt twee renteverlagingen van de Fed in 2020. Op dit moment verwacht ze die in juni en september volgend jaar maar de vraag zal zijn of deze te laat komen om te voorkomen dat een winstrecessie uitmondt in een volledige economische recessie. Bij de inschatting van de risico’s zullen beleggers een versoepeling van het beleid moeten afwegen tegen lagere winstverwachtingen.

    Lees meer in het meegestuurde artikel “Profit pressures, recession fears and the Fed” uit de nieuwste Economic and Strategy Viewpoint – April 2019 van Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Dollar daalt door aanhoudende rally van opkomende markten

    Zowel uit de vergadering voor april van de ECB als uit de notulen van de vergadering voor maart van de Federal Reserve kwam nauwelijks duidelijkheid over de uitgangspunten van de centrale banken. De lichte verbetering in de economische situatie in de eurozone gaf Europese valuta een steuntje in de rug en het vooruitzicht op een handelsovereenkomst tussen China en de Verenigde Staten deed dit voor de valuta’s van de meeste opkomende markten.

    Aanstaande donderdag komen de essentiële PMI-rapporten van april uit over zakelijke activiteit voor de eurozone. Met voornamelijk secundaire cijfers uit de Verenigde Staten en een weer uitgestelde Brexit verwachten we meer volatiliteit op de valutamarkt te zien voor de G10-valuta.

    Britse pond

    Theresa May is met de EU overeengekomen om de deadline van de Brexit uit te stellen tot 31 oktober en dus deel te nemen aan de Europese Parlementsverkiezingen in mei. We verwachten dat economische cijfers deze maand eindelijk de aandacht krijgen nu de Brexit tijdelijk is uitgesteld. Het werkgelegenheidsrapport dat dinsdag uitkomt en de inflatiecijfers die woensdag uitkomen zullen een indicatie geven over, of inzicht geven in hoe de economie van het Verenigd Koninkrijk omgaat met de onduidelijkheden rond de Brexit.

    Euro

    Het uitblijven van inhoudelijke beleidsaankondigingen tijdens de vergadering voor april van de ECB zorgde voor een boost die de euro hard nodig had. Hoewel de communicatie van de centrale bank uiterst ‘dovish’ was, lijkt het erop dat geen nieuws uit de eurozone goed nieuws is voor de euro. De gemeenschappelijke munt profiteerde ook van het feit dat de cijfers van de industriële productie boven verwachting waren. De PMI flash-POMI-cijfers voor april die donderdag verschijnen zijn erg belangrijk en we verwachten dat ze hoger uitvallen dan verwacht, wat zou bewijzen dat de vertraging in industriële productie grotendeels wordt veroorzaakt door eenmalige factoren die nu worden opgelost.

    Amerikaanse dollar

    De gepubliceerde notulen van de vergadering voor april van de Federal Reserve hebben geen licht geworpen op de ‘dovish’ verandering in de instelling van de organisatie sinds het einde van vorig jaar. Leden blijven in het duister tasten doordat de inflatie stilligt. Dat de CPI-cijfers van maart die vorige week zijn gepubliceerd lager zijn uitgevallen dan verwacht zal hier niet bij helpen.

    De Federal Reserve blijft buitenspel staan in de nabije toekomst en de combinatie van gestage, wereldwijde groei en lage inflatiepercentages in ontwikkelde landen is een sterke combinatie voor een rally van valuta van opkomende markten.

    Door: Enrique Diaz-Alvarez

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl




  • IMF: “Politici moeten zich niet met centrale banken bemoeien”

    IMF: “Politici moeten zich niet met centrale banken bemoeien”

    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) waarschuwt voor de ‘gevaarlijke consequenties’ van politici die zich bemoeien met het beleid van centrale banken. De organisatie noemt als voorbeeld de situatie in de Verenigde Staten, waar de president oproept tot een versoepeling van het monetaire beleid. Vorige week zei president Trump dat de Federal Reserve de rente moet verlagen en opnieuw obligaties moet opkopen om de economie te ondersteunen.

    “Het ondermijnen van de onafhankelijkheid van de centrale bank is gevaarlijk”, zo verklaarde Tobias Adrian van de afdeling monetair beleid en kapitaalmarkten binnen het IMF. Hij benadrukte dat de Federal Reserve is opgezet als een onafhankelijke instantie, waarvan de gouverneurs en de voorzitter voor een lange termijn benoemd worden. “Het is sterk geworteld in de instantie dat ze niet hoeft te luisteren naar de wensen van politici”, zo verklaarde Adrian in een interview in Washington.

    Meer monetaire stimulering

    De Amerikaanse president Trump heeft al meerdere keren kritiek geuit op het monetaire beleid van de Federal Reserve. Hij vindt dat de centrale bank te weinig doet om de Amerikaanse economie te ondersteunen. Ook heeft hij zelf twee kandidaten aangedragen voor de Raad van Bestuur van de Federal Reserve, om op die manier meer invloed uit te kunnen oefenen. Een van die kandidaten is Stephen Moore, die onlangs nog een pleidooi hield voor een renteverlaging.

    Door de geschiedenis hebben hebben verschillende overheden geprobeerd om de controle over de centrale bank over te nemen. In veel gevallen leidde dat tot hyperinflatie, omdat overheden de centrale bank opdracht gaven om de begrotingstekorten te financieren. Monetair beleid wordt dan gebruikt als instrument om een slecht fiscaal beleid in stand te houden. Uiteindelijk gaat dat altijd mis, omdat de bevolking op een gegeven moment het vertrouwen in het geld en de overheid verliezen. Men vlucht dan in andere valuta, tastbare bezittingen en edelmetalen als goud en zilver.

    Onconventioneel beleid wordt nieuwe normaal

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 hebben centrale banken verschillende onconventionele maatregelen genomen om de economie te ondersteunen. Zo werden er op grote schaal staatsobligaties opgekocht, waardoor overheden makkelijker konden lenen. Door de extreem lage rente werden de schuldniveaus in de ontwikkelde economieën steeds hoger, waardoor het niet eenvoudig is de rente vanaf het huidige niveau weer te verhogen.

    Het IMF schreef in haar laatste Global Financial Stability Report dat een ruim monetair beleid en soepele leenvoorwaarden de toch al hoge schuldniveaus in ontwikkelde economieën verder zullen verhogen. Daarmee wordt de dreiging van een zwaardere correctie in de toekomst groter, aldus het IMF.

    Beleidsmakers moeten zich volgens Adrian voorbereiden op een wereld waarin onconventioneel monetair beleid de norm wordt. Dat betekent dat maatregelen als negatieve rente en het opkopen van staatsobligaties, bedrijfsobligaties of mogelijk zelfs aandelen het ‘nieuwe normaal’ worden. Toch betwijfelt hij of centrale banken de rente veel verder negatief zullen maken, omdat dat in potentie een vlucht naar cash teweeg kan brengen.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold